Schrijf de blues challenge opdracht 14, de laatste
Wat heb ik verzameld de afgelopen 2 weken…
Het zit erop. Ik heb de 14 challenges allemaal gedaan nu. Tenminste, dit is de 14e en morgenavond de webinar. Als ik daar zo even doorheen lees, alle 13, goh ja 13, dan valt mij wel iets op. Ik kan me, wederom, niet helemaal aan deze opdracht houden. Dit keer is het niet mijn eigenwijsheid die me parten speelt, ik heb alleen niets op schrift, alles staat bij mij online. Ondanks mijn leeftijd is dat toch wel mijn ding geworden. Ik schrijf niet met de hand. Dat duurt mij te lang en ik ben het ook niet meer gewend. Ik maak teveel fouten die ik door kras en het wordt een zooitje en ik krijg kramp. Typen is mijn ding. Ik typ net zo snel als ik praat, of denk. Ja het gaat wel eens fout hierdoor natuurlijk.
Dan zie ik rare en dom lijkende fouten omdat ik niet met grammatica bezig ben maar met denken wat dan uit mijn vingers op het digitale A4tje druppelt. Later haal ik de foutjes die ik opmerk er wel uit. Als ik het, veel later, dan nog eens doorlees, dan haal ik er nog meer fouten uit vaak. Maar goed, dat is zoals het is. En dat geeft ook niet, dat mag. Van mij, van de viva, weet ik veel, wie doet mij wat? Niemand. Dus nee, ik kan niets omcirkelen, het aan de muur hangen, bij gebrek aan een printer, kijken wat eruit springt. Ik kan er alleen even doorheen scrollen. Maar op zich is dat bijna hetzelfde toch, alleen digitaal.
Het valt mij op dat ik wel veel met hetzelfde bezig ben. Het is vooral het verwerken van het vorige jaar, dat zo ontzettend heftig was. Dat kan dan ook niet anders dan steeds terug komen. Ook blijven de boeken, die mijn leven zo veranderd hebben, eruit naar voren komen. Daardoor zie ik er overal wel de wijsheid die ik eruit opgepikt heb, weer naar boven komen. Ik kom ook regelmatig terug op de ziekte die op dit moment mijn leven wel een beetje bepaalt. Nou een beetje, zeg maar helemaal. Ook niet gek dat dit steeds wel ergens naar boven komt in de schrijfsels.
Dat ik daar weer uit wil komen, ook iets dat er steeds in naar voren komt en ook dit is weer niet zo gek. Ik weet ook heel goed wat ik zou willen maar om dat voor elkaar te krijgen is weer iets wat ik moeilijk te verwezenlijken vind. Ik vind het niet erg om ergens hard voor te werken maar er zijn zoveel dingen die dat wat ik echt zou willen, tegenwerken. Ten eerste moet je, of je nou wilt of niet, meekomen in de maatschappij. De huur moet betaald worden, de dieren verzorgd en de rest van de vaste lasten. Heb je dan nog tijd en geld over, dan pas kan je de leuke dingen doen. Want om leuke dingen te kunnen doen, heb je ook meestal wel weer geld nodig. Om spullen te kopen om het leuke te kunnen doen, of kaartjes of reisgeld en geld om te besteden aan eten en drinken.
Noem het maar op. Je zal ervoor moeten werken. Dat geeft niet, dat wil ik graag. Maar straks, eenmaal beter, is mijn baan weg. Ik zit in de leeftijdsgroep waarvan nog maar drie procent een baan vindt. Dat vind ik vrij eng en onzeker. Want daar ga ik wel naartoe. Terwijl ik dan ondertussen me rot zal zoeken naar een baan die in elk geval net iets meer oplevert dan mijn vaste lasten, zodat ik en de cits ook nog kunnen eten en de rest, dan blijft er niet veel over voor de leuke dingen. Met een uitkering hou ik niet eens geld genoeg over om fatsoenlijk van te eten. Laat staan leuke dingen. Schrijven kost geen geld, de website waar ik het op plaats wel. Niet veel, maar toch, het kost geld.
Natuurlijk kan ik op papier schrijven. Daar is altijd wel aan te komen en pennen heb ik ook zat maar ja, wat moet ik daar dan mee? Ik schrijf op de pc altijd eigenlijk, maar die is ook aan zijn laatste loodjes begonnen. Geld voor een nieuwe is er niet. Even afkloppen nog maar want hij doet het nog steeds nu. En dit laatste onderwerp, dat blijft natuurlijk ook steeds maar terug komen. Gewoon omdat ik daar nu middenin zit. Ik weet dat ik er ooit uit zal komen, ooit wordt het beter. Wie weet, ben ik dan nog jong genoeg om toch die leuke dingen te gaan doen.
Ik wil ook schilderen, mandala’s en 3D acrylschilderijen, allemaal zo leuk om te doen maar ook daar moet je allemaal spullen voor aanschaffen. De kunstenaar in mij wil gewoon naar buiten. Die wil al die dingen kunnen doen, zonder zich af te moeten vragen waar al dat geld dan vandaan moet komen om het te kunnen doen. Daar wil ik eigenlijk komen en dat zit er achter alle 14 schrijverij’tjes die bij deze challenge horen. En hoe, dat weet ik nog niet maar wel dat ik daar ga komen. Want het is daar, waar ik wil zijn. Schrijven, schilderen en mijn boeken, dat wil ik naar buiten brengen en ik ben al met de babystapjes bezig. Dan kom ik er vanzelf wel een keertje.
Schrijf de blues challenge opdracht 13
Obstakels op de weg zijn misschien altijd wel doorbraken, zonder dat we ze op het moment dat we ze tegenkomen, zo zien. Er is één ding dat ik zeker weet, alleen van verdriet en moeilijkheden leren we. Groeien we. Het is alleen even heel vervelend als we weer eens met zo’n obstakel te maken krijgen. Want obstakels moet je nemen, je kan er niet omheen. En een obstakel nemen betekent altijd een soort van een gevecht. Met jezelf of met je andere omstandigheden maar toch, het is altijd vechten geblazen. Zodra je daar doorheen bent, dan heb je die doorbraak.
Terugkijkend op mijn levenspad, die vol met obstakels lag die eigenlijk vermomde lessen waren, dan weet ik het zeker. Juist daar, door die obstakels, heb ik geleerd, ben ik gegroeid. Ze hebben me gemaakt tot wie ik nu ben. Het klinkt misschien arrogant maar zo is het absoluut niet bedoeld. Ik mag mij wel. Ik kan met mij lachen, ik ben best lief en ik doe altijd mijn best om er het beste van te maken. Bij alles wat ik doe. Ik ben graag alleen, op mezelf, al ben ik ook wel een mensen mens. Twee van mijn vele, vele kanten.
Als ik al die obstakels niet op de weg had gehad, dan had ik nooit de mij geworden die ik nu ben. Toen ik ervoor stond kon ik ze intens haten, vrezen ook. Aangezien stilstaan nooit een optie is, moest ik er toch doorheen. Of ik het nou wilde of niet. Daarom moest ik wel elke keer het gevecht aangaan. Het obstakel moest en zou altijd een doorbraak worden. Dan is het eigenlijk best raar dat we die obstakels blijven vrezen en haten. Zeker die, die je in de verte al aan ziet komen. Soms kan zo’n berg van dichtbij ook gewoon een molshoopje zijn. Alleen weet je dat niet van te voren. Volgens mij is het mensen eigen om van elk hobbeltje de Mount Everest te maken.
Je tuurt in de verte en je ziet een oneffenheidje. Maar dat hoeft helemaal geen berg te zijn natuurlijk. Alleen uit pure zelfbescherming maak je daar vast Mount Fuji van, zodat het mee kan vallen eens je dichterbij komt. Dat gaat een beetje onbewust, denk ik toch. Soms heb je dan de mazzel dat, hoe dichterbij je komt, het gewoon een kiezeltje blijkt te zijn. Die schop je een stukje opzij en je kan gewoon weer verder. Een andere keer blijkt het een klein heuveltje te zijn, daar ben je zo weer overheen. Ik heb wel een paar van die Rocky Mountains gehad in mijn leven en toch, hier ben ik. Nog steeds, ouder, wijzer, milder, liever, gevatter dan ik ooit geweest ben. Zo zou ik zonder mijn bergen nooit geworden zijn.
Waarom blijven we er dan toch zo tegenop zien? Nou en, als het weer zo’n flinke berg is. Je weet toch dat je daar sterker overheen komt? Waarom blijven we er dan zo bang voor? Onbekend maakt onbemind. Een heuveltje kan je overheen kijken, je ziet al waar je daarna terecht komt. Een berg daar kan je niet overheen kijken. Waar je uitkomt blijkt pas als je over de top heen bent. Dan pas kan je het landschap zien in het dal aan de andere kant. Je hebt geen idee of je daar wel heen wilt maar je moet toch. En dat is eng. Dat is heel eng.
Ik ben van het principe ‘alles gebeurt om een reden’. Dat kan een les zijn, of je moet naar links terwijl je anders rechtsaf zou zijn gegaan. Gewoon uit gewoonte, of omdat je graag rechtsaf gaat in plaats van linksaf. Maar als het gewoon beter is dat je toch naar links gaat, dan word je daar hoe dan ook naar toe geloodst. Dan wordt er opeens een berg voor je neus geplaatst en daar moet je hoe dan ook overheen. Erlangs kan niet. De berg die nu in de verte gloort, ja ik denk natuurlijk dat het een flinke berg zal zijn, dat is de berg waar ik mijn baan verlies. Op een leeftijd dat het niet zo makkelijk is om aan de bak te komen.
Toch moest ik deze berg tegenkomen. De laatste jaren ben ik zelf zo veranderd, dat de baan waar ik nu inzit me niet meer leek te passen. Dat ik daar weg moest, dat lijkt nu wel duidelijk te worden. Ik wilde dat ook wel, diep van binnen. Maar toch, een vaste baan, vaste aanstelling, zekerheid, veiligheid, gemixt met het percentage dat op mijn leeftijd nog een baan kan vinden, dat houdt je dan tegen. En ja, dan krijg je een berg van het leven. Tenminste, het lijkt een berg nu. Het kan ook een kiezeltje blijken te zijn of een heuveltje, een molshoopje zelfs. Alleen dat weet ik nu nog niet. Daarvoor moet ik eerst dichterbij komen. Dan pas kan ik zien wat het is en dan gaat het gevecht pas beginnen. Of niet en stap ik er zo overheen. Dat kan ook.
Ik hoop dat die berg geen berg zal zijn. Ik heb liever de andere opties, alleen daar kom ik pas achter, als het achter de rug is. Ik hoop dat mijn doorbraak een ander baan zal zijn, iets dat me meer ligt en waar ik ook de energie overhoud om mijn boeken te schrijven. Die twee eenzame hoofdstukken die hebben er meer nodig. Alles zit al in mijn hoofd en er zit nog veel meer. Dat moet er toch een keertje uit. En wie weet, kan ik ooit leven van mijn schrijfsels. Ook daar kom ik pas achter als ik ermee aan de slag ga. Dat zou de grootste en mooiste doorbraak zijn van alles.
Ik heb mijn klimspullen vast klaar liggen, ik zal het gevecht wel weer aan gaan. Eerst moet ik alleen beter worden, tot die tijd draal ik een beetje op mijn pad. Maar vechten zal ik. Ik zal wel moeten. Ja, ik ben bang. Ja, ik zie er tegenop. Ja, ik kom er toch wel weer overheen. En ja, ook dan zal ik weer meer geleerd hebben en weer gegroeid zijn tot een betere versie van mezelf nu. Zo gaat het altijd. De mens lijdt het meest, door het lijden dat hij vreest. Zo zit dat gewoon. Ik denk dat iedereen dat wel heeft. Het is gewoon niet anders. En wie wil er nou stil staan? Ik niet, eerlijk gezegd.
Schrijf de blues challenge opdracht 12
Goh, mijn arme kuikentjes. Die arme beestjes hebben wat te verstouwen in dit leven. Liefdesverdriet ken ik ook. Maar al die andere keren waren niets vergeleken bij die laatste keer. Toen verloor ik die ene, die we allemaal zoeken. Die ene, waar ik jaren en jaren naar gezocht had. Die ene die ik nog vond ook. Op zich is dat al heel wat natuurlijk. Velen zoeken nog steeds en vinden niets. Maar soms is niet weten ook zaligheid. De Engelsen zeggen altijd alles zoveel mooier dan wij, vind ik toch. Ignorance is bliss. De pijn die ik voelde toen die ene en ik uit elkaar gingen was overweldigend.
Ik heb geloof ik een heel weekend lang in foetushouding op de bank gelegen. Als ik er dan in wegzakte dan kwam er zo’n oerkreun vanuit mijn diepste binnenste naar boven. Toen ik daar eenmaal uit kwam werd ik opstandig. Natuurlijk zou hij bij me terugkomen. Dat kon toch zeker niet anders. Hij moest toch ook weten dat ik voor hem die ene ben. Toen begon de tweede belangrijke zoektocht in mijn leven naar wat dit dan kon zijn. Wat een geluk dat deze niet ook zo’n jaar of vijftig zou duren. Ik vond het vrij snel, op aanwijzing van iemand die er toen aan de zijlijn bij betrokken was maar wist wat er aan de hand was.
Ik vond dé boeken. Daarin vond ik niet alleen wat er met hem en mij gebeurd was en wat dat inhield maar ook alle andere vragen waar ik het grootste deel van mijn leven mee heb rond gelopen. Eigenlijk had onze ontmoeting en kortstondige relatie maar één doel gehad. Ik moest die boeken vinden. Dat moest ik al heel lang maar ik laat me niet zo goed sturen. Ik ben nogal van de eigenwijze. Niet zo handig soms, zoals nu wel bleek. Ik las die boeken dan ook als een dorstende in de woestijn zijn water moet drinken zodra hij dat gevonden heeft. Uitgedroogd was ik bijna, ik kon dan ook niet stoppen met drinken, lezen.
Ik kwam er ook achter dat zo’n liefde eigenlijk nog niet bij deze wereld hoort. Zo’n liefde moet je verdienen en daarom wisten we er allebei ook niet echt raad mee. Ook wist ik nu dat we er nog niet klaar voor waren maar toch, omdat ik niet uit mezelf op zoek ging naar wat ik eigenlijk moest weten, kwam ik hem tegen. Nu moest ik wel zoeken naar antwoorden en ik vond ze. Het veranderde mijn hele leven. Alles wat ik van binnen al wist maar niet kon hardmaken, kon ik nu zo lezen. Het klopte wat ik voelde en er was nog veel meer. Dat hij van de ene relatie naar de andere gaat, na mij, kan ik nu ook verklaren. Of nou ja, ik niet maar het staat in die boeken. Alles wat ik ooit wilde weten, zeker weten, stond erin.
In het begin dacht ik, ik ga ook gewoon op zoek naar een volgende partner. Wat dat betreft zou ik niets tekort hoeven komen. Alleen toen ik voor een eerste date stond, kon ik het niet opbrengen. In tranen zat ik, helemaal opgedoft, ik wilde niet. Met de één of andere rotsmoes heb ik de afspraak afgezegd. Oké, dat wist ik nu dan ook. Dat gaat niet meer. Misschien dat het ooit zou veranderen maar voor nu, nee. Misschien was het voor mij zo wel goed. Ik had namelijk die drang niet meer die ik, voor ik hem vond, wel had. Ik hoefde natuurlijk niet meer te zoeken want ik had al gevonden. Dat we niet meer samen waren, dat deed er helemaal niet toe. Bovendien, zo kon ik me op de boeken blijven storten. Ik accepteerde het zoals het nu was, is. Ik blijf gewoon alleen, dat is helemaal niet erg. Dat is nu al vier jaar zo, volgende maand, en ik sta daar nog steeds achter. Het geeft ook een soort rust. Daarmee was het liefdesverdriet-eendje opeens volledig overbodig geworden. Die loopt nu voorop, die heeft geen angsten meer.
Helaas loopt er dan toch weer eentje achteraan. Eentje, eendje. Grappig. Dat eendje is nu de pineut. Heel mijn leven ga ik al heen en weer, wat zekerheid en financiën betreft. Het zekerheids-eendje moet dit dan zijn. Dan heb ik weer alles, financieel gezien met baan en huis en noem het maar op. Dan gebeurt er opeens iets en ben ik alles weer kwijt. Mijn eendje hangt nu tussen hangen en wurgen, om het maar zo te zeggen. Ik zit ziek thuis maar zodra ik me weer beter meld dan hangt mij een ontslag boven mijn hoofd. Als ik dan in het uitkeringscircuit terecht ga komen, dan kan ik net mijn vaste lasten betalen. Maar dan is er geen ruimte meer voor eten voor mij of mijn vier katten.
Ik heb geen spaarpotje, ik heb niets om op terug te vallen. Daarom is dat eendje nu zo bang. Bibberend zie ik hem aan de kant staan, volledig in paniek als hij eraan denkt. Ik ben 55+ dus mensen die dan zonder baan komen, daarvan vindt maar drie procent weer een baan. Wat als ik bij dat groepje kom te horen? Wat moet ik dan? Ik ben verantwoordelijk voor vier harige leventjes, eigenlijk vijf als ik de vermiste Sunshine erbij reken. Dat vind ik nog het meest eng. Dat ik ze niet kan geven wat ik ze hoor te geven. Ik kan wel zonder eten hoor, en als ik bijna omval van de honger, dan zijn er altijd wel mensen bij wie ik een keertje kan gaan eten.
Ja, je kan dan toeslagen aan gaan vragen. Maar als je er dan maar één euro boven zit, dan mag je het allemaal weer terug betalen ook en daar kom je dan ook door in moeilijkheden. Om al die haken en ogen, waar ik mee zit, hier op te noemen gaat wat ver. De angst om weer alles te verliezen, op deze leeftijd, die is gewoon groot. Als ik alleen was dan was het nog zo erg niet, dat is heel wat anders. Het is alleen niet anders en ik zit er nu eenmaal in. Daarom zal ik er ook heus wel weer uit komen. Ik zou alleen eens een keer zo graag al die zorgen niet hebben. Dat eendje op willen pakken en veilig op zijn moeders rug willen zetten. Hier, ga maar lekker zitten, tussen haar vleugels. Jij hoeft je voorlopig even niet meer druk te maken, het gaat nu vanzelf. Hoe heerlijk en veilig zou dat niet zijn?
Schrijf de blues challenge opdracht 11
Crazy in love & Cut the world & Cosmic Love & All of me
Mijn smaak in muziek is enorm veelomvattend. Van heel af en toe hard rock, Metallica om maar iets te noemen, tot Bach en Beethoven. En alles daar tussenin zo’n beetje. Adele, Seal, David Bowie, Estas Tonne, Prince, Michael Jackson, Evanesence, Alanis Morissette, George Michael, Coldplay, Mozart, Bach, er is zoveel dat ik mooi vind. Er is zoveel dat me raakt. Dat kan ik hier echt niet allemaal op gaan zitten noemen. En heel jammer dat ik daar niet gewoon genoeg tijd voor heb om allemaal te gaan beluisteren. Daar zou ik zo dagen mee door kunnen brengen. Het enige dat ik echt niet kan waarderen, hoe aardig ik die mensen ook vind misschien, is de muziek van Frans Bouwer en consorten. Nee, ook Hazes vind ik niets. Zowel de jonge als de oude versie. Aardige, lieve, spontane, sympathieke mensen maar ik word erg chagrijnig van hun muziek. Ik weet niet waarom, alleen dat het zo is.
Wat ik nu net op heb gezet, daar krijg ik dik de kippenvel van. Zoek het maar eens op, Youtube is er goed voor. Het is Crazy right now, niet van Byoncé maar van Anthony and the Johnsons. Zeker als je de versie van Byoncé kent, moet je wel voelen hoe knap en bovendien prachtig deze versie wel niet is. Het volgende nummer komt ook van hen, Cut the World. De prachtige en bizarre clip van dit nummer is ook terug te vinden op het voorgenoemde kanaal. Je zou er bijna van onderdoor kunnen gaan als je zwaar depressief zou zijn. Daarna laat ik nog een nummertje voorbijkomen van Florence + The Machine, Cosmic Love. Ook zo ontzettend prachtig en passend bij mij.
Muziek is gevoel en elk soort muziek roept iets bij je op. Dat geldt denk ik voor iedereen. Zelfs dieren beïnvloedt het. Toen het door mij geadopteerde straatkatje uit Athene aan kwam hier en zij zo ontzettend bang was voor alles, vond ik zelfs video’s met speciale muziek om katten te laten relaxen. Op zich niet vreemd want als muziek gevoel is dan moet het ons wel raken want eigenlijk zijn wij ook gevoel. Eigenlijk zijn wij niets meer dan trillingen van energie, hoe hoger we komen, hoe hoger de trilling en hoe hoger ons gevoel. Logisch dat de trillingen van de muziek invloed hebben op onze eigen trillingen.
Ik ga vandaag de blues niet schrijven. Ik heb al zo lang de blues, mijn lichaam ook, daar wil ik nou juist vanaf. Daarom wil ik er voor vandaag niet nog eens een schepje bovenop doen. Dus nee, ik schrijf daar niet over vandaag, ik luister er liever naar. Deze nummers voeren me weg van hier en weg van het schrijven. Ze voeren me binnen in de wereld van het voelen, echt voelen. Ik zal de links van deze nummers hier ook bij doen, hier bovenaan onder de link van het filmpje. Luister maar en voel dan wat me raakt. Dan zet ik er nog een vierde nummer bij, voor mijn tweelingziel. Ik weet waar hij is, wie hij is. Dat is een voorrecht. Maar toch zal het nog even duren voordat wij samen mogen of beter kunnen zijn. Maar dat vierde nummer is dan speciaal voor hem… Als je ze luistert dan ken je me een heel klein beetje meer. Maar er is in een jaar geen tijd genoeg om alle nummers te luisteren die me raken, dat zijn er teveel. Maar zo'n klein stukje, dat moet nog wel lukken.
Schrijf de blues challenge opdracht 10
(schrijf na de zinnen zelf door)
Op een dag wist ik wat ik moest doen en begon....
dit door te beseffen
dat alles al van binnen zat. Alles waar ik al zo lang naar had gezocht, ik had het al. Nu moest ik het alleen naar buiten laten komen. Ik moest het toelaten naar buiten te vloeien en het geloven weten te laten worden.
Ofschoon de stemmen
om me heen hun slechte raad bleven schreeuwen
‘nee, nee, je gaat verkeerd, je moet het anders doen, zo red je het niet!’ Ik luisterde niet. Als geloven weten is geworden, dan kan niets daar meer iets tegen doen. En ik wist.
Het was al laat genoeg en de de nacht was wild en de weg lag vol
doornen. Als om te laten zien dat de rozen die me toegeworpen werden, een dubbele betekenis hadden. Ik stapte er voorzichtig omheen, ik vermeed ze waar ik kon. Trouwens, niets
zou me hebben kunnen tegenhouden en een gewaarschuwd mens telt toch voor twee.
Maar stukje bij beetje,
kwam ik verder en verder, bloedend, struikelend. Maar na een tijdje werden de doornen kleiner, minder scherp, zachter. Tot alleen
de zachte geur van rozen me eraan herinnerde wat er ooit gelegen had. Ik was op de juiste weg.
En er klonk een nieuwe stem, die ik langzaam herkende als...
als die van het Universum. Zachtjes sprak ze me toe. Hoe meer ze me vertelde,
hoe meer ik besefte dat de stem van mij was. Ze vertelde me wat te doen, ze klonk van binnenin me. Iedereen moest dit weten, het was zo mooi!
Terwijl ik steeds dieper de wereld binnen beende, vastbesloten om...
de
zware weg te gaan, kwam het allemaal bij me binnen. Het zou niet makkelijk worden, dat was wel duidelijk. Maar toch, al kon ik er maar eentje overtuigen van de prachtige waarheid, dan zou dat het allemaal waard zijn.
Schrijf de blues challenge opdracht 9
Er is veel waar ik gelukkig van word, gelukkig. Daarom kom ik er meestal ook snel weer uit. Het zijn wel veel dingen maar ook allemaal verschillende dingen. Mijn katten, die krijgen me altijd wel aan het lachen. Als ze me niet aan het lachen krijgen dan kunnen ze me heel erg vertederen. Van beide dingen voel je jezelf direct een stuk beter. Ik kan echt van ze genieten. Ze zijn mijn lichtpuntjes in donkere dagen. Ik heb ze dan ook erg nodig. Oké, ik ben dan de laatste jaren kattenpersoneel, dat heb ik er graag voor over. En dat voor iemand die eigenlijk een hondenmens is. Er zijn gekkere dingen hoor.
Waar ik altijd helemaal van opknap ik gaan lopen langs de zee, dat vind ik zo heerlijk. Alleen door mijn ziektebeeld kan ik nu op het moment niet echt lang lopen. Ik kan wel naar de zee rijden, op zich is dat al vermoeiend genoeg op dit moment. Je moet alleen altijd nog zo’n rotstuk lopen voordat je bij de zee bent. Maar als ik er dan ben, dan geniet ik daar enorm van. Een grote droom is dan ook zo’n kusthuisje om te wonen. Niet al te groot, maar als je gaat slapen en je raam open doet, dat je dan de golven kunt horen.
Ooit, toen ik nog in België woonde, waren we naar Knokke gegaan en sliepen we in een hotel aan het strand. Ik heb nog nooit zo heerlijk geslapen als met het geluid van de golven in mijn oren. De golven wiegden me heel zacht in slaap. Heerlijk was dat! Al vind ik alles wat met de natuur te maken heeft me wel goed doen. Net zoals naar de zee, ga ik graag naar een bos. Gewoon een stuk wandelen tussen de bomen en de dieren. Soms een beetje van het pad af, dat vind ik in het normale leven een stuk minder maar in het bos vind ik dat geweldig.
Ik heb een paar hele lieve vriendinnen, die voor me klaar staan en me ondersteunen als ik me wat minder voel. Daar word ik ook altijd blij van. Ik heb een schat van een dochter en haar partner is mijn ‘favorietste cleanson’, zoals ik hem altijd noem. Niet moeilijk natuurlijk, met één dochter maar dat is een ander verhaal en dat vertellen we hem niet. Mijn broer is grote een schat, zijn vriendin ook. Mijn kleindochter, daar gaat het even wat minder mee maar hee, het is wel mijn kleindochter. Ze komt er wel een keertje uit en doorheen, daar ga ik gewoon van uit. Mijn kleine neefje Benjamin, zoon van mijn broer. Die zo klein was bij zijn te vroege geboorte, dat zijn dijbeentje dunner was dan mijn wijsvinger. Toen ik hem in mijn armen had, die eerste keer, hoopte ik maar dat hij het zou halen.
Als je dan nu die grote tiener ziet, de puber die hij nu is, dan kan je het bijna niet voorstellen dat hij ooit zo intens klein was. Mooi om te zien is dat. Ons Poolse zusje, het buurvrouwtje van mijn moeder waar ze zo enorm gek op was, Agnieszka en man en zoontje Alan. Die horen nu ook bij de familie. Allemaal mensen die wat voor me doen, allemaal op hun eigen manier. Door er te zijn, me te helpen en steunen en oppeppen als dat nodig is. Dieren op zich maken me blij, moeder zee maakt me blij, moeder maan ook. Als ik de maan zie staan aan een nachtelijke hemel dan kan ik me daar heel gelukkig door voelen. Dat had ik als klein kind al en ik begreep nooit waarom. Ondertussen weet ik wel hoe dat komt. Het is alleen een heel verhaal, dat is voor een andere keer.
De zon, ook zoiets. Al voel je je nog zo belabberd, als je dan buiten loopt en het zonnetje schijnt op je gezicht, dan kan het niet anders of je voelt je direct beter. Niet helemaal beter maar in elk geval beter dan dat je je daarvoor voelde. Of een stralende sterrennacht zien, waardoor je je bijna opgepakt voelt door het universum. Ook zo mooi. En dan last maar zeker not least, de boeken van Jozef Rulof. Als ik daar in lees dan lees ik altijd iets dat ik net nodig heb. Of ik krijg weer meer wijsheid, kennis, innerlijk bezit. Die boeken hebben mijn leven veranderd en ook al lees je een boek wel tien keer, je leest elke keer weer een nieuw boek. Dit komt doordat je daarin moet groeien. Als die kennis eenmaal binnen is, dan lijkt het net alsof dat boek, dat je al eens gelezen hebt, helemaal nieuw voor je is omdat je nu alles weer anders ziet en leest. Prachtig is dat.
Mijn recept zou een mix moeten worden van dit alles. De Ria-anti-blues-remedie wordt als volgt gemaakt; Men neme een flinke hoeveelheid katten, een ruime scheut innige en oprechte vriendschap en familie. Doe dit bij elkaar in een flink grote pot, want er moet nog veel meer bij kunnen. Nog wat leuke dingen uit de dierenwereld erbij, vooral dingen die aaibaar zijn of mensen op hun rug willen hebben de voorkeur. Op zich mag alles met meer dan 1 maar minder dan vijf poten. Neem van alle facetten van Moeder Natuur een deel en spatel dat er voorzichtig door. Neem nog een extra snufje Zon, Zee en Maan om erbij te doen samen met ontelbare twinkelende sterren en planeten. Voorzichtig schudden en druppel er dan de kennis uit de Rulof boeken overheen. Bovenop een laag humor, droge, zwarte, alle soorten om het een beetje af te dichten. Draai de pot langzaam rond zodat alles goed verdeeld wordt. Er is geen houdbaarheidsdatum, dit blijft eeuwig te gebruiken. Gebruik er elke dag in ruime mate wat van voor een goed gevoel. Succes gegarandeerd!
Schrijf de blues challenge opdracht 8
Paars is mijn kleur. En lila ook, alles in die schakeringen vind ik mooi. Veel van mijn accessoires in huis hebben die kleuren ook. Paars is ook een heilige kleur, de kleur van de Meesters van het licht. Ik heb wel wat met Paars blijkbaar. Maar wat voor kleur heeft nou deze maandag voor mij? Lastige vraag. Dat van die ene meest blauwe maandag in het jaar, daar heb ik sowieso nooit iets van begrepen. Dat kan aan mij liggen natuurlijk, dat weet ik niet. Maar waarom zou juist die ene dan zo blauw zijn voor de meeste mensen? Al sla je me dood, ik zou het niet weten. Liever niet natuurlijk, dat doodslaan.
Je hebt allemaal wel eens een ‘off day’. Maar is die dan gelijk blauw? Waarom zo massaal aan de blauwe maandag in januari? Ik heb vaak genoeg de blues gehad in 2017. Vooral de laatste maand daarvan was nogal heftig. Dan denk ik aan het grijsblauwe van een sombere dag. Zo eentje waarin het steeds regent en als het niet regent je niet eens de zon te zien krijgt. Dat sombere gevoel dat zo’n dag op zich je al kan geven, is al erg genoeg. Als je dan jezelf ook nog eens niet lekker in je vel voelt dan is het helemaal raak. Eigenlijk zouden ze de blues de greys genoemd moeten hebben. Daar vind ik blauw gewoon veel te mooi voor.
Het blauwe van de oceanen, prachtig! Vooral aan die kusten zoals Griekenland of Italië, dat mediterrane blauw. Zo mooi vind ik dat en daar word ik juist vrolijk van. Daarom vind ik het de verkeerde kleur om een stemming mee aan te geven die minder dan vrolijk is. Maar goed, om in de maatschappij mee te kunnen, een noodzakelijk kwaad, zal je met de massa toch een klein beetje mee moeten doen. Het is nou eenmaal een algemeen geworden uitdrukking geworden dus wie ben ik om dat weer even helemaal anders te willen zien. Zie je wel, ik blijf eigenwijs. Het valt me zelf gewoon op. Niet dat ik het niet wist maar het springt er nu wel steeds even uit.
Als ik braaf mee doe en er even over nadenk dan kom ik wel ergens hoor. Al mijn dagen beginnen paars, dat mooie, warme paars, niet het harde, donkere paars. Soms lila, of zacht lila, dat zijn de fijne dagen. Pastelkleuren vind ik ook altijd zo mooi. Seringenpaars, ook zo prachtig. Magenta, purper, violet, allemaal mooi. Als ik wikipedia erop na sla dan krijg je: Paars is een roodachtig blauwe (of blauwachtig rode) kleur waarvan de grenzen niet duidelijk vastliggen. De kleur die de meeste mensen paars zullen noemen ligt ergens tussen violet en magenta en is daarmee een extraspectrale kleur. Er is overlap met kleuren als lila (lichtpaars), roze en purper. Paars is een oud woord dat via het Oudfranse pers teruggaat op het middeleeuws Latijnse woord persum dat donkerblauwe stof (of kleur) betekent.
Paars mocht je in het oude Rome alleen maar dragen als je bij een hogere stand hoorde. De kleur werd gewonnen uit de purperslak. Het arme beest is daardoor praktisch uitgestorven. Ook in de katholieke kerk heeft het een betekenis en hangt het samen met boete doen. Oh, jeetje zeg. Het wordt tegenwoordig vaak gebruikt voor begrafenissen. Maar ook wordt de kleur paars gezien als een symbool voor passie, inventiviteit, inspiratie, originaliteit en spiritualiteit.
Goh, ik begrijp nu zelf opeens waarom het zo mijn kleur is. Het past wel bij me. Het valt ook net buiten het spectrum, net als ik. Dat wist ik allemaal niet eens, weer wat geleerd! Het is en blijft mijn kleur. Leuk om te lezen dat het zo goed bij me past. Van magenta tot het blauwe violet, ik vind het allemaal prachtig. Er zijn ook zoveel schakeringen in, van heldere kleuren, oplopend in intensiteit, tot aflopende kleuren die donker worden. Net zoals het met mijn stemmingen kan gaan. Ja, het past helemaal.
Vandaag voelt voor mij niet als een maandag moet voelen. Bij mensen die regelmatig werken, door de weeks, weekenden vrij, is een maandag echt een maandag. Ik werk al sinds 1996 niet meer regelmatig en daarom heb ik ook niet van die maandagen meer die echt maandagen zijn. Nu, sinds ik al een paar maanden in de ziektewet zit, heb ik al bijna helemaal geen maandagen meer. Nu lopen alle dagen een beetje door elkaar en moet ik soms heel goed nadenken welke dag we leven. Zo zat ik vrijdag te zoeken wanneer die serie nou toch zou beginnen waar ik naar wilde kijken. Alleen zou die serie op maandag beginnen en ik had gewoon die dag het gevoel dat het maandag was. Door zoiets kom je er dan achter dat je weer eens helemaal fout zit.
Daar wil ik verandering in brengen. Ik wil weer wat meer structuur in mijn leven krijgen. Op zich een goed teken, ik ga iets vooruit. Een paar weken geleden kon me dat geen ruk schelen. Nu opeens wel. Dat is mooi, dat is goed, dat is vooruitgang. Gisteren heb ik er bewust een zondag van gemaakt. Lekker alles op mijn gemak gedaan, genoten van het mooie zonnetje en mijn katten. Vandaag is het maandag, een echte maandag. Ik heb wat telefoontjes gepleegd, wat dingen geregeld. Natuurlijk, het is een paarse maandag. Welke tint, daar ben ik nog niet uit. Dat geeft ook niet, als je dag maar kleur heeft, behalve grijs, dat dan weer niet.
Schrijf de blues challenge opdracht 7
Goh, het lijkt wel alsof door deze opdrachten mijn eigenwijsheid enorm naar boven komt. Natuurlijk is er heel veel wat ik zou willen, ik weet alleen niet waarom ik me dat niet voor zou kunnen stellen. Jaren geleden heb ik namelijk het boek ‘the Secret’ gelezen, van Rhonda Byrne. Daarom durf ik me eigenlijk niet eens aan deze opdracht te houden, tenminste, gedeeltelijk dan. Want dan trek ik juist aan wat ik niet wil. Als ik het dan ook nog eens op zou schrijven, dan staat het er gewoon ook echt. Nee, daar doe ik niet aan mee hoor. Ik begrijp dat een hoop mensen daar geen ruk van snappen, maar ik weet zeker dat je aantrekt wat je denkt of voelt.
Heel lastig om dat niet te doen. Ik zal een klein voorbeeldje geven. Stel, je hebt een prachtige en spierwitte outfit en die wil je aan naar een feest. Voordat je daar arriveert wil je dat spierwitte wit ook zo wit mogelijk houden. Je maakt natuurlijk nooit een groots entree met een grote lelijke vlek op je kleding. Dan kan je in je hoofd krijgen, ik wil NIET dat die vuil wordt. Volgens Rhonda stuur je zo rechtstreeks de kosmos in dat je juist wilt dat het vuil wordt want dat woordje ‘niet’ heeft geen invloed. Daarom kan je er donder op zeggen dat je met een paar nare vlekken binnen zal stappen.
Hoe je dat net even anders kan doen is vrij eenvoudig. Als je nu gewoon eventjes dat ‘niet’ uit je denken haalt, draai het even om. Denk bij jezelf, ik hou deze outfit schoon en netjes. Daar. Nu zend je uit wat je eigenlijk wil. Als je naar de puinhopen in mijn leven kijkt dan wordt het je al snel duidelijk dat ik er niet zo heel goed in ben. Laten we daar even eerlijk over blijven. Maar toch, ik ga de kat niet het spek op binden. Op zich lijkt me dat niet eenvoudig. Ik heb vier katten maar om die nou spek op te gaan binden, lijkt mij een onmogelijke taak. Ik kan ze best zonder handschoentjes aanpakken hoor, maar spek opbinden? Nee, laat maar.
Wat ik allemaal graag zou willen, dat kan ik natuurlijk wel opschrijven. Ik ga er alleen niet achter zetten dat ik me dat niet zou kunnen voorstellen. Kat en spek verhaal, geen foute boodschappen het Universum insturen. Ik kijk wel uit! Ik ben er al niet zo goed in maar echt bewust dingen fout doen, nee dank u. Er speelt genoeg waardoor ik graag dingen anders zou willen zien. Het belangrijkste is mijn gezondheid. Daarom is één van de eerste dingen die ik heel graag zou willen ook direct de belangrijkste. Ik zou zo graag weer helemaal gezond willen zijn. Ik ga vooruit, dat wel, maar het zijn van die hele kleine babystapjes. Het liefst zou ik dan gelijk van die zeven-mijls-laarzen willen hebben. Hee, heb ik gelijk iets dat ik graag zou willen hebben maar me niet voor kan stellen. Doe ik toch nog een klein beetje netjes mee vandaag.
Ik zit in de ziektewet al maanden thuis. Niet zo fijn, zeker niet voor iemand zoals ik, die altijd zo druk bezig was. Ik weet alleen nu al, dat zodra ik weer beter gemeld kan worden, ik ontslagen zal worden. Doordat het bedrijf waar ik werk in een reorganisatie zit, is er straks voor mij geen plaats meer. Niet zo fijn om te weten, zeker niet iets dat bijdraagt aan mijn herstel maar het in principe zelfs nog een beetje erger maakt. Maar daardoor kom ik dan ook weer op iets wat ik ook heel graag zou willen. Eerst moet dan wel mijn gezondheid helemaal op peil zijn, anders zou ik daar ook niets mee kunnen nog. Waarmee dan? Met die droombaan natuurlijk! De baan die ik nu heb, of had, of weet ik veel, was zo ontzettend hectisch en met onregelmatige werktijden.
Zoiets wil ik dus nooit meer, zachtjes zeg ik dit zodat het Universum het niet kan horen. Ik wil die droombaan. Iets wat ik leuk vind om te doen en dan werken op maandag en dinsdag, woensdag vrij, donderdag en vrijdag werken en dan weekend! Niet meer schuimbekkend van de stress thuiskomen, een dagje tussendoor om thuis iets te doen en even bij te komen. En elk weekend vrij. Dat ken ik al niet meer sinds 1996, het lijkt me heerlijk. Weer een ritme kunnen krijgen, een normaal ritme wel te verstaan. Niet meer tot diep in de nacht moeten werken, een dagje vrij en die dag daarna weer om zes uur ’s morgens te moeten beginnen. Het sloopt je op den duur. Dat lijkt me heerlijk, zo’n normale baan, die best druk mag zijn maar niet zo dat je niet meer denken kunt. Normale tijden, normaal in het weekend vrij. Zalig! Dat zou ik zo graag willen. Ik moet alleen eerst even helemaal beter worden, mijn ontslag krijgen, maar dan ga ik daar ook voor. Dat komt vanzelf wel goed, daar reken ik op.
Dan is er nog iets wat ik heel graag zou willen. Door het ziek zijn, wat daar aan vooraf ging, ben ik vele kilo’s aangekomen. Ook die zou ik er zo dolgraag af willen hebben. Niet meer zoals ik dat eerst deed, met een crash dieet waardoor je snel je kilo’s weer kwijt bent. En waardoor ze naderhand er ook weer net zo snel bij lijken te komen als je maar even afwijkt. Nee, nu gewoon, hard werken aan een gezond eetpatroon en bewegen. Onder begeleiding en dan wel zo, dat het ook zo blijft. Dat wil ik dolgraag!
Ook hier geldt weer, dan moet ik toch eerst helemaal weer beter zijn. Wat ik heb, somatisch symptoom stoornis, is ontstaan door vele jaren lang over je eigen grenzen heen te gaan. Het is mijn lichaam die nu bepaalt wat ik wel en niet kan doen. Ik heb daar geen hand meer in. Mijn lichaam is aan de bel gaan trekken omdat het zo niet langer ging. Als ik maar iets te veel doe, iets wat ik niet van te voren kan weten, dan word ik een soort van afgestraft. Krampen door mijn hele lijf, op de raarste plekken krijg ik dan. Zenuwpijnen overal, die echt niet te harden zijn. Het is om gek van te worden, zeker omdat je niet weet wanneer je over die grens gaat.
Die grens laat zich pas zien als het al lang en breed te laat is. Ja, dan heb je heel vaak pech, dat kan ik je wel vertellen. Zelfs als ik leuke dingen doe, die ik zelf graag wil, dan nog is mijn lijf een hele strenge meesteres. Ik zie die krampen en zenuwpijnen dan ook bijna als zweepslagen voor straf. Ze zijn ook net zo moeilijk te dragen. Bovendien moet ik dan een dag of drie bijkomen van de ellende en kan ik helemaal niets. Ik zal het er alleen mee moeten doen en langzaam maar zeker werken aan mijn herstel. Ik heb hulp gelukkig want dit is iets wat je niet alleen kunt doen.
Nog één laatste ding wat ik graag zou willen, of nee, het zijn er twee. Ik wil graag dat mijn cits goed gezond zijn en blijven. Daar hoort Sunshine, de grote vermiste, ook bij natuurlijk. Het tweede hoort hier dan ook bij, dat hij weer thuis komt. In mei is hij al twee jaar vermist en ik zou het zo graag onder die twee jaar houden. Ik blijf hopen, ik geef dat nooit op. Hij komt gewoon een keer weer thuis. Hoe, wat, wanneer, dat zoekt het Universum maar uit, maar hij komt thuis.
Even op een rijtje zetten wat ik allemaal wil en dat ik me ook gewoon allemaal voor kan, of in elk geval wil kunnen, voorstellen. Eerst moet ik even de jongste van de vier harige heerlijkheden voor mijn beeldscherm vandaan plukken. Anders zie ik niets, iets wat hij ook precies weet natuurlijk. Dit is dé manier om de aandacht te krijgen. Zo, gebeurd, nu kan ik weer verder. Alles wat ik graag zou willen, valt en staat met mijn gezondheid. Die moet ik weer op peil zien te krijgen.
Daar werk ik hard voor, ik doe mijn best want het is waardoor alles weer om zal draaien ten goede, als mijn gezondheid weer optimaal is. De droombaan, de kilo’s kwijt, allemaal gezonde cits en familie ook natuurlijk, en dan als grote knalstuk Sunshine weer thuis, dat moet allemaal haalbaar zijn. Universum, luister je nu even heel goed mee? Het komt allemaal voor elkaar met deze dingen die ik zo graag zou willen. Ik visualiseer ze juist, daarom moet ik het me wel kunnen voorstellen. Ik visualiseer de eindresultaten en daardoor trek ik het naar me toe. Ik heb het Universum als grote hulp hierbij. Zo werkt dat. Alles komt altijd goed. Daar reken ik gewoon op.
Schrijf de blues challenge opdracht 6
Jeetje zeg, wat een opdracht dit. Ik zou bijna zeggen, breek me de bek niet open. Als je eenmaal meer dan een halve eeuw oud bent, dan heb je meestal al wel wat dingen meegemaakt die je de blues kunnen geven. Ik zelf heb een heel bewogen leven en ik ben volgens mij alle soorten toch wel een keertje tegen gekomen. Ik kan behoorlijk doemdenken, zeker in mindere periodes. Dan zie ik beren op de weg die eigenlijk gewoon in Blijdorp horen te zitten. Alleen zijn ze ontsnapt en ze namen zelfs de ijsberen mee. Ben ik er een expert in? Dat denk ik dan ook weer niet.
Meestal gebeurt er dan toch weer iets, waardoor ik adequaat de beren verzamel en ze weer naar Blijdorp breng. Dat kan iets liefs zijn dat gezegd of gedaan wordt door een vriendin of familielid. Dat kan gewoon opeens omdraaien omdat ik die beren beu ben, dan krijg ik een soort schop onder mijn kont van mezelf. Ik schop goed raak dan. Of ik krijg opeens een inzicht dat de hele boel omdraait en de beren ook. Dan gaan ze vanzelf terug, daar hoef ik niets aan te doen.
Perfectionistisch kan ik ook zijn. Het is nooit genoeg of goed genoeg. Het kan altijd beter en ik vind mezelf dan regelmatig een kneus eerste klas. Toch krijg ik vaak genoeg complimenten over wat ik doe, of hoe ik dingen doe. Dat snap ik dan niet eens. Wat ik wel vervelend vind, dat geldt voor mijn hele leven al, ik kan niets echt geweldig. Ik kan wel geweldig veel, maar dan allemaal niet perfect. Ik ben dan weer niet zo erg dat alles perfect moet zijn, gelukkig niet. Ik vraag me alleen vaak af waarom ik dan gewoon niet wat minder dingen kan en van die paar dingen die ik kan, eentje geweldig goed.
Het voelt zo rommelig op deze manier. Wat ik dan allemaal wel niet kan? Ik zal een paar voorbeelden geven. Ik kan zingen, best aardig maar zeker niet kandidaat The Voice waardig. Ik kan dansen. Vroeger als hobby latin en ballroom gedanst tot op amateur wedstrijd niveau. Maar echt geweldig? Nee, er waren er zoveel veel beter dan ik. Ik kan leuk schilderen maar ik ben zeker geen Rien Poortvliet. Ik kan niets zomaar uit mezelf schilderen. Ik zie dingen langs komen waarvan ik denk, dat kan ik ook. Als het dan zo uitkomt dan schilder ik dat zo’n beetje na.
Voor mensen die niet kunnen tekenen, ziet het er geweldig uit en die strooien dan bergen complimentjes over me heen. Dan voel ik me weer een bedriegster want ik heb het niet bedacht. Dat soort inspiratie heb ik gewoon niet. Natekenen kan ik als de beste, of iets tekenen dat ik al eens ergens heb gezien en daar dan een eigen versie van maken. Maar altijd met een voorbeeld om naar te kijken. Ik kan ook naaien, nee niet lelijk doen tegen iemand en ik heb het ook niet over seks. Ik kan kleding maken, vermaken, herstellen, innemen, uitleggen en wat je er allemaal nog meer mee kan doen. Maar super goed? Nee.
Ik kan verven, behangen, tegelzetten. Ik kan meubels bekleden, van oude dingen nieuw maken, die er dan totaal anders uitzien. Ik ben goed in het inrichten van een huis of hoe de meubels het best uit komen, dingen ontwerpen. Maar goed genoeg om mijn brood mee te verdienen? Nee. Ik kan aardig koken, lezen, met mensen om gaan, met dieren omgaan, praten, luisteren. Ik kan zoveel wel aardig en ik ben ook aardig. Meestal dan. Ik kan ook aardig schrijven. Dat wist ik eigenlijk al wel maar ik deed het maar zo af en toe.
Dat anderen mijn schrijfseltjes wel leuk vonden, merkte ik pas toen het Hyves tijdperk in volle gang was en ik daar af en toe eens een verhaaltje schreef. Pas toen mijn kat Sunshine ontsnapte en sindsdien spoorloos verdwenen is, moest ik de ellende wel van me afschrijven. Mijn verdriet, mijn wanhoop, mijn zoektochten, alles moest er uit. Eigenlijk in eerste instantie om zoveel mogelijk mensen te bereiken die zo ook mee zouden zoeken met me. Ik deed dat op Facebook. Veel mensen zeiden dat ik daar wat mee zou moeten doen. Anders zou al mijn geschrijf verloren gaan. Daar zat wel wat in, vond ik. Ik ben gaan zitten kijken naar hoe ik een eigen website kon maken. Voor een digibeet is dat echt niet zo makkelijk hoor.
Toch is het me gelukt. Ik heb een eigen website waarin in elke dag een blog schrijf. Ik heb altijd wel wat te schrijven. Vaak over de katten, met vier van die monstertjes in huis gebeurt er altijd wel iets. Maar ook gewoon over mijn dagelijkse leven, en wat er allemaal gebeurt. Dat is ook best veel bij mij, soms een beetje te veel. Ik had gehoopt ondertussen Sunshine al lang weer terug te hebben. Dat is helaas nog niet zo maar wat niet is kan altijd nog komen. We blijven hopen dat hij er ooit weer zal zijn. We, want er lezen ondertussen zo’n tweehonderd tot driehonderd mensen mee dagelijks. Ik ben er nog altijd verbijsterd over.
Schrijven kan ik blijkbaar ook wel aardig. Wat ik heb mee gemaakt is ook allemaal wel bijzonder en over één van die gebeurtenissen wil ik mijn eerste boek schrijven. Of ik daar goed genoeg voor kan schrijven, ik weet het niet. Ik ben altijd onzeker en als ik dan lees wat anderen van deze opdrachten maken, dan voel ik me weer behoorlijk inferieur. Ik heb weinig geschreven over die blues van mij, al was dat de opdracht. Het gaat altijd een andere kant op dan ik in eerste instantie wilde. Ik ben eigenlijk nergens een expert in, ook hier weer in het blues gebeuren. Ik ken er wel heel veel en ik weet van al die verschillende soorten blues die er zijn wel iets. Net zoals het altijd gaat in mijn leven. Ik ben gewoon een allrounder in de blues. Dat is toch ook iets?
Schrijf de blues challenge opdracht 5
Nou, daar doe ik niet helemaal aan mee, ik ben dan ook graag altijd wel wat eigenwijs. Ik schrijf achter mijn bureau, via het toetsenbord en in Word het fijnste. Als je me jaren geleden had gevraagd om op het toilet te gaan zitten schrijven, dan had ik het graag zo gedaan. Ik kon uren op de wc zitten als kind. Met een boekje, later zelfs met een sigaretje erbij. Dat dit was om niet te hoeven afwassen, is een ander verhaal. Ik zat er toch zeker. Schrijven heb ik nog nooit gedaan op de wc. Sorry, daar ga ik nu dan ook niet meer aan beginnen. Puzzelen, ja dat deed ik ook. Tegenwoordig wil ik mijn tijd daar niet meer mee verspillen. Ik heb toch al zo’n raar tijdsbesef nu. Dat vind ik zonde van mijn tijd. Ik ga naar het toilet, ik doe wat ik daar moet doen en dan wil ik er ook weer heel snel weg.
Ik ben wel opgegroeid inderdaad met van die leuzen op het toilet. Ook bij mijn moeder en oma hingen de tegeltjes met wijsheden. Zelfs bij mij vroeger, toen ik getrouwd was, hingen ze er ook. Zoiets neem je blijkbaar over van je moeder en oma. Tegeltjes met ‘heren graag de bril omhoog, dames zitten ook graag droog’. Of van die versjes van Toon Hermans, die hingen er ook. Ik weet niet meer precies welke allemaal meer. Later verhuisden de tegeltjes bij mijn moeder van het toilet naar het halletje waar je binnenkwam. Niet dat ik ze dan las, ik constateerde meer dat ze er hingen. Misschien als ik wel eens een sigaretje stond te roken, voor de deur, dat ik er een langere blik op wierp. Er hingen er best veel in het halletje.
Daar hangen ze waarschijnlijk nu nog. Dat weet ik niet. Mijn moeder is overleden en daarna kwam er een geweldige ruzie met haar behoorlijk nare echtgenoot. Wij mogen niet meer binnen in ons ouderlijke huis. Alle persoonlijke dingen, waar wij als kinderen recht op hebben, die krijgen we niet. In het begin waren we er woest over maar die woede is ondertussen gelaten acceptatie geworden. Dan is dat maar zo. Wij zijn allang blij dat we van die man af zijn. We hebben het jarenlang geprobeerd, alleen maar voor onze moeder.
Maar als iemand zo naar in elkaar zit, dan kan je er gewoon niets mee bereiken. Bij mijn moeder gingen de kinderen altijd voor, zelfs ook zijn kinderen. Mijn moeder was gek op alle kinderen. Als je haar een baby in haar armen gaf, dan was ze zielsgelukkig. Daar heeft hij nooit mee om kunnen gaan. Hij vindt dan ook dat wij zijn relatie met haar hebben verziekt. Dat hij daar zelf de grootste hand in had, dat zal hij in dit leven nooit in kunnen zien. Daar komt hij ooit nog wel, dat geldt voor iedereen. Je komt allemaal hoger en hoger, elk leven weer. Dat gaat vanzelf. Tot je op een keer echt wakker wordt, bewust wordt, liefde voelt en empathie krijgt voor anderen. Niet alleen voor eigen familie maar voor iedereen.
Allemaal dingen die deze arme man nog niet heeft. Ja, hij heeft wel liefde voor dieren, ik moet wel eerlijk blijven. Dus het begin wordt gemaakt bij hem. Hij is gek met dieren, zelfs te gek. Mijn moeders hondje, Ruby, is dan ook echt een vreselijk dominant beestje. Zielig voor haar hoor, maar zij weet niet beter en hij ook niet. Ze slaapt zelfs in zijn nek en soms plast ze ook op hem. Hij vindt dat allemaal prima. Goed voorbeeld van hoe het dus niet moet. Maar het is een begin van de kunst van het voelen van liefde voor iets anders, buiten de liefde voor zichzelf. Daarom, het komt ooit wel goed met hem. Het zal nog een paar levens duren maar goed, dat is voor ons allemaal zo of zo geweest.
Dus als we dan toch een spreuk voor op het toilet moeten ‘citeren’ of verzinnen of zo, dan weet ik er wel eentje die bij hem op het toilet niet zou misstaan. ‘Waarom zie je wel de splinter in iemand anders oog maar niet de balk in die van jezelf?’ En die moet dan zo hangen dat hij hem elke dag kan lezen. Als hij hem maar vaak genoeg leest, wie weet gaat hij het dan ook een keertje snappen. Zodat het hem kan helpen om wat sneller ook een beter mens te worden. Dat zou ik hem nog van harte gunnen ook!
Schrijf de blues challenge opdracht 4
Dat is toch in elk leven wel, denk ik zo. Je raakt veel kwijt, hoe ouder je wordt, hoe meer je bent kwijt geraakt. Aan de andere kant vind je ook veel. Ook hier geldt weer, hoe ouder je wordt, hoe meer je gevonden hebt. De laatste paar jaar heb ik enorm veel gevonden. Ik denk nog wel meer dan ik ben kwijtgeraakt. Daardoor ben ik enorm gegroeid, geestelijk. Ik vond ook die ene grote liefde, die iedereen zoekt. Ik raakte die ook weer heel snel kwijt. Door de pijn om hem weer te moeten verliezen, ben ik gaan zoeken. En wat ik vond, dat veranderde mijn hele leven. Ik vond de boeken van Jozef Rulof. Boeken die al bijna honderd jaar geleden geschreven waren. Boeken waarin alles stond wat ik altijd al heb willen weten. Kosmische boeken zijn het, waar alle antwoorden in staan die hele volkstammen aan het zoeken zijn. Ze zijn er gewoon! Je vindt ze alleen als je er aan toe bent, aan die kennis.
Niet iedereen kan ze zomaar lezen. Dat merk je gelijk en dat geeft niet, dan ben je gewoon nog niet zover. Ooit ben je daar wel aan toe. Dat hoeft niet eens in dit leven te zijn. Er komen nog genoeg levens waarin je de kans zal hebben om ze te vinden. En als je er dan wel aan toe bent, dan lees je ze zo soepel en makkelijk. Ik las ze als een dorstende in de woestijn. Ik had ze blijkbaar al veel eerder moeten vinden. Ik kan nog wel eens eigenwijs zijn en ik had de klap van dat verlies, waar ik al over vertelde, nodig om nu eens echt te gaan zoeken.
Ik vond ze en nadat ik ze vond, veranderde alles in mijn leven. Binnen twee jaar heb ik alle 27 boeken gelezen die er waren. Lezen alleen is niet genoeg, die kennis gaan toepassen is een heel ander verhaal. Dan merk je ook dat je dat niet zomaar eventjes kan. Al je slechte eigenschappen zomaar even afleggen, dat lukt echt niet in één keer. En dat geeft ook niet. Dat komt ook vanzelf wel. Het is al heel wat als je bewust weet wat je fout doet en ook bewust probeert dat niet te doen. Je trapt er nog vaak genoeg in, heel onbewust doe je dan juist weer wat je net niet probeerde te doen. Maar dat geeft niet. Daarna begin je weer gewoon opnieuw met proberen het niet te doen. Oefening baart kunst, is niet voor niets een spreekwoord geworden. Gewoon volhouden en blijven oefenen en ooit gaat het net zo automatisch goed als je het daarvoor fout deed. Het is net als met leren lopen, dat ging toen ook niet over een leien dakje maar nu denk je er toch ook niet meer bij na? Het gaat vanzelf.
Mijn gedichtje:
Jarenlang zocht ik naar jou want ik wist dat je er was.
Toen ik je vond paste je mij als een vertrouwde jas.
Die ene die je aanvult, je ware tweede deel.
Als je die ooit vinden kan, dan pas voel jij je heel.
Vier bijzondere maanden, wat vlogen ze voorbij.
De klap jou te verliezen, was echt teveel voor mij.
Zoveel pijn te moeten dragen, ik werd overspoeld!
Nu moest ik het weten, wat hebben wij gevoeld?
Ik zocht en zocht en zocht, zoals ik jaren zocht naar jou.
Deze zoektocht was heel kort, het antwoord vond ik gauw.
Heilige boeken verklaarden mij, jij bent mijn tweelingziel.
Daarom was het geen wonder, dat ik zo voor je viel.
Wij komen straks weer samen, nu zijn we nog niet klaar.
Onze liefde is puur kosmisch, die verdien je niet zomaar.
Onze ontmoeting was gepland, jou zoeken zat in mijn wezen.
De rauwe pijn bracht mij de Boeken, ik heb ze allemaal gelezen.
Deze heilige kennis, ze maakte mij plots vrij.
Ik kan nu oprecht zeggen; ik zocht jou maar ik vond mij!
Schrijf de blues challenge opdracht 3
Mijn moeder. Daar kan ik heel snel klaar mee zijn. Oh, en mijn gezondheid. Het ene heeft inderdaad met het andere te maken. Toch is dat maar een klein deel van het grote geheel. Ik ben veel kwijt geraakt, al mijn leven lang. Dat begon met het weg gaan van mijn vader toen ik twee jaar oud was en op dit moment is mijn gezondheid niet meer wat het geweest is. Als ik alles moet noemen wat daar tussenin zit dan red ik het niet met een A4. Dan krijg ik meer een beetje een encyclopedie. Een kleintje hoor maar desalniettemin toch een encyclopedie.
Maar op zich, het meeste heb ik al lang verwerkt. Tenminste, zo voelt het toch wel. Ja, ook een hoop weggestopt, dat ook. Wat kan je er anders mee? Steeds gaan zitten zielig zijn of zo? Daar heb ik geen zin meer in. Daar doe ik dan ook niet aan mee. Op nieuwjaarsdag van 2018 kreeg ik opeens dat inzicht en daardoor kwam ook opeens de positiviteit weer in me terug vloeien. Want positief ben ik altijd wel. Ik was het alleen, door alle gebeurtenissen van vorig jaar, even een heel klein beetje kwijt. Ik liet me een beetje overspoelen door al dat verdriet dat in de afgelopen vijf jaar zo enorm over me heen is gespoeld.
Dat wil je niet, dat gebeurt. In 2013 overleed opeens mijn enorm geliefde kat, Casper. Ik vond in dat jaar ook die grote liefde, die we allemaal zoeken. Ik vond mijn tweelingziel. Die euforie duurde ook maar een paar weken. Dat dit ook de bedoeling was, snapte ik toen nog niet omdat ik toen nog niet wist wat dat inhield. Er gebeurde eind dat jaar ook nog eens iets met mijn been, niemand kon er alleen achter komen wat dat nou was. Dat zou nog maanden duren. Ondertussen liep ik maar door, met veel pijn en elke avond een tot twee keer zijn normale formaat zwellende voet.
Toen kwam 2014 en bij die, behoorlijk teleurstellende, jaarwisseling had ik al kunnen weten dat het een Kwalitatief Uitermate Teleurstellend jaar zou worden. Eerst verbraken mijn tweelingziel en ik onze relatie. Niet lang daarna werd mijn nichtje vermoord. Door haar vriend. Ook iets bizars om mee te maken, vooral voor mijn broer natuurlijk en haar moeder. Ook een periode die ik niet graag nog een keer wil beleven door er over te schrijven. Eindelijk, in oktober vonden ze wat er aan de hand was met mijn been maar dat betekende wel een flinke operatie ook. December dat jaar heeft die plaats gevonden en kon ik een half jaar lang niet lopen. Mijn enige lichtpunt is dat ik DE boeken heb gevonden, die antwoord geven op alle vragen waar elk mens mee rond loopt. Nu begrijp ik pas hoe het zit met die tweelingzielen. Door de pijn hem te verliezen, moest ik zoeken. Zoekt en gij zult vinden. Ik zocht en ik vond de boeken en daardoor ook mijn passie.
Dan krijgt mijn andere kat, het is ondertussen net 2015 geworden, diabetes. Veel gedoe en heen en weer geren naar de dierenarts met de bijkomende kosten daarvan. Niets is teveel voor mijn diertjes, we gingen ervoor. We zouden dat hoge suikergehalte eens eventjes de das om doen. Maar we zijn er nog niet, wat de ellende betreft. Mijn vader blijkt te zijn overleden, dit hoor ik maanden later pas via een notaris, ook heel fijn op die manier. In augustus overlijdt mijn kat Sam dan ook nog eens en heb ik geen dieren meer. Dat geeft dubbel verdriet. Dat hou ik niet lang vol en binnen een week heb ik twee kittens in huis. Broertjes, niet gesocialiseerd, bang voor hun eigen schaduw daardoor. Maar met veel liefde en geduld worden het schitterende beestjes. Even, heel even dan, mag ik intens gelukkig zijn. De jaarwisseling naar 2016 is de mooiste jaarwisseling ever. Samen met mijn twee jongens op de bank naast me, kijken naar het vuurwerk. Die avond vergeet ik nooit meer.
Dan, in januari 2016, overlijdt mijn ex man plotseling, krijgt mijn moeder alvleesklierkanker en een paar dagen na die diagnose, loopt mijn kat Sunshine weg. Mijn dochter breekt hierdoor, mijn kleindochter ontspoort, het kan niet op allemaal. Mijn grootste nachtmerries worden gewoon even allemaal zomaar bewaarheid. Die paniek, de wanhoop, het verdriet, al die ellende, dat zal ik nooit meer vergeten. Aurora, een spierwitte kat met blauwe ogen, komt vanuit Athene naar mij en mijn eenzame en verdrietige Moonlight. Ook hier weer veel zorgen maar ook weer met veel liefde en geduld bloeit zij ook op. Mijn moeders chemo’s, mijn nog steeds pijnlijke been, de zorgen om Sunshine, mijn hectische baan, een longontsteking, het breekt me bijna maar ik ga door. Wat kan je anders?
Die laatste kerst in 2016, we voelden allemaal dat dit de laatste met ma zou zijn, kon ik er niet bij zijn. Geveld door die rare griep die toen heerste, lag ik op bed en mijn moeder en ik zaten huilend aan de telefoon. Nee ma, het gaat echt niet. Ik kan met geen pen beschrijven hoe dat voelde. Zelf kreeg zij ook van alles er nog eens bij, abces in haar rug, onverklaarbare buikpijnen die maar niet over gingen. Elke keer weer naar de EHBO in het ziekenhuis met haar. Wat een winter was dit.
Net in het nieuwe jaar, 2017, krijgen we te horen dat er voor ma nu echt niets meer te doen valt. Ga maar naar huis, of wil je nog een zwaardere chemo proberen? Zomaar, zonder enige hulp gaan we verslagen naar haar huis. Ik krijg zorgverlof maar die is zo op. Het gaat heel slecht met haar en we denken dat ze maart niet zal halen. We zijn totaal op door alles. Mijn broer, mijn dochter, wij allemaal. Ik kan zo niet naar mijn werk, dat red ik niet en ze halen uren van mijn vrije dagen af, zodat ik in de min kom. Begin maart komt er een klein beetje lucht. Ma lijkt, na mijn verjaardag op de vierde, wat op te knappen. Zelfs de huisarts snapt er niets van. Om mezelf wat leuks te gunnen, neem ik er nog twee kittens bij, omdat ik echt lichtpuntjes nodig heb. Maar ik voel me zo moe, zo dodelijk moe. Dan komt ook mijn baan op de tocht te staan doordat er een reorganisatie komt op het werk. Wel ja, dat kan er nog wel bij hoor. Kom maar op.
Het gaat steeds slechter met ma maar ze wil met alle geweld mijn broers verjaardag halen, die 31 juli jarig is. Daarna gaat ze heel snel achteruit maar ze heeft het toch maar geflikt. Die laatste week wil ze toch naar een hospice. Dat wordt geregeld, ze heeft het zo zwaar. Wat voel je je machteloos want je kan niets voor haar doen. Behalve er zijn. Na een paar hele nare weken gaat mijn moeder naar de hospice. Zoals ze zelf al voorspelde, verlaat mijn moeder dan na nog geen vijf dagen daar gelegen te hebben, eindelijk deze wereld, op 15 augustus om 13u58. Die 13 wordt heel belangrijk voor ons. Ze geeft ons volop tekens om ons te laten weten dat ze er nog steeds is voor ons. Er komt een idiote ruzie met haar partner en we staan gewoon met het lichaam van onze dode moeder op straat. Niemand mag er daar meer in, zelfs mijn dode moeder niet die daar opgebaard zou worden.
Al haar spullen, de foto’s, de kleding van haar, alles zijn we kwijt en ma ook. Als ze dan op 22 augustus begraven is, stort ik volledig in. Ik kan me niet bewegen, zo moe ben ik. Als ik van de bank naar het toilet moet, is het al teveel. Ik merk dat ik hier niet meer uit kom, dit wordt alleen maar erger lijkt het wel. Ik moet hulp vragen. Dat doe ik en heel langzaam kruip ik eruit. Daarom toch dit hele verhaal. Als ik alleen zou zeggen, mijn moeder en mijn gezondheid, dan dekt dit de lading niet. Bovendien, dan ben ik het ook weer lekker even kwijt. Even alles op een rijtje gezet, dat voelt soms heel fijn. Nu, in 2018, ga ik knokken voor alles maar in de eerste plaats voor mijn gezondheid. Ik weet één ding zeker, mij krijgen ze nooit stuk. Zo wel, dan hebben we altijd nog de wonderlijm.
Schrijf de blues challenge opdracht 2
Ik haat onrechtvaardigheid het meest van alles. Ik haat mensen die vriendelijk doen in je gezicht maar achter je rug de rotste dingen van je zeggen. Ik haat mensen die over je oordelen terwijl die niet eens weten hoe iets zit. Ik haat kou in combinatie met regen en wind. Ik haat de ziekte die ik nu heb. Ik haat, ik haat, ik haat. Bah, wat negatief. Ik schrik er gewoon van als ik het zo opschrijf.
Ik haat haat eigenlijk. Daarom vind ik wat ik hierboven allemaal heb geschreven me helemaal geen fijn gevoel geven. Ik kan me wel voorstellen dat voor sommige mensen dit bevrijdend kan werken maar voor mij is dat niet zo. Ik voel me er niet beter van worden, alleen maar slechter eigenlijk. Wat niet wil zeggen dat ik de dingen die ik noemde fijn vind of zo. Het is alleen dat haat zo’n zware lading heeft, die heel negatief is. Dus nee, zo wil ik deze opdracht niet verder gaan. Gelukkig staat er niemand met een pistool op me gericht dus kan ik gewoon doen wat ik wil. Poe! Mazzel! Dat komt mooi uit, dat ga ik dan ook doen.
Onrecht vind ik ook echt vreselijk natuurlijk. Maar eigenlijk is er geen onrecht. Dat is niet voor iedereen zo logisch maar het is echt zo. Zoals ik de kosmische wetten heb leren kennen de afgelopen drie jaar, is er geen onrechtvaardigheid. Het is allemaal puur oorzaak en gevolg. Wat je overkomt, wat en wie je ontmoet, wat er dan gebeurt, dat heeft daar allemaal mee te maken. Als iemand je pijn doet, dan heb jij ooit, in één van je vele vorige levens, diegene precies zo behandeld.
We komen allemaal van één Bron, de Albron, de Oerbron, de Oervader en – moeder. Over het algemeen en in de meeste religies wordt dit God genoemd. Of Allah, Jaweh, er zijn zoveel benamingen. In de ruimte heet het Wayti. Ik zelf gebruik het meest de term ‘Albron’. Je zou kunnen zeggen dat elke levende ziel die er bestaat, in dit Universum en de vele andere die er zijn, allemaal broers en zussen van elkaar zijn. Elk leven dat je leeft, kom je een stukje hoger te staan. Dat gaat vanzelf, daar hoef je niets voor te doen. Elk leven wordt je namelijk iets bewuster, krijg je meer gevoel, meer liefde. We gaan allemaal diezelfde weg en die weg is niet makkelijk. Zeker als jij al verder op je weg bent, hoger in gevoel bent daardoor, en je komt met mensen in aanraking die een stuk minder ver zijn, dan kan je wel eens gewond raken. Letterlijk of figuurlijk of allebei.
Omdat je zelf zulke dingen, zoals haat bijvoorbeeld, niet meer in je hebt, kan de hardheid van mensen die nog niet zover zijn, je behoorlijk raken. Als je dan niet weet waar dat vandaan komt, dan kan dat soms heel schokkend zijn. En ook al weet je het wel, zoals ik, dan nog kan je net die essentie soms even vergeten. Dat zijn die momenten dat je jezelf afvraagt, waarom? Waarom behandelen ze me zo? Waarom doen ze me zo’n pijn? Ik heb toch niets gedaan om dat te verdienen?
Nee, misschien in dit leven niet, of in elk geval niet bewust. Geloof me maar, ooit heb je zoiets wel gedaan. Toen was je zelf ook zo. Omdat je nog in die oorzaak en gevolg levens zit, ben je aan het goed maken. Als je alles al zou hebben goed gemaakt, dan zou je hier niet eens meer op aarde zijn. Je zou, als je het zwart wit bekijkt, blij moeten zijn met alles wat je overkomt, ook die dingen die je pijn doen en je ongelukkig maken. Ooit heb je ook zulke dingen gedaan, andere mensen pijn gedaan. Dat je daar nu uit bent en meer voelt, meer empathie hebt, meer liefde, dat neemt niet weg dat je alles wat je ooit verkeerd hebt gedaan, zult moeten goed maken. Bovendien, van alleen maar mooie dingen mee maken, groei je niet. Dan sta je stil. Als dit besef goed bij je binnen komt, dan kan eigenlijk niets je meer raken. Je weet dat het een doel heeft, die pijn te voelen, in die situatie te zitten. Je zit in de wet van oorzaak en gevolg.
Dit is de diepste wet van de kosmos en je komt er niet onder vandaan. Dat zou je ook niet moeten willen. Als je alles goed hebt gemaakt is er nooit meer iets dat je nog pijn zal kunnen doen. Dan wordt het tijd dat je boven, in de sferen en wat daar allemaal nog na komt, verder mag gaan. Daar valt ook nog heel veel te leren, je kan niet zomaar op je lauweren gaan rusten. Daarom irriteert het me ook altijd als mensen zeggen, bij een begrafenis, rust zacht. Wat nou ‘rust zacht’? Je gaat het nog druk krijgen hoor, daarboven! Wel ben je dan van alle ellende af en leef je in rust en vrede. Dat dan weer wel.
Lang verhaal kort, ik wil niet haten. Dat voelt niet goed. Ja, ik kan geïrriteerd raken, soms zelfs boos of verdrietig. In de put zitten kan ik ook goed. Dat komt volgens mij door veel te ganzenborden in mijn jeugd. En ja, mensen kunnen mij ook nog steeds raken en pijn doen en weet ik het allemaal. Soms laat ik me daar dan door meeslepen maar altijd kom ik weer tot het besef, oh ja, het is oorzaak en gevolg. Buig je hoofd maar, accepteer het maar. Al dat leed en de strijd en de ellende, het is niet voor niets. Je maakt goed. Het komt allemaal goed, voor iedereen. Wat een rust om dit te mogen weten!
Schrijf de blues challenge opdracht 1
Alles is dubbel. Nou, zeg dat wel. Zeker zoals het de afgelopen jaren hier is gegaan, is alles dubbel. Vooral dat hele 2017 was dubbel, met ook dubbel zoveel ellende als de paar jaar daarvoor. Het was alsof het niet ophield het afgelopen jaar. Hoeveel kan een mens hebben? Best veel hoor, dat weet ik uit ervaring. Als je dan in één jaar zoveel ellende over je heen krijgt, zonder ook maar een heel klein beetje tijd te krijgen om dat te verwerken omdat alles elkaar als in een grote golf opvolgt dan weet je het op een gegeven moment gewoon niet meer. Als je tijdens het zwemmen niet meer op adem kunt komen dan verzuip je. Ik verzoop.
Zo is het dat afgelopen jaar voor mij geweest. De jaren ervoor waren ook niet zo prettig, hou me ten goede. Die waren stuk voor stuk ook allemaal wel heftig. Alleen spande 2017 gewoon volledig de kroon. Toch waren er ook wel wat kleine lichtpuntjes, twee om precies te zijn. Nee, dat mag ik niet zeggen, anders doe ik er weer twee te kort. Vier dus, vier lichtpuntjes die me uiteindelijk overeind hielden. Mijn vier katten. Als die er niet waren geweest, dan denk ik dat ik er zelf niet meer uit zou zijn gekomen. Zij zijn toch echt wel een beetje mijn redding.
Waarom ik dan eerst twee zei? Ik had er al twee, Aurora en Moonlight. Eigenlijk drie. Sinds mei 2016 is er eentje vermist, Sunshine. En toen er op 1 april 2017 een moederpoes met net geboren twee kittens werd gered door een vriend van mijn dochter, wist ik het gelijk, die zijn voor mij. Daarom kwamen er twee grote lichten bij dit jaar. Ik moet alleen die andere twee daar niet bij vergeten omdat die net zo belangrijk voor me zijn. Sunshine is, ondanks wat zijn naam doet vermoeden, nu even geen lichtpuntje. Hij is nog steeds vermist, al geef ik de hoop niet op. Ik geef nooit op, dat dan weer niet.
Wat ik al zei, ondanks mijn lichtpuntjes, spoelde er het afgelopen jaar een tsunami aan ellende over me heen. Mijn moeder, die vlak voordat Sunshine vermist raakte, gediagnosticeerd werd met alvleesklierkanker, kreeg in januari te horen dat er niets meer voor haar te doen viel, was daar wel de grootste zorg van. Ik ga het niet allemaal opsommen hier, daar is het gewoon te veel voor. Ik kan alleen zeggen dat de ene ellende de andere opvolgde. Toen mijn moeder half augustus overleed en een week later begraven werd, stortte ik volledig in. Niet alleen geestelijk maar ook lichamelijk.
De jarenlange ellende had te veel van me gevergd en uiteindelijk werden de lichamelijke klachten zo heftig dat ik niet meer kon functioneren. Wat ik heb is een graadje erger dan een burn out. Ik heb een somatische symptoom stoornis. Als ik ook maar iets teveel doe, iets teveel stress ervaar, dan slaat mijn lichaam terug door te gaan verkrampen en krijg ik zenuwpijnen overal. Niet te harden, zoveel pijn dat doet. Zelfs leuke dingen, zoals een middagje met vriendinnen praten over de boeken die we lezen, gaat niet eens meer. Dan lig ik een dag of drie plat, met krampen en zenuwpijnen die bijna niet te harden zijn. Soms is het zo erg dat ik het uit gil. Als ik me dan maar helemaal rustig hou en niets doe, behalve de cits verzorgen, combinatie van kids en cats, dan herstelt dit zich heel langzaam in een dag of drie. Ik zit dan ook al maanden thuis hiermee, ik red het net zelf zo hier in huis met alles. Er kan niet veel meer bij, nog steeds niet.
Ik loop ervoor bij de psycholoog en herstel gaat maar heel langzaam. Toch ga ik met babystapjes vooruit. Soms denk ik dat het wel weer gaat en dan krijg ik ‘straf’. Er is dan ook zoveel gebeurt, dat wordt een boek als ik dat allemaal op moet schrijven. Mijn moeder viel weg, door ruzie met haar partner zijn haar spullen en ons ouderlijke huis opeens ook weg. Wat doen we nu met de kerst dit jaar, in hemelsnaam? Ik dacht dat het wel weer kon om dat dan maar bij mij te doen. Als oudste leek me dat zo’n beetje mijn plicht. Bovendien hebben we altijd veel lol onder elkaar. We spraken af om allemaal iets lekkers te maken, zodat niet alles op mij terecht zou komen.
Natuurlijk, we hebben lol gehad. We misten onze moeder, logisch en alle tradities waren weg. We zullen nieuwe op moeten maken, zonder haar. Het was een gezellige dag, met toch weer veel te veel eten, ook al hadden we gedacht dit juist een keertje netjes aan te pakken. Mijn dochter hielp me door alles steeds af te wassen en op te ruimen, zodat ik niet met een zooitje rommel achter zou blijven. Maar ik voelde het al opkomen toen ze er nog waren. Toen ze weg waren, werd ik afgestraft door weer aanvallen te krijgen met die zenuwpijnen en krampen. Eigen schuld, ik had blijkbaar toch weer te veel gedaan. Drie dagen heb ik moeten afzien, tot het weer over was. Maar toch, we hebben het leuk gehad, dat neemt een vervelend lijf dat me afstraft me toch niet meer af. Als dat niet dubbel is dan weet ik het ook niet.
Meest recente reacties
Alles staat hier op de website, kijk boven in deont van het menu en je kunt vanaf 2016 tot nu alles lezen
Hey Ria, wat een ongelijk leuk artikel!
Fijn dat je lieve katje weer terecht is, hoe gaat het met haar?
Dat begrijp ik! Ik heb straks een hele kudde op me wachten! Lijkt me zo mooi om ze allemaal weer in mijn armen te kunnen sluiten!
Bij: maar de dag komt dat er plotseling een stopt hield ik het al niet meer droog
ik verlang gigantisch naar deze hereniging xx