Een jaar en 165 dagen zonder Sunshine
Het was voor mij een hele lange en vermoeiende dag. Ik ben naar PeeT geweest (Paranormaal Therapeute), samen met Kim. Daar ben je dan ook wel een tijdje en ook bezig natuurlijk. De reis heen en dan ook weer terug neemt ook wel wat tijd in beslag. Op de terugweg voelde ik wel wat lichte krampjes. Ik heb er in elk geval op gelet en inderdaad, ik krijg dus inderdaad wel wat signalen op voorhand. Alleen eigenlijk heb je daar ook niet veel aan. Het was me alleen ook echt nooit eerder opgevallen.
Dat zijn zulke kleine seintjes, daar loop ik inderdaad gewoon dwars doorheen altijd. Ik kijk niet op een beetje pijn. Daar zit het nou ook precies. Daar moet ik gewoon wel bij stilstaan en niet altijd gewoon maar doorgaan. Maar dat blijf ik een moeilijk iets vinden hoor. Het leven gaat gewoon ook te snel om echt ergens bij stil te kunnen blijven staan. Net zoals nu ook gebeurt.
Op de heenweg was het even een beetje spannend. Zo’n stuk rijden is voor mij heel vermoeiend en eigenlijk is het net even te ver. Maar ik wilde het toch proberen. Aangezien mijn rijkste bezit, mijn dochter, naast me zit, kan ik ook niet anders dan gewoon heel goed opletten. Dat het me enorm uitput, is iets waar ik later pas aan toe kan geven. Ik moet wel steeds blijven proberen om over grenzen heen te gaan, anders kom ik nooit echt verder. Ik rij op de middelste baan, links gaat te langzaam, rechts gaat me voorbij.
Dan gebeurt er iets waardoor ik flink moet remmen. Een auto uit de rechter baan, gooit zich er opeens voor op onze baan. Ik zag het al aankomen maar moest toch flink remmen. Kim schrikt wel en is al blij dat ze geen paniek aanval krijgt. Op dat moment komt er opeens een busje voor ons rijden. De achterkant staat vol met witte orchideeën. Kim en ik begrijpen allebei direct dat er voor ons gezorgd wordt. Ma let wel op blijkbaar.
Bij Petra was het, zoals altijd weer heel verhelderend. Ook kwam ze met een aantal dingen die ik voor mijn andere therapeut moest beantwoorden al direct met hoe en waar dat zit. Daarna kan ik dat alleen maar beamen. Ik had dat uit mezelf nooit zo helder in beeld kunnen krijgen. Ook voor Kim is het weer fijn er te zijn. We steken er samen veel van op en moeten ook een paar dingen in praktijk gaan brengen. Maar daar komen we wel uit en dat gaat ook wel lukken.
Ik ben onderweg terug niet moe, maar ik weet al uit ervaring, je wordt dan geholpen en dat krijg je later wel weer terug. Ik zeg tegen Kim dat ik mijn ‘when I die’ documentje aan wil passen. Het liedje van Maaike Ouboter vind ik nu niets meer. Dat heeft wel een reden maar die hoef ik niet te noemen. Wat daar voor in de plaats moet komen is het prachtige liedje van Rob de Nijs, vandaag begraaf ik jou in mij. Mijn broer vond dat net nadat mijn moeder was overleden. Ik wist gelijk, die wil ik bij mijn begrafenis dan. https://www.youtube.com/watch?v=Sx9sFM_ELR0 voor als je het eens wilt beluisteren.
Ik kwam daarop omdat ik gisteren een gedicht van Henry van Dyck tegenkwam en die wil ik als tekst. Niet dat ik van plan ben om het hoekje om te gaan hoor, maar je weet nooit wanneer het jouw tijd is. Ik zet Kim thuis af en ik rij zelf naar huis. Het liefst zou ik nu gewoon gaan slapen zodra ik thuis kom, even rust. Dat kan niet want er was ook al van te voren afgesproken om bij Agnieszka, Tomek en Alan te gaan eten. En mijn Poolse familie wil ik ook niet teleurstellen. Dan ga je maar door natuurlijk. Dan zien we later wel wat daar van zal komen.
Ik ben blij dat ik mezelf er toch toe gezet heb. Agnieszka had de hele middag in de keuken gestaan maar er stond dan ook voor wel 2 weeshuizen genoeg eten op tafel. Een heerlijke ovenschotel met kaas en kip, gevulde kip, heel veel verse vis van allerlei soorten, de heerlijke salade die ze altijd maakt als we barbecueën. Het ziet er heerlijk uit en zo ruikt het ook. Ik heb geloof ik in maanden niet zoveel gegeten. Echt heerlijk was die ovenschotel, dat Poolse recept wil ik ook wel!
Aan de andere kant, het is ook zo gezellig en leuk geweest, die ga ik gewoon regelmatig bij hun eten. Dat kan ook natuurlijk. Het was echt een gezellige familie avond en na het eten hebben we lekker koffie gedronken maar ook een borrel. Die had Agnieszka d’r moeder zelf gemaakt. Het was een soort bessenjenever. We kwamen er eerst door de kleine taalbarrière niet helemaal uit, ze noemde het Aronia, het zag er uit als zwarte bessen. Maar waar Google al niet goed voor is, we noemen het hier appelbessen maar die kende ik ook niet hoor.
Het was wel heel erg lekker in elk geval, alleen een beetje aan de hele sterke kant. Dat kan ik soms wel lekker vinden. Het smaakte een beetje zoals de hier in Nederland welbekende vlierbessenjenever. Ook zo’n beetje op die sterkte. Tomek had nog iets anders, dat was gemaakt van granaatappelpitjes. Jeetje zeg, mijn oren brandden er bijna af. Een heel klein nipje was al genoeg. Ondertussen was ik toch wel heel erg moe, ik wist ook dat ik nog moest schrijven thuis. Met lichte tegenzin maar wetend dat ik nu toch al over mijn grenzen was gegaan, ben ik weg gegaan.
Nu snel mijn blog plaatsen, en dan kan ik gaan liggen. Zorgen dat ik alles al bij de hand heb, mocht ik in slaap vallen. Die kans is zo’n 99% groot. Ik zal de prijs wel betalen voor vandaag. Maar daar mag ik van mezelf het hele weekend over doen. Ja, er moet gestofzuigd worden maar dat zien we gewoon wel. Eerst zorgen dat ik me daar goed genoeg voor voel. Anders is er niemand die het ziet behalve ik. Dus so what!
Hieronder dan nog het prachtige gedicht van Henry van Dyck, uit 1933. Het is zo’n prachtige vergelijking, het zegt alles op de juiste manier. Het origineel is in het Engels, mijn poging het te vertalen komt erna. Ik twijfel alleen nog of ik de Hollandse of de Engels versie ga gebruiken, ooit wanneer dat nodig zal zijn.
What is dying? I am standing on the seashore. A ship sails and spreads her white sails to the morning breeze and starts for the ocean. She is an object of beauty and I stand watching her 'til at last, she fades on the horizon.And someone at my side says, "She is gone."Gone where?Gone from my sight, that is all. She is just as large in the masts, hull and spars as she was when I saw her And just as able to bear her load of living freight to its destination. The diminished size and total loss of sight is in me, not her; and just at the moment when someone at my side says, "She is gone," There are others who are watching her coming and other voices take up a glad shout "There she comes!" And that is DYING.
Wat is sterven? Ik sta aan de kust. Een schip zeilt en spreidt haar witte zeilen naar de ochtend bries en gaat richting de oceaan. Ze is een object van schoonheid en ik sta daar naar haar te kijken, tot ze uiteindelijk vervaagt aan de horizon. En iemand naast mij zegt, ‘ze is weg’. Weg, waarheen? Weg uit mijn blikveld, dat is alles. Ze is nog net zo groot in haar masten, romp en rondhouten, als ze was toen ik haar zag. En net zo capabel om haar lading van levende vracht te dragen tot hun bestemming. De afgenomen afmeting en het totale verlies uit het zicht zit in mij, niet in haar; En net op het moment dat iemand naast mij zegt ‘ze is weg’, zijn er anderen die haar zien komen en andere stemmen die blij roepen “daar komt ze!”. En dat is STERVEN.