Door mijn leupnoos deze morgen begrijp ik opeens waarom ik me dit weekend slechter voelde dan anders. Dat is in deze dagen best lastig in te schatten voor mij. Normaal ook al omdat ik medicatie heb die dit soort verschijnselen sowieso onderdrukken.
Ik merk dan alleen dat ik het iets benauwder krijg en dan neem ik een extra dosis en dan is het weer minder. Klaar is Ria. Soms komt dat doordat er wat meer luchtvochtigheid is, een andere keer, zoals nu, ben ik gewoon flink verkouden. Normaal gesproken valt
het me dan op omdat ik me dan behoorlijk belabberd voel. Alleen voel ik me dat nu praktisch elke dag, dat valt dan niet meer zo op.
De ene dag is ook beter dan de andere, of een stuk slechter, kan ook. Ik kan er geen peil op trekken dus daar stop je
dan ook maar mee. Want de ene dag kan ik de wereld aan en lig ik verder daardoor de hele middag en avond te slapen. En de andere dag sta ik al belabberd op en ben ik de hele dag wakker. Niet te volgen gewoon en het wisselt elkaar zo af dat ik het ook niet
meer weet. Daarom snap ik nu door die neus dat mijn algehele gevoel van onbehagen en het vele slapen van dit weekend gewoon komt door een flinke kou. Ik nies me ook een ongeluk op het moment, de katten vliegen dan alle kanten op als ze bij me liggen.
Gisteren
ben ik ook al 2 x flink gewond geraakt door ze. Ik stond in de kamer iets te doen en Skylar had weer eens 1 van zijn favoriete speeltjes gevonden. Een balletje van flink geplette aluminiumfolie. Daar is hij helemaal gek mee. Veel hoeft het hier niet te kosten
om de cits bezig te houden. Alleen gaat hij dan zo uit zijn plaat dat hij niets meer ziet. Als een speer vliegt hij door het huis en slaat zijn balletje alle kanten op. Zo over mijn voeten, wel een paar keer. Ik loop nu rond met bebloede voetsies.
Wat
later gaat broer Rainbow weer eens over de schreef. Ik zat wat te eten, iets wat sinds de kleintjes er zijn niet meer zo soepel en rustig gaat aangezien die alles willen eten en nog lusten ook. En ja, op zich heb ik ze redelijk goed opgevoed, ze weten wanneer
ik iets voor mezelf wil houden en wachten dan netjes af tot ze iets krijgen. Ondertussen zitten ze dan wel te dwing-staren maar dan doe ik net alsof ik dat niet zie. Soms is er iets gewoon te lekker en dan redden ze het niet. Dan vliegen ze uit de bocht.
Of in dit geval maakt Rainbow een flinke sprong om op mijn schoot te komen, maar hij zakt weg tussen mijn knieën zich met 20 nagels proberend tegen te houden.
Mijn hele harde AU doet ze dan ook nog eens als een gek wegvluchten want ze weten ook
wel dat dit niet door de beugel kan natuurlijk. Stelletje geboefte. Nu zijn mijn benen én mijn voetsies hartstikke gewond en bebloed. Ik ben gewoon een katten slachtoffer. Iedereen die katten heeft zal het wel herkennen. Anders ben ik de enige met zulke
criminelen en dat kan ik me niet voorstellen. Katten zijn een slag apart, ook om voor te zorgen. Niet iedereen kan dat ook, al denken ze dat wel. Ik ben er dan ook behoorlijk in gegroeid in de loop der jaren.
Ik las van de week ergens, geen idee meer
waar, dat het zo makkelijk is om voor katten te zorgen. Makkelijker dan voor honden, die je uit moet laten. Ik dacht direct “pardon?!”. Zitten die er even naast zeg! Ik ben gek op honden hoor, die heb ik dan ook altijd gehad. Ja, dat uitlaten hoort
er nou eenmaal bij, dat weet je van te voren. Maar als je nog nooit katten hebt gehad en je denkt dat de verzorging bestaat uit de bak verschonen en eten geven op gezette tijden, dan heb je het helemaal mis en kan je echt beter geen katten nemen. Ik kan het
weten, want ik heb echt enorm veel bij moeten leren en ik heb mijn arme katten die ik voor deze 5 had, gigantisch tekort gedaan. Zonder dat ik het wist natuurlijk.
Mijn eerste 2 katten kreeg ik toen ik net op mezelf woonde, ik was 18. George en Mildred
heetten ze. Ik vond die kattenbak vreselijk vies om te doen en toen ik later zwanger was, mocht ik er niet eens aankomen omdat je dan toxoplasmose kan krijgen. Mijn toenmalige echtgenoot was zo’n pisnicht dat hij het ook niet deed. Met als gevolg een
flink stinkende bak die mijn moeder dan maar verschoonde. Ik durfde het echt niet, ik wilde geen gehandicapt kind daardoor. Ik vond het een hele opgave en toen ik later kattenhaar in haar bedje vond, kon ik er niet meer tegen. Via de dierenarts hebben we een
goed tehuis voor ze gezocht en dat vond ik toen een opluchting. Niets voor mij eigenlijk maar het was me gewoon teveel. Ik moest de promotie nog verdienen van dog girl tot cat lady...
Toen ik, vele jaren later, Arnold en Dizzy vond, net de oogjes
open, was het al heel wat om die 2 met de fles groot te brengen. Ik sliep al weinig, iets wat het runnen van een café met zich meebrengt. Door die 2 sliep ik praktisch helemaal niet meer. Elke paar uur moesten ze gevoerd worden, ook ’s nachts.
Toen ze eenmaal wat zelfstandiger werden, werd het voor mij iets makkelijker. Verder had ik weinig tijd voor ze. Ze mochten overal komen, ook buiten en ze vermaakten zich wel. Ik had er inderdaad geen omkijken naar zo. Met Dizzy op mijn schouder bediende ik
de klanten en Arnold joeg alle honden op die er kwamen. Die hadden een heilig ontzag voor hem. Mickey, die ik van mijn broer had gekregen, al volwassen en nog nooit buiten geweest, vond het daar ook een Walhalla. Die kwam alleen ’s avonds thuis.
Als ik de hond, een grote Berner Sennen, liep uit te laten, dan liepen ze alle 3 mee. Ik stond dan ook bekend als het dierenvrouwtje, het moet een raar gezicht zijn geweest. Mickey raakte vermist en later Dizzy ook. Ik heb er nooit meer iets van gehoord
en ik denk zelfs nu nog vaak aan ze. Vreselijk vind ik het nog steeds, net als met Sunshine, blijft zoiets aan je knagen. Alleen van Dizzy wist ik direct dat ze dood moest zijn, Dizzy week nooit van mijn zijde. Dat zij niet meer thuis kwam, kon maar 1 ding
betekenen. Het niet weten wat er gebeurd is, blijft bij je. Arnold was bekend in de hele buurt, toen ik naar Nederland terug ging, is hij bij vrienden in België gebleven en is 17 jaar geworden.
Ondertussen had ik ook Sam en Casper, die wel mee
gingen naar Nederland, die kwamen niet buiten. Ik kocht af en toe wat speelmuisjes voor ze en ik had een krabpaal. Dat was het dan ook zo’n beetje. Zelf met ze spelen deed ik eigenlijk niet. Ze kregen af en toe een snoepstokje maar verder niets speciaals
of zo. Niet omdat ik zo’n naar mens ben, het kwam gewoon niet bij me op. In België had ik er gewoon geen tijd voor, in Nederland wist ik daarom ondertussen niet beter dan dat ze zichzelf vermaakten.
Casper sloopte enorm veel, alleen was ik
zo gek op hem, dat ik hem alles kon vergeven. Zijn plotselinge dood had me erg aangegrepen en ik had alleen Sam nog maar. Hij speelde graag met schaduwen en laserlichtjes. Ik had een laser speeltje gekocht dat ik aan kon zetten en dat ging dan een kwartier
tekeer en schakelde zichzelf uit. Sam was er gek mee maar dat is natuurlijk niet hetzelfde dan als ik zelf met hem gespeeld had.
Af en toe een muisje en klaar. Toen Sam overleed en ik mijn stelling, ik neem nooit meer huisdieren, een weekend had volgehouden,
kwamen Sunshine en Moonlight in mijn leven. Ik wilde ze het beste leven geven dat maar kon. Ik heb veel zitten lezen, iets wat ik nooit gedaan had, over katten en een programma als ‘my cat from hell’ deed mijn ogen helemaal open gaan. Katten moet
je bezig houden, je moet ze de puf niet geven om de boel te slopen. Als je ze maar goed bezig houdt, ze een omgeving geeft waar ze met van alles kunnen spelen, kunnen klimmen en ravotten, dan doe je het pas echt goed.
Wat heb ik de andere cits, die
er ondertussen niet meer zijn, tekort gedaan. Ik kan me daar best wel eens schuldig bij voelen. Ik wist dan wel niet beter maar daarom juist. Hoeveel mensen weten niet beter? Dat zullen er aardig wat zijn. Vooral als je kijkt naar zo’n programma als
“my cat from hell”, waar mensen ten einde raad zijn omdat hun kat alles sloopt of vals is en aanvalt en de vrij simpele manieren om dit op te lossen, is echt een aanrader voor mensen die aan katten willen beginnen.
Deze 4, of 5 wanneer Sunshine
er weer is, hebben echt een goud leven. Ze hebben een eigen kamertje waar ze zich terug kunnen trekken. Compleet met krabpaal, brokjes en speeltjes en genoeg comfortabel slaapplekken. Ze hebben 2 grote krabpalen beneden, een box vol met speeltjes en leuke
gadgets die ze volop bezig houden. Af en toe gewoon een paar speeltjes uit de box over de vloer gooien en het is weer als nieuw voor ze. Maar bovenal hebben ze een kattenmama die regelmatig met ze speelt, nog niet al te vaak, vind ik zelf, maar ze spelen heel
vaak onder elkaar.
Ze mogen overal op of in, als ik een doosje krijg met de post dan wordt dat eerst even neergezet voor ze, tot ze er klaar mee zijn. Net heb ik nog met ze gespeeld met een hengel met een bontje eraan. Dan zijn ze daarna allemaal even
aan het tukken. Ik speel met een laserlichtje, niet een automatische maar handmatig. Ik laat ze dan het hele huis doorvliegen, vlak voordat ze gaan slapen. Dan is het daarna lekker rustig omdat ze moe gerend zijn. Daardoor slopen ze ook niet veel. Als ze al
een keertje aan de bank willen krabben dan is mijn ferme “NEE” genoeg om ze daarmee te laten stoppen.
Ze krijgen 2 x per dag natvoer, verse vis, uitgebalanceerd en er staan altijd volop brokjes op 4 plaatsen, ze hebben 2 grote drinkfonteinen
die regelmatig ververst worden. Ze krijgen vaak tussendoor lekkers en voor ze gaan slapen ook. Af en toe krijgen ze nog eens zomaar even wat extra’s en ze eten mijn eten ook nog eens op als ze de kans krijgen. Kortom, dit is de kattenhemel voor ze. Zeker
als ik dan vergelijk hoe karig mijn andere cits er vanaf zijn gekomen. Dat ik het niet wist is eigenlijk geen excuus, ik had er gewoon eerst meer over moeten lezen. Want door gebrek aan liefde kwam het niet. Wel door gebrek aan kennis over het soort dier dat
je in huis haalt.
Honden zijn, ondanks het uitlaten veel makkelijker. Die komen je zelf wel een bal brengen en die luisteren naar je omdat ze dat fijn vinden. Ze komen bij je als jij dat wil, zelfs al zouden ze liever wat anders doen. Katten komen echt
alleen maar bij je als zij daar zelf ook zin in hebben, anders ben je gewoon de pineut. Iedereen weet het wel, honden hebben een baas en katten hebben personeel. En net als in het gewone mensen leven, is het best lastig om goed personeel te vinden. Ervaring
is een pre.
(op de foto’s een paar katten met een behoorlijk apart uiterlijk, die vond ik zo leuk dat ik die wel moest delen hier)