26. jan, 2017

Dag 242 om 11u51

Het zijn rare dagen, het zijn zware dagen. Ik heb deze 2 dagen vrij mogen nemen, straks ga ik weer naar mijn moeder toe. Kim heeft haar net gebeld, ze ging net even liggen. Dan kan ik misschien beter even nu schrijven en ook, als het nog niet al te laat is, even stofzuigen of zo.

Die harige monstertjes van me houden nergens rekening mee natuurlijk. Dat kan je ze ook niet kwalijk nemen. Slapen gaat niet, je ligt te malen. De hoofdpijn die ik gisteren had was met geen 10 aspirines weg te krijgen. Gelukkig is het nu wel iets minder. Dan kan ik gewoon mijn ogen open houden tenminste.

Gisteren ben ik ook bij haar geweest. Je wilt eigenlijk alleen maar de hele dag bij haar zijn. Omdat je niet weet hoe lang dit nog zal kunnen. Maar je hebt ook wel een fulltime baan. Eentje waardoor je 's avonds of 's middags doodmoe van thuis komt. Daar maak ik me zorgen over. Hoe ik dat moet gaan doen want ik wil zo vaak als het kan bij mijn moeder zijn.

We hebben nog maar zo kort. Samen naar New York gaan zit er niet meer in. Ze is zo snel moe ook. Gisteren vroeg een nichtje van me aan haar wat ze nog leuk zou vinden om te doen nu ze nog op de been is. Maar ja, noem dat maar op de been. Eventjes uit bed en ze is alweer zo moe. Ook heeft ze nog zoveel pijn bij elke beweging die ze maakt.

Dan krijg je nou niet spontaan leuke uitjes in je hoofd, dan zie je alleen maar bergen die je moet beklimmen om er te komen. Of om er dan te kunnen blijven. Misschien komt ze nog ergens op. Ik kan niet gewoon denken in elk geval. Ik vind mezelf vaak genoeg terug uit een spontane soort coma of zo, terwijl ik in de keuken sta. Dan weet ik niet eens waarom ik daar sta of wanneer ik er überhaupt naartoe ben gelopen.

Alsof je een automatische piloot hebt die ook de weg kwijt is. Dan kijk ik om me heen en dan denk ik, huh? Hoe ben ik hier nou gekomen? Wat wilde ik hier doen dan? Geen idee! Werkelijk niet. Mijn dieet gaat natuurlijk ook even helemaal niet zoals het moet. Toch eet ik wel. De dingen van het lijstje weet ik allemaal wel dus neem ik naar behoefte brood of yoghurt en fruit. 

Maar strak elke 2 uur gaat even niet. Ik vind opeens 3 uur verstreken tussen momenten waarin ik niet snap waar ze gebleven zijn. Alsof je jezelf gewoon maar even uitschakelt zodat je in elk geval de dag doorkomt. Ik heb er geen andere verklaring voor. Ook allemaal rare dingen gebeuren er als ik erover nadenk. 

Twee jaar geleden is mijn vader overleden en kreeg ik in februari een heel klein beetje geld waar ik een autootje van gekocht heb. Toen mijn moeder erover begon dat ze haar auto ging verkopen, was ik de eerste. Dus nu, in ongeveer dezelfde periode maar 2 jaar later, ga ik weer een auto kopen. Alleen nu omdat mijn moeder gáát overlijden.

Hoe raar kan je het soms krijgen? Dat moet natuurlijk geen gewoonte worden. Met dit autootje wil ik nog jaren en jaren doen. Want dat is de auto van mijn moeder. Elke keer als ik erin zal stappen, ben ik een beetje dichter bij haar. Het is alleen zo'n idioot gevoel om hier van alles voor te gaan regelen. 

Mijn auto moet weg, alles gaan regelen met verzekering en weet ik veel wat. Terwijl ze er gewoon bij zit. Ik vind het maar enorm krom allemaal. Onwerkelijk en niet te bevatten. Ze wil haar prachtige eiken of noten staande grote klok op marktplaats zetten. Zo komt ze met nog wel meer dingen. 

Ik hoop alleen niet dat ze op of rond mijn verjaardag gaat. Daar ben ik wel een beetje klaar mee. Mijn oma's moeder, omaatje Most, is ook rond die tijd overleden en begraven. Mijn oma, moeders moeder, is zelfs óp mijn verjaardag begraven. Hou even op zeg. Ik begrijp nu opeens waarom ik mijn verjaardagen helemaal niet leuk vind. 

Heeft niets met ouder worden te maken, dat vind ik helemaal niet erg. Maar echt happy memories krijg je zo nooit natuurlijk. Het niet weten in wat voor tijdsbestek we moeten denken, maakt het er ook niet makkelijker op. Morgen wil ik dus voor 12 uur bij haar zijn. De huisarts komt tussen de middag. Misschien kan die er meer licht op werpen.

Zo meteen ga ik dus maar weer. Eerst even voor mezelf wat boodschapjes halen. Dan bij ma een lijstje maken van wat zij allemaal nodig heeft. Ze zegt steeds 'niets' maar dan moet er opeens weer wat gehaald worden. Even later weer iets anders en daarna weer iets dat op is. Anders loop ik de kasten wel even door en maak ik zelf wel een lijstje. Veel koffie, suiker, melk en zoetjes in elk geval. 

De famlieleden zijn allemaal langs aan het komen, ook daar moet voor gezorgd worden. Gekke mams wilde gisteren opeens ook een gebakje, dat is maar gehaald natuurlijk. Alles wat ze maar wil, gaan we voor zorgen. Dat is het allerminste wat we doen kunnen. Voorlopig is het maar zo. 

Toen ik gisteravond weer naar huis ging, lag ze al op bed. "Ik slaap niet hoor", riep ze toen ze hoorde dat ik weg zou gaan. Ik ben heel even bij haar gaan liggen, als een klein kind in haar armen. 'Raar hè', zei ze, 'in dit lijf heb jij vroeger nog gewoond'. Dan gaat er wel wat door je heen. 

"Ik ben eruit gegroeid, het was een beetje klein behuisd", was mijn antwoord. 'Gekkie', zei ze. Heel even deed ik mijn ogen dicht, zo tegen haar aan. Zo had ik wel willen blijven liggen. Haar hart horen kloppen en haar warmte voelen met haar altijd veilige en troostende armen om me heen. Dat gaat straks niet meer. 

Opmerkingen

26.01.2017 18:24

Bibi

Ik ga terug in de tijd, mei 2014 en alle gevoelens van wanhoop, sterk willen zijn, lamgeslagen, onmacht en intens verdriet komen weer boven en toch blijf je sterk omdat dat de enige optie is 💖

26.01.2017 17:54

Ada

Lekker genieten van je mams en zoveel.mogelijk bij haar kruipen zoveel je wilt je bent en blijft haar dochter en jullie band is zo sterk dat je dan alleen maar kan genieten ervan heel veel sterkte

26.01.2017 15:46

Jacky

Ach lieve rietje en kimmie en natuurlijk iedereen erom heen. Heel veel sterkte gewenst in de nog moeilijkere tijd die gaat komen.
Ik weet zeker dat ze trots is op jullie !!
Dikke knuffel !!

26.01.2017 11:57

Peet

Je blijft je Mams altijd voelen; ze woont in je hart. Sterkte lieve Ria, sterkte lieve familie.

26. jan, 2017

Ga nooit weg

Ga nooit weg zonder te groeten,
ga nooit heen zonder een zoen.
Wie het noodlot zal ontmoeten,
kan het morgen niet meer doen.
Loop nooit weg zonder te praten,
dat doet soms een hart zo pijn.
Wat je ’s morgens hebt verlaten,
kan er ’s avonds niet meer zijn.

Toon Hermans
25. jan, 2017

Dag 241 om 11u05

Het ziekenhuisbezoek liep even helemaal anders dan ik gehoopt had. Strijdlustig ging ik er heen en verslagen ging ik er weer weg. Sommige gevechten vallen niet te winnen. Professor Casper van Eijk windt er gelukkig geen doekjes om. Direct zei hij dat er geen behandeling meer is voor mijn moeder.

Als een moker komt zoiets aan en dan ben je direct volledig verdoofd en zie je en hoor je en voel je je alsof ze je net in een pak met watten hebben gestopt. Ik kon ook niet breken, ik moest er zijn voor mijn moeder. Dat je het liefst in foetushouding tegen haar aan gaat liggen en je longen eruit wilt huilen is iets waar het niet de tijd en de plaats voor is. 

De buikpijnen die haar zo uitputten en al twee weken na haar operatie begonnen, zijn uitzaaiingen van de alvleesklierkanker. Waar ze dachten dat alles zo mooi weg was gehaald, lymfklieren waren schoon, alles was weg, zat het daar al heel snel weer allemaal te broeien. Al hadden ze allemaal het idee dat dát het nooit kon zijn. 

Met een receptje voor nog zwaardere morfinepleisters en de belofte dat vrijdag de pijndokter belt om pijnbestrijding te gaan bespreken, liepen we als verdoofd allebei naar de apotheek in het Erasmus. Daar moet je ook nog een behoorlijke tijd wachten en ma wilde zo graag naar huis. Ondertussen zat ik broer en kind berichten te sturen dat ze naar mijn moeders huis moesten komen, ongeacht wat. 

Ik stuurde ook nog een berichtje om te zeggen dat ik wat later zou zijn dan gepland op mijn werk. Ik was ook echt van plan te gaan zodra ik mijn moeder bij de anderen kon laten. Een combinatie van verantwoordelijkheidsgevoel en afleiding willen van dit gevoel. Maar dat liep even anders. Het is ook zo onwerkelijk. Daar zaten we dan, allemaal bij elkaar. 

Er hangt dan zo'n zwarte, zware wolk om iedereen heen. Je kan hem op je voelen wegen als een onweersbui die eraan komt op een zomerse dag. Wat nu? Wat moet je zeggen? Wat kan je zeggen? Mijn moeder zat er ook als verslagen bij, afgewisseld door buien van een doortastende ondernemendheid. 

Oh, Kim, jij moet die kast snel mee nemen. Oh, ik moet mijn broers bellen, oh ik moet dit nog wel doen en dat nog regelen en en en... Van alles kwam er in haar op. Aan wie had ik dat nou beloofd? Aan jou of aan Ben? Nou zijn wij gelukkig niet van de spullen willen hebben, mijn broer niet, mijn bonuszus niet en ik niet. Ruzie zullen we over zoiets nooit en te nimmer krijgen. 

Vroeger grapten we altijd naar elkaar over dit soort dingen. "Hee Rie, wil jij dat als ma straks dood gaat, of mag ik dat hebben?" Mijn moeder liep dan altijd te mopperen dat ze hele lieve kinderen heeft, behalve als ze samen zijn en hun moeder op de kast willen jagen. Alleen nu viel er niet meer te grappen, nu is het zo ver. Nu is het niet leuk meer. 

De professor had namelijk geen antwoord toen ma vroeg hoe lang ze ongeveer nog zou hebben. De huisarts die belde was er iets duidelijker in. Het kan heel snel gaan nu. Alleen weten we nog niet of we moeten denken in dagen, weken of maanden. Hij komt vanmiddag bij haar langs en dat moet ze hem wel even vragen. 

Toen ik weg wilde gaan omdat ik naar mijn werk moest, kroop ik in haar armen en toen brak ik. Een tijdje later belde ik mijn collega, die zelf al had voorgesteld dat hij wel wilde blijven, om te zeggen dat ik toch dankbaar gebruik zou maken van zijn voorstel. Ik kon het niet opbrengen. 

Ik ben ontzettend dankbaar dat ik door de boeken van Jozef Rulof weet wat er allemaal gaat gebeuren. Ik weet waar ze naartoe gaat straks, ik weet wat er allemaal speelt. Ik hoef me ook geen zorgen te maken. Mijn moeder is een mens zonder maskers. Ze is zoals ze is. Ze doet zich niet anders voor en dat zou ook niet nodig zijn. Geen greintje kwaad zit er in haar. Zij komt wel degelijk daar waar het licht is. 

Voor haar, ook al heeft ze ook een paar van de boeken gelezen, is het niet zo 100%. Ze twijfelt of het allemaal wel zo mooi is, als ik haar steeds zeg. Ik durf er mijn hand voor in het vuur te steken. Maar dat neemt niet weg dat ik weet dat ik haar ontzettend ga missen. Dus ook al weet je dat het goed komt, dan neemt het niet de pijn van het moment weg. 

Zij maakt zich zorgen of ze de verjaardag van mijn broer nog gaat halen op 31 juli. Ik leg haar uit dat ze die vanaf boven mee kan maken als dit voor haar hier niet is weggelegd. Zij kan ons wel volgen, wij haar niet. Omdat er boven geen tijd is zoals hier, zullen we voor haar gevoel daar binnen een mum van tijd bij haar zijn. Wij, die wel de tijd beleven zoals die hier is, zullen haar al die tijd moeten missen.

Krom allemaal. Vandaag heb ik al contact met iedereen gehad. We hebben geen van allen geslapen. Ja, hazeslaapjes en dan weer wakker worden en malen. Ik belde mijn moeder, hoe gaat het nu? Ja, onwerkelijk, onwezenlijk, vreemd gevoel. Ze zit van alles te bedenken wat ze nog moet doen. Van bankrekeningen en machtigingen tot wat ze aan moet in de kist. 

Iets waar je je fijn in voelt misschien? Ik voel me nergens fijn in. Ja, logisch. Niets voelt fijn nu. Zaterdag ga ik naar haar toe, gaan we voor dit soort dingen zitten. Adressen voor de rouwkaarten, kleding die ze aanwil, dingen die absoluut geregeld moeten worden, we gaan het allemaal opschrijven want dat lukt haar nu niet. Ze bibbert te veel om te schrijven. 

Ik druk haar op haar hart dat ze, om wat dan ook, gewoon moet bellen. Bij nacht en ontij. Ja zal ik doen, zegt ze. Maar ik weet dat ze dat niet zal doen. Ik hang op en zeg dat ik vanmiddag weer even bel. Ik kan niet weg omdat die AH komt, ik voel me dus dubbel gevangen. Ik weet dat ik egoïstisch ben als ik zeg dat ik niet wil dat ze gaat. 

Waar zij heen gaat, wil ik ook graag heen. Het is er zo mooi. Het plaatje dat ik hier bij doe, dat is zo'n beetje wat ik in mijn hoofd heb, qua omgeving. Ik weet alleen ook dat je alleen mag als het je tijd is. Voor haar komt die tijd nu heel dichtbij. We gaan een rare en zware tijd tegemoet met zijn allen. Je weet niet eens wat je voor haar kan doen. Toen ik gisteravond naar huis reed, liepen de tranen over mijn gezicht.

Ik dacht ook aan Sunshine en hoe ik het nodig heb dat hij gewoon thuis komt. Zeker nu. Dat zou zo'n zorg minder zijn in deze tijd vol met zorgen en verdriet. Het overspoelt je een beetje. Het gedichtje van Adriana Biesbroeck dat ik hieronder heb geplaatst, zegt het eigenlijk precies zoals het is. Ook hier moeten we weer doorheen zien te komen. 

Opmerkingen

25.01.2017 22:35

Ada

Lieverd heel veel sterkte je eeet me te vinden al is het om de poezen te verzorgen zodat jij je moedertje kan helpen en bijstaan hou je taai schatje xxx😢😢😢😢

25.01.2017 17:34

Mary

Heel , heel veel sterkte allemaal. Er zijn eigenlijk geen woorden voor. Geniet volop van de tijd die jullie nog rest , het zullen kostbare herinneringen worden.

25.01.2017 14:42

Marij

Dikke knuffel voor jullie. En doe wat jullie hart je ingeeft. Dit is kostbare tijd nu. 💟

25.01.2017 14:24

Caroline

Het is huilen, het is weten waar je over praat, het is er geen pest aan kunnen doen.
Het zal veel werk zijn. Er uit halen wat er nog in zit. Fuck the world. Een lach en een traan. Dikke knuffel. ❤

25.01.2017 13:21

Marianne Zoetekouw

Lieve Ria,
Ik wens jou, je moeder en je dierbaren heel veel sterkte toe!
Marianne Zoetekouw
PS: Mooi verwoord! <3

25.01.2017 13:03

Anja de Bloois

Ben ff stil Ria..❤❤❤

25.01.2017 13:01

janx

Dag Riet (ik zag je naam staan) ik kan geheel met je mee voelen hoe dat inslaat. heb het moeten mee maken van mijn vrouw. Jij veel sterkte en kracht toe gewenst.
janx.

25.01.2017 12:41

Cor en Jopie van der Most

Lieverd wat erg vlug!ik heb steeds zo gehoopt dat zij degene zou zijn die wel beter zou worden van die rotziekte! Ze verdient dit absoluut niet...maar daar wordt niet naar gekeken veel sterkte 😘😢😢🌹

25.01.2017 12:28

Annet

Hier zijn eigenlijk geen woorden voor. Kan alleen maar zeggen, heel, heel veel sterkte voor jullie allemaal. 😚

25.01.2017 11:51

Marianne

Rietje toch...wat leef en voel ik met jullie mee. Allemaal heel veel sterkte ❤💋

25.01.2017 10:56

ingalill van krimpen

ooh meissie!!ik zit hier gewoon te huilen om jullie verdriet en wanhoop,het is een hard gelag.ik wens jullie heel veel sterkte en kracht om ermee om te gaan..liefs van Inge

25.01.2017 10:46

Wilma den Broeder

Ik weet niet wat ik zeggen moet behalve heel veel sterkte de komende tijd voor jou maar ook voor je mam en iedereen 😘😘😘

25.01.2017 10:38

Margriet

Hallo Ria wat een verhaal wat erg allemaal ik wens jullie heel veel sterkte toe je moeder missen is heel erg ik mis ze elke dag al is dat al 14 jaar ik wens je heel veel sterkte toe

25.01.2017 10:33

Ingrid

Pff wat moet ik zeggen
Kan de woorden niet vinden
Heel heel heel veel sterkte allemaal de komende tijd pff 😘

25.01.2017 10:17

Dorinha

Lieverd, zonder woorden xxx

25. jan, 2017

Verdriet

Een zee van verdriet komt op mij af,
om dan weer weg te deinen.
Dan nog een golfslag en nog een,
om ook weer te verdwijnen.

Met tranen wordt de stroom gevoed,
van links naar rechterzijde.
Bespelen doet het mijn gemoed,
op 't ritme van 't getijde.

Adriana Biesbroeck
24. jan, 2017

Dag 240 om 10u30

Ik heb een haastdag vandaag. Alles moet snel snel. Omdat ik vandaag niet op tijd op mijn werk kan zijn, moet ik hier thuis ook even een paar uurtjes werken. Dat eten is ook een gedoe vandaag zo. Een warme hap kan ik wel vergeten. Daarvoor in de plaats neem ik wel brood, yoghurt en fruit mee. Moet kunnen.

Morgen vrij, kan ik even bijkomen. Gelukkig is het wel 1 aaneengesloten dag. Dat scheelt. De AH komt netjes alles tot in de keuken brengen. Scheelt me ook 1,5 a 2 uur. Die kan ik dan mooi gebruiken om hier te stofzuigen enzo. Ik voel me net een goed geoliede machine die nog niet goed geolied is. 

Ook deze dag zal voorbij vliegen. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat ze iets voor mijn moeder kunnen doen. Ze houdt het zo anders echt niet vol. Wat een ellende zeg, wat pijn allemaal niet kan doen met een mens. Ik wil in elk geval niet onverrichterzake naar huis vandaag. Ze gaan maar wat doen, kan me niet schelen wat! Jullie horen het nog wel.

Omdat ik zelf weinig tijd heb vandaag, had ik nog een mooi verhaal achter de hand. Dat wil ik hier met jullie delen. Ik heb het zelf ooit vertaald vanuit het Engels omdat ik zo mooi vond en het ook met mensen wilde delen die niet zo rap van de Engelse tong gesneden zijn. Hier komt het:

Het Ei

Je was onderweg naar huis toen je dood ging…

Er was een auto-ongeluk. Niets speciaals maar toch fataal. Je liet een vrouw en 2 kinderen achter. Het was een pijnloze dood. De ambulance broeders hebben hun best gedaan om je te redden maar slaagden daar niet in. Je lichaam was zo beschadigd dat dit beter voor je was, vertrouw me daar maar op.

En toen ontmoette je mij.  

“Wat…. Wat is er gebeurd?” vroeg je, “waar ben ik?”

“Je bent dood”, zei ik nuchter. Het had geen zin om daar omheen te draaien.

“Er was een.. een vrachtwagen en die was aan het slippen…”

“Precies”, zei ik.

“Ik… ik stierf?”

“Ja. Maar maak je niet druk hoor, Iedereen gaat dood”, zei ik.

Je keek rond. In het niets. Alleen jij en ik. “Wat is dit voor een plek”, vroeg je. “Is dit het hiernamaals?”

“Zo ongeveer wel”, zei ik.

“Bent U God?”, vroeg jij.

“Jawel”, antwoordde ik. “Ik ben God”.

“Mijn kinderen…. Mijn vrouw”, zei je.

“Wat is daarmee?”

“Komt het wel goed met ze?”

“Dat zie ik nou graag”, zei ik, “Je bent net dood en je maakt je de grootste zorgen om je familie. Dat is het betere werk hier!”

Je keek me gefascineerd aan. Voor jou zag ik er niet uit als God. Ik leek gewoon op een man. Of misschien wel een vrouw. Een vage autoriteit figuur misschien. Meer als een lagere school onderwijzer dan de Almachtige.

“Maak je geen zorgen”, zei ik. “Het komt wel goed met ze. Je kinderen zullen je herinneren als perfect in alles. Ze hebben de tijd niet gekregen om zich tegen je te keren of op je neer te gaan kijken. Je vrouw huilt van buiten maar is stiekem opgelucht. Om eerlijk te zijn, je huwelijk begon uit elkaar te vallen. Als het een troost voor je mag zijn; ze zal zich ontzettend schuldig voelen dat ze zich zo opgelucht voelt.”

“Oh”, zei je. “Maar wat gaat er nu gebeuren? Ga ik naar de hemel of naar de hel of zoiets?”

“Geen van beiden”, zei ik. “Je zal reïncarneren.”

“Aha”, zei jij. “Dus de Hindoes hadden gelijk.”

“Alle religies hebben op hun manier een beetje gelijk”, zei ik. “Loop een stukje met me mee.”

Je volgde me terwijl we zo samen door het niets wandelden.

“Waar gaan we heen?”

“Nergens eigenlijk”, zei ik. “Het is alleen fijn om te lopen terwijl we praten.”

“Wat heeft het dan voor zin?” Vroeg jij. “Als ik weer geboren word, dan begin ik weer met een schone lei, nietwaar? Een baby. Dus al mijn ervaringen en alles wat ik deed in dit leven doen er niet meer toe.”

“Dat zeker niet”, zei ik. “In jou zit alle kennis en ervaring van al je vorige levens. Je herinnert het je alleen niet meer op dit moment.”

Ik stond even stil en pakte je bij je schouders. “Jouw ziel is veel prachtiger en mooier en meer gigantisch dan jij je ooit kan voorstellen. De menselijke geest kan maar een heel klein stukje begrijpen van wat je eigenlijk bent.

Het is net als je vinger in een glas water steken om te zien of het heet of koud water is. Je steekt er maar een klein stukje van jezelf in, wanneer je dat er weer uit haalt, heb je wel alles ervaren wat nodig is om te weten.

“Je bent een mens geweest de laatste 48 jaar, dus je bent er nog lang niet en hebt nog niet de rest van je immense bewustzijn gevoeld. Als we hier lang genoeg blijven rondhangen, dan zou je je alles gaan herinneren. Maar dat is niet nodig tussen elk leven door.”

“Hoe vaak ben ik dan al gereïncarneerd?”

“Oh vaak. Heel heel vaak. In een heleboel verschillende levens.”, zei ik. “Dit keer word je een Chinees boerenmeisje in 540 VC.”

“Wacht eens even, wat?!”, stamelde je. “Stuur je me terug in de tijd?”

“Tja, technisch gezien misschien wel. Tijd, zoals jij dat kent, bestaat alleen in jouw Universum. Waar ik vandaan kom zit het wel even anders.”

“Kom jij dan ergens vandaan?”, vroeg je.

“Oh zeker”, verklaarde ik, “ik kom wel ergens vandaan. Ergens anders. En er zijn daar anderen zoals ik. Ik weet dat je wilt weten hoe het daar is maar eerlijk gezegd zou je het toch niet begrijpen.”

“Oh”, zei je, een beetje teleurgesteld. “Wacht eens even, als ik reïncarneer in andere tijden en plaatsen, dan zou ik wel eens met mezelf te maken kunnen hebben gehad op een gegeven moment.”

“Zeker. Dat gebeurt vaak genoeg. En omdat beide levens zich alleen bewust zijn van hun eigen leven, weet je niet eens dat dit aan de gang is.”

“Wat heeft het dan allemaal voor zin?”

“Serieus?”, vroeg ik. “Serieus?? Je vraagt mij naar de betekenis van het leven? Is dat niet een beetje stereotype?”

“Nou ja, ik vind het toch een redelijke vraag”, bleef je aandringen.

Ik keek je in je ogen. “De betekenis van het leven, de reden waarom ik dit hele Universum heb gemaakt, is om jou volwassen te laten worden.”

“Je bedoelt de mensheid? Je wilt de mensheid volwassen laten worden?”

“Nee, alleen jij. Ik heb dit hele Universum alleen voor jou gemaakt. Met elk leven dat je leidt groei en rijp je en word je groter en krijgt een groter intellect.

“Alleen ik? Hoe zit het dan met al de anderen?”

“Er zijn geen anderen”, zei ik. “In dit Universum is het alleen jij en ik.”

Je keek me aan met een beetje lege blik. “Maar al die mensen op Aarde dan…”

“Allemaal jij. Verschillende incarnaties van jou.”

“Wacht! Ik ben iedereen???”

“Nu ga je het eindelijk begrijpen”, zei ik terwijl ik je een schouderklopje gaf.

“Ik ben elk mens die ooit geleefd heeft?”

“Of die ooit zal leven, ja.”

“Ik ben Abraham Lincoln? Ik ben Hitler?” vroeg je een beetje walgend.

“Ja en je bent de miljoenen die hij vermoord heeft.”

“Ik ben Jezus?”

“En iedereen die hem ooit volgde.”

Je viel even stil…

“Elke keer dat je iemand iets aan deed”, zei ik, “deed je jezelf iets aan. Elke keer dat je iets liefs deed voor iemand, deed je iets liefs voor jezelf. Elk gelukkig en verdrietig moment ooit ervaren door elk mens, was of zal door jou ervaren worden.

Je dacht lang na.

“Maar waarom”, vroeg je me. “Waarom doe je dit allemaal?”

“Omdat eens jij zal worden zoals ik. Omdat dat is wat je bent. Je bent van mijn soort. Je bent mijn kind.”

“Zoooo!”, zei je ongelovig. “Je bedoelt dat ik een God ben?”

“Nee. Nog niet. Je bent een foetus. Je bent nog aan het groeien. Eens je alle menselijke levens geleefd hebt door alle tijden heen, ben je genoeg gegroeid om geboren te worden.”

“Dus… het hele Universum”, zei je, “dat is dus…”

“Een Ei”, antwoordde ik. “En nu is het tijd voor je om verder te gaan naar je volgende leven.”

En ik stuurde je op je weg…

Ik hoop dat jullie dit net zo'n mooi verhaal vinden als ik het vind. Het is natuurlijk niet exact zoals het echt zit maar de kern klopt behoorlijk. Iedereen die echt wil weten hoe het zit, zal de boeken van Jozef Rulof moeten lezen. Daar staat alles in waar iedereen naar zoekt. Maar niet iedereen is daar al aan toe, dat komt vanzelf. En anders komt de tijd hier op aarde vanzelf dat alles aan iedereen duidelijk is. Ieder op zijn eigen tijd, ieder op zijn eigen pad. Het komt goed.