Een jaar en 227 dagen zonder Sunshine
Gisteren was het weer zo’n dag dat het lopen me zwaar viel. Raar is dat toch. De ene dag krijg ik er energie van en voel ik me fijn terwijl ik buiten loop. De andere dag vind ik het zo zwaar en voel ik me alleen maar bek af en doet alles me zeer. Gisteren was weer zo’n laatste versie. Nou werkt ook het weer niet mee. Ik vind het niet erg om in de regen te lopen hoor, of in de kou of zo. Maar als het zo mistig is dan heb ik echt last van die astma. Dan is het ademhalen moeilijk en als dat moeilijk is dan is alles moeilijk. Daar ben ik de afgelopen jaren wel achter gekomen.
Ik moet dan altijd aan mijn opa denken, die het altijd zo benauwd had. Wat een levenskracht moet die man gehad hebben om het zo lang vol te houden en toch gewoon van alles te doen wat hij wilde. Nou ja, niet veel was dat hoor. Maar elke dag kwam hij naar ons toe. Met zijn flesjes zuurstof op zak. Daar kon niets hem van tegenhouden. Daarom vind ik ook dat ik niet moet zeuren als ik het een keertje benauwd heb. Ik heb goeie medicijnen ervoor en de meeste tijd heb ik er niet eens zo’n last van.
De medicatie zal ook wel een heel stuk verbeterd zijn in de loop der jaren. Daar heeft opa helaas niet van mee kunnen profiteren. Maar hij ging altijd gewoon door. Ik heb nu zelf al van alles al een keer mee gemaakt en ik kan dan ook zeggen uit ervaring, dat benauwdheid toch wel het meest remmend is van alles. Dat beperkt je enorm. Daarom ben ik ook zo blij met mijn medicijnen. Ik merk het altijd het meest als ik ’s morgens wakker word. Dan geef ik eerst de katten eten maar direct daarna moet ik mijn medicijn hebben.
Wat een geluk dat het er is. Anders zou het leven er nog een stuk moeilijker op worden. Ondanks zijn benauwdheid kende ik mijn opa alleen maar met een grote sigaar in zijn hand of op zijn lip. Dat was iets dat hij er niet voor wilde laten. Hij had een eigen kast, ook voor zijn jassen omdat alles naar die sigaren rook. Een apart luchtjes was dat altijd maar het was zo mijn opa’s luchtje. Ik denk wel dat ik de liefste opa van de wereld had. Hij was gek op ons allemaal. En ik was gek op hem. Hij had het altijd benauwd dus ik moet niet zeuren. Dat probeer ik dan ook maar niet te doen. In verhouding heb ik het wat dat betreft nog makkelijk.
Ik was met mijn auto een stukje verder de buurt in gereden zodat ik ook eens een beetje verandering van omgeving zou krijgen tijdens het lopen. Ik kwam op de terugweg naar mijn auto een sigarenzaakje tegen en dacht, ik neem gelijk shag mee. Dan hoef ik er daarvoor niet meer uit. Ik ben er al eens eerder geweest en ze geven me daar altijd het verkeerde mee en dan mag je het niet meer ruilen. Nu was ik heel duidelijk in wat ik wilde en de dame verzekerde me dan ook dat ze me het gevraagde meegaf. Ik vond het dan ook uiterst irritant toen ik zag dat ze me precies dat heeft mee gegeven wat ik niet wilde hebben. Helaas zie je dat dan pas als je die pot al open hebt gemaakt. Oké, dan is het nu officieel, ik ga daar nooit meer shag halen.
En om mijn ‘vrolijke’ bui nog vrolijker te maken, gingen de katten ook nog eens een keertje staken. Ja, staken ja. Wist je dat niet, dat katten ook konden staken? Nee? Niet gek want ik wist het ook niet. Maar ze deden het toch echt. Na twee dagen gewoon gegeten te hebben van het eten met de medicatie voor ze erin, hielden ze het nu voor gezien. En de twee jongsten die gewoon hun eten niet gelijk opslobberden was toch echt voor mij een nieuwe. De twee oudsten kwamen zelfs niet eens naar beneden, hoe ik ze ook riep. Nou ja zeg, wat gaan we nou weer krijgen? Willen jullie nu opeens niet meer eten? Dan ben ik er ook klaar mee hoor, dan staak ik ook.
Skylar liep echt rond van ‘waar is het lekkere eten dan’ en Rainbow kwam bij me zitten de hele avond. Toen uiteindelijk de twee van boven toch even hun poezengezichtje kwamen laten zien, heb ik hen hun voerbak voorgeschoteld maar ook zij wilden er niet van weten. Ik dacht, jullie bekijken het maar. Ik heb de bakken laten staan waar ze stonden en dat was het wat hun eten betreft. Later op de avond waren de bakken wel leeg gegeten. Ik weet alleen niet door wie. Alleen waren de bakjes niet helemaal schoon gelikt, zoals anders.
Ik had dit keer dan ook eerst de vermalen pillen in het bakje gestrooid en daar het eten op. Dat ga ik vanaf nu zeker niet meer doen. Volgens mij zit dat precies in dat laagje wat ze hebben laten zitten. Als ik het er bovenop strooi en het door het bovenste laagje heen prak, dan hebben ze het in elk geval binnen. En om de rest te kunnen eten moeten ze toch echt door dat bovenste laagje heen. Ook weer wat geleerd. Maar ik vind het wel vervelend want ik wil wel graag dat ze goed eten. Ook dat is beter voor de weerstand. Nu weet ik niet wie die bakjes leeg heeft gegeten en heb ik er helemaal geen zicht op wie er wel of niet gegeten heeft.
Daarom ben ik vanmorgen maar weer overstag gegaan en heb ik ze eten zonder de pillen gegeven, zodat ze in elk geval weer even allemaal een maaltijd binnen hebben. Misschien een beetje dom maar ja, ik heb nooit geroepen dat ik zo slim ben. Of wel maar of ik het dan meende… Ik kan juist beter in hun ochtend eten de medicatie doen want dat is verse vis en dat ruikt vast sterker zodat de medicatie minder wordt gedetecteerd door de vier kattenkoppen. Daar kom ik dan altijd op nadat het al gebeurd is. Ja, snel ben ik ook niet. Maar dan kan ik het vanaf morgen zo gaan doen. Ik hoop dat als ik gewoon stug vol houd, dat ze er dan aan gaan wennen en weer normaal zullen eten. Ze zullen er toch aan, moeten, gaan wennen.
Vandaag heb ik weer zo’n dag waarop ik me niet prettig voel. Dan komt er zo weinig uit mijn handen, nog minder dan anders en dat is al niet veel. Ik weet ondertussen ook uit ervaring dat ik dan niet mezelf moet dwingen dingen te doen want dan krijg ik geheid krampen en pijnen in de avond en nacht. Dat leer je al heel snel. Toch breng ik dan de dag door met zo’n onbestemd gevoel. Vervelend is dat. Dit is de tweede dag al, achter elkaar. Ik hoop dat het morgen weer een ‘normale’ dag zal zijn. Wat is normaal eigenlijk. Mijn dagen zien er natuurlijk compleet anders uit dan ze er ooit uitzagen. En dat mis ik gewoon.
Gewoon naar je werk gaan, gewoon onder de mensen komen, gewoon je ding kunnen doen, zonder pijn of kramp. Ik denk dat ik me zo voel omdat het me dwars zit dat het zo ontzettend lang duurt. De kerst en de nasleep ben ik nou ook niet echt vol vertrouwen uit gekomen. Als zelfs de dingen die je wel leuk vindt en wilt doen al zo eindigen, hoe moet je dan gewoon weer dingen gaan doen gewoon omdat het eigenlijk moet. Hoe zal ik dan ‘straf’ krijgen van dat lijf van me? Dat soort dingen gaan door mijn hoofd de laatste tijd. Ik wil hier gewoon uit, ik wil er zo graag vanaf. De vooruitgang gaat zo ontzettend langzaam en je valt zo snel weer terug.
Dat is iets dat ik met Stefan ga bespreken. Gelukkig staat de afspraak voor volgende week al. Want ik wil weten wat ik zelf nog meer kan doen. Dit duurt me gewoon te lang en ik word er ongedurig van maar als ik dan iets onderneem dan merk ik dat het niet gaat. Wat moet je dan doen in hemelsnaam? Dat zou ik graag willen weten. Wat zou het prachtig zijn als hij dan kon zeggen wat ik kon doen en dat het dan over zou zijn. Alleen denk ik niet dat hij dat antwoord zo voor me heeft, anders had hij dat al lang gezegd. Maar ooit ben ik hier uit en kan ik weer normaal functioneren en dan kijk ik hierop terug en kan ik het me bijna niet meer voorstellen hoe het was. Ik hoop dat dit moment snel zal komen. Ik ben het wel een beetje zat eigenlijk.