8. feb, 2019

Twee jaar en 255 dagen zonder Sunshine

Van de week heb ik zo gelachen. Iemand had van mij en nog iemand een foto ‘geshopt’ waarbij we op een motor zaten. Toen ik die voorbij zag komen, lag ik in een deuk! Door de flinke discussie die er was geweest, was dit wel een hele goeie manier om de lucht te klaren. Ik zal hem er hier bijdoen, dan kan de rest ook meelachen. Ik vond het in elk geval een enorm geslaagde poging om de lachspieren aan het werk te krijgen. Vooral de blik op mijn hoofd past voor geen meter bij het plaatje maar dat maakt het nou juist zo leuk. Daar moest ik nog het hardst om lachen eigenlijk. Het is dan ook geen gezicht!

Gisteravond zat ik op de bank iets te doen, met de tv aan voor het achtergrond geluid. Ik hoorde opeens een liedje waardoor ik zo’n 54 jaar terug werd gesmeten, het verleden in. Dave Berry met ‘This strange effect’ was de boosdoener. Of nou ja, boosdoener. Het was wel leuk juist! Oh wat was deze toen driejarige verliefd! Op de muziek zelf, op die stem en later, toen ik het singletje had en een foto erbij had, ook op de zanger. Ik had de liefste opa van de wereld en die verwende me mateloos. Of mijn moeder het nou wel of niet goed vond. Ik had voor mijn verjaardag een platenspeler gehad. Zo eentje die je nu alleen bij antiekzaken kunt kopen. Ik ben natuurlijk al stokoud als je naar de technologie van tegenwoordig kijkt.

Met zo’n deksel die, als je hem eraf klikte, de box was waar het geluid uitkwam. De arm met naald om de single of LP af te spelen. Zo’n naald moest regelmatig vervangen worden want dan was de scherpte eraf en klonk de muziek niet goed meer. En je kon switchen tussen 33 en 45 toeren. Het grappige was dan ook altijd, als je een singletje, volgens mij moesten die op 45 toeren, opzette op 33 toeren, dan waren de toeren te laag. Let wel, ik weet het niet zeker meer want dat kan net zo goed andersom zijn geweest hoor. Of een LP op 45 toeren, dan leek het alsof ze veel te snel en met cartoon stemmetjes van the Chipmunks aan het zingen waren. Dat deed je dus wel eens alleen al voor de lol. Of het stond per ongeluk nog verkeerd en dan lag je direct in een deuk.

Wij hadden zelf geen televisie, mijn moeder en ik, alleen radio. Pas later kregen mijn oma en opa televisie en dan ging ik bij hen kijken. Ze woonden in het huis onder waar mijn moeder en ik woonden. Ik werd schoon gewassen in de grote zinken teil die gevuld was met ketels kokend water gemengd met wat koud. Daarna ging ik, nog nagloeiend en dampend, de trap af, met mijn pyjamaatje al aan, om bij oma naar Bruintje de Beer of naar de Fabeltjeskrant te kijken. Oh wat vond ik dat geweldig. Maar muziek luisterde ik op de radio en er waren een paar liedjes die ik helemaal geweldig vond. Ik wist alleen niet wie dat zongen of hoe die liedjes heetten. Ik was dan ook nog maar drie. Ik werd helemaal overenthousiast als ze op de radio kwamen en zong ze van voor tot achter helemaal mee. Of ik wist wat ik zong, dat weet ik niet meer. Opa ging dus met mij naar de platenwinkel, om de door mij zo geliefde liedjes op vinyl te gaan kopen. Zulke dingen deed mijn opa gewoon.

Maar ja, daar stonden we dan midden in de platenzaak en wie of wat moet je dan hebben? Ik wist geen namen en opa was daar al helemaal niet in thuis. Opa was gek op Anneke Grönloh, met brandend zand, waar mijn oma dan weer jaloers werd. Ik weet gewoon alles nog, hoe die winkel eruit zag. Je moest een trapje af, een soort souterrainwinkel op de Schiedamseweg waar de winkel zat. Daar zag je dan een grote, witte, lange toonbank en daar stonden van die koptelefoons in de houder. Daar kon je dan, zonder anderen te storen, Lp’s beluisteren. Opa tilde me daar helemaal op en ik begon de liedjes te zingen waar ik zo gek op was. Toen wisten ze precies wat ik wilde en glunderend van de trots en plezier liep ik later de winkel uit. Het kleine plastic tasje met de singles in mijn hand, mee bungelend op mijn gehuppel.

Ik kwam thuis met de single van Dave Berry die zo’n strange effect on me had, nu nog trouwens. Ik heb iets met dat nummer, zodra ik het hoor vind ik het nog steeds betoverend. En het andere singletje was van The Beatles, Yesterday. Op de andere kant, de zogenaamde B kant, stond geloof ik ‘You make me dizzy miss Lizzy’. Volgens mij heb ik dit eerste begin van mijn platencollectie volledig grijs gedraaid. Bovendien werd ik helemaal verliefd op alle vijf die mannen met hun pony’s. Hilarisch, ook die pick up, zoals we die noemden. Je moest die arm namelijk oppakken en voorzichtig aan het begin van de plaat neerzetten. Door de scherpe naald kreeg je op den duur allemaal krasjes waardoor de muziek van die vreselijke kraakjes er doorheen kreeg. Of een diepere kras waardoor de plaat over bleef springen. Sprong hij verder dan miste je gewoon steeds een stukje. Sprong hij terug, dan moest je er even naartoe om met je vinger het springen tegen te houden en dan ging het weer vrolijk verder. Dat is wel hele andere koek dan YouTube of een USB stick. Ah, de nostalgie van dit alles. Leuke herinneringen, vooral aan mijn zachte, lieve schat van een opa.

Dat was een leuke wandeling door de Herinneringenlaan. Verder heb ik me bezig gehouden met het maken van naambordjes. Voor mijn broer en San, die had ik half af al laten zien. Die zijn op huizenjacht en hopelijk brengt het bordje ze geluk, nu en later. Dan voor mijn eigen kleine ekstertje, Kimberley, en Daan natuurlijk ook. Zo’n zelfde huisje maar dan met bling bling, waar zij zo gek op is. En toen had ik nog één zo’n huisje over. Nou, ik wil ook wel een keer verhuizen hier, voor mezelf dan ook maar zo’n geluksbrenger gemaakt. Wel geheel bij mij en de cits passend. Ik gebruik het woordje cits omdat het voor mij een combinatie is van kids en cats, dus cits. Maar gisteren had ik CITS geschreven, in het wit op de zwarte achtergrond maar bij de I had ik links met zwart het zo gemaakt dat het een A werd maar dat zie je haast niet natuurlijk, op dat zwart. Goh, zo kon het ook nog. Zie je wel, voor mij moest het gewoon ‘cits’ worden. Om meer dan één reden.

Het is een beetje rommelige week geweest met weinig structuur. Dat vind ik niet prettig maar ja, moet ook een keertje kunnen. Dit weekend heb ik wat dingetjes staan waar ik ook nog van af kan wijken maar maandag gaan we weer met het strenge schema aan de slag hoor. Daar voel ik me toch prettiger bij. Bovendien wil ik er vanaf volgende week elke dag een sollicitatie uitgooien. Ik heb een mail terug gehad van een recruiter, die nu graag een gesprek wil maar dat werk is in Amstelveen en dat vind ik een beetje te ver, eerlijk gezegd. Dan moeten ze toch wel een wereldsalaris gaan bieden met direct een contract voor onbepaalde tijd, mocht ik dat er toch nog voor over hebben. Oh en een luxe auto van de zaak, zou ook niet gek zijn. Verder heb ik weinig eisen hoor. Ik moet er zelf bij grijnzen. We gaan het wel zien weer allemaal. Morgen lekker weekend, nog even rustig aan. Maandag weer een nieuwe week, ga ik er uitgerust weer tegenaan!

8. feb, 2019

Quote van de dag

"God respecteert me als ik werk, maar heeft me lief als ik zing.

Origineel: God respects me when I work; but God loves me when I sing."

Rabindranath Tagore Indiaas mysticus, dichter en Nobelprijswinnaar literatuur (1913) 1861-1941
7. feb, 2019

Twee jaar en 254 dagen zonder Sunshine

Zo, vandaag weer eens op LinkedIn gekeken. Had ik twee berichten van recruiters die geïnteresseerd waren. Die heb ik een berichtje terug gestuurd. Dat telt voor mij als twee sollicitaties. Kreeg ik later nog een mail, nog een aanbieding, ook teruggemaild. Binnenkort moet ik de UWV benaderen, voor een WW uitkering maar het liefst zou ik dat natuurlijk niet nodig hebben. Het liefst heb ik per 1 maart een nieuwe baan. Zou dat even leuk zijn! Maar goed, we gaan het zien. Ik heb gereageerd, je weet het maar nooit. Eentje ging om de functie van expediteur en wat die precies doen, daar heb ik geen ervaring mee. Maar ervaring kán je opdoen door te doen. Dat is de enige manier. Ach, het komt wel goed en er komt vast iets op mijn pad dat exact bij mij past. Dat komt gewoon helemaal vanzelf, let maar op.

Ik heb, toen ik de printer kocht, een abonnement genomen op de HP easy ink. Heel interessant want iedereen weet, dat die inkt cartridges duurder zijn dan een nieuwe printer. Belachelijk hoor, maar helaas waar. Bij easy in kan je zelfs gratis tien printjes per maand maken maar betaal je drie euro per maand, dan mag je 50 printjes daarvan maken. Je printer stuurt ze bij HP zelf een berichtje als er een cartridge leeg gaat zijn binnenkort en dan sturen ze je die vast op. Maak je minder dan die 50 printjes, dan neem je ze mee naar de volgende maand. Stel je hebt er 30 over, dan mag je de maand erna tot 80 printjes maken, zonder extra te betalen. Heb je opeens een piek dat je veel moet printen, dan kan je voor heel weinig geld, extra printjes maken. Ze mailen je dan ook nog een waarschuwen dat je bijna bij je limiet zit en ook als je er overheen gaat.

Ik vind het ideaal en erg bijzonder want het kopen van een nieuwe cartridge vond ik altijd een nekkenbreker. Dan stond mijn printer maandenlang ongebruikt tot ik echt iets moest printen en als je dan niet genoeg geld had om die cartridge te kopen, dan werd er nog niets geprint. Nu merk je het bijna niet eens. Ik print niet zo gek veel, soms is het wel handig en daarom had ik ook veel printjes over. Maar, daar kwam ik nu achter, je kan maar tot 50 printjes meenemen. De rest gaat verloren. Aha, zo verdienen ze er toch aan natuurlijk! Ik begreep het al niet, hoe geniaal ik het verder al vond. Over zulke dingen denk ik na want dan ben ik gewoon nieuwsgierig. Zo dus, nu weet ik het. Dus ik moet wel in elk geval iets gaan printen want ik heb er nu 100 maar dat hadden er 130 moeten zijn. Die 30 zijn foetsie weg. Ik begrijp ze, ik begrijp het concept en ik vind het nog steeds ideaal. Zelfs voor het jaarbedrag, 12 x 3 = 36, had ik nog niet eens één nieuwe cartridge en je hebt voor zwart en kleur twee verschillende nodig. Ongeacht mijn 30 weggegooide printjes, ben ik nog steeds blij met deze deal.

Dat ik een fervent student ben van de Rulof boeken, dat is nu wel ongeveer bekend. Omdat Jozef Rulof een transmedium was, kon een Meester van het licht, zijn lichaam overnemen en zo werden de boeken geschreven. Eén van de boeken, Maskers en Mensen, is niet door één van de Meesters van Jozef geschreven maar door de toen nog niet zo heel lang overgegane Frederik van Eeden. Het is een machtig boekwerk en ontzettend moeilijk te doorgronden. In elk geval, zeker niet het eerste boek dat je moet lezen want dan lees je nooit meer. Toen ik eraan toe was, de eerdere boeken had gelezen, er zit een bepaalde volgorde in, waardoor je die diepte kan begrijpen, wat Maskers en Mensen inhoudt, ben ik het gaan lezen. Het is zo totaal anders geschreven dan al de andere boeken. Je merkt dus al direct, dat dit een andere schrijver is. En toen ik wist dat het Frederik van Eeden was, die dit na zijn dood had doorgegeven via Jozef, ben ik me wat in die man gaan verdiepen.

De meeste mensen zullen hem kennen als de schrijver van “van de koele meren des doods”. Daar is een film van gemaakt met Renée Soutendijk. Maar het is een vrij bekend schrijver die tijdens zijn leven enorm op zoek was naar hoe het allemaal in elkaar zat. Hij was zo gelukkig deze roman te mogen doorgeven, die een kosmische diepte heeft en een verdieping in wat je ervan kunt begrijpen. Maar hij heeft nog veel meer boeken geschreven en nog veel meer bijzondere dingen gedaan, maar dan tijdens zijn leven. Als je hem zo een beetje gaat onderzoeken, dan heb je al snel door dat het een bijzonder mens is. Hij was dichter, schrijver, psychiater, arts, parapsychologisch onderzoeker en een fervent denker plus nog veel meer. Ik weet zeker dat ik het enorm met hem had kunnen vinden, door onze gelijk interesses. Hij heeft het sterfbed van zijn zoon beschreven, zoals alleen hij dat kan. Zijn zoon stierf op 21 februari 1913 op 24 jarige leeftijd. Ik zal het stuk hier plaatsen.

Paul lag zoo als een stervende ligt, met half geslooten oogen en oopen mond met neergezakte onderkaak. Maar toen hij dat gezegd had: "nu moest het koomen" en ik hem ried te gaan slapen, toen deed hij juist als een die gaat ontwaken. Hij hief het hoofd wat op, sloot den mond en vouwde langsaam, met de uiterste zorg, in een laatste inspanning, de lange uitgeteerde handen in elkaar. Toen knikte hij eenige malen, blijde toestemmend. Hij hoorde iets, dat niet voor ons hoorbaar was, en het was een heuchelijk bericht hij knikte blij. En toen deed hij de oogen wijd, wijd oopen, en zijn lippen preevelden een gebed. Toen zag hij iets, iets onbeschrijfelijk schoons en heerlijks. Dat was onloochenbaar te zien aan zijn verheerlijkte, extatische gelaats-uitdrukking, aan zijn wonderbaar verrukten blik. En zoo bleef hij. Doodstil. De ademhaling hield op, als hield hij den adem in. Ik wachtte op een convulsie, de doodsnik. Nooit had ik iemand zonder convulsie zien sterven, zonder geluid, zonder kramp. Maar Paul bleef doodstil, de mond geslooten, de handen gevouwen, de wijd oopen oogen stralend van geluk. En zoo bleef hij, zoo liet hij zijn lijf bij ons achter. De oogen lieten zich niet sluiten, de uitdrukking van verheerlijking bleef, zoolang wij hem gezien hebben. De glans uit de oogen stierf eerst langsaam weg, zooals het licht na zonsondergang. "Wij konden niet droevig zijn en rouw bedrijven. Wij hadden het allen gezien, hoe zijn wensch vervuld was en "de goeie God hem tot zich genoomen" had. De termen zijn van geen belang, wij hadden het feit gezien. Wij hadden gezien hoe hij uit het lichaam was verlost, intact en gaaf van ziel, als de teere vlinder, uit de dorre cocon. Hij was niet bewusteloos geweest, hij was in vol besef overgegleeden uit deeze ruimtelijke zinnewereld in een nieuw en heerlijk bestaan, waarin hij ook hoorde en zag, schoonheden voor ons verborgen. Wij hadden gezien dat hij niet insliep, maar ontwaakte. Wij konden niet droevig zijn, er was een plechtige vreede in ons hart, de glans van zijn verheerlijking was op ons teruggestraald". (in oud geschrift) (uit: "Paul's Ontwaken").

Met dank aan Guido Vermeire die het stuk plaatste op Facebook. Ik las het met tranen in mijn ogen. Als ik straks sterf, dan zou ik ook zo willen gaan! Want zo laat je je geliefden zien en zeker weten dat er boven nog veel meer is. Het taalgebruik vind ik prachtig! Kijk, dát is een echte schrijver, eentje die zorgt voor echte literatuur. Daar kan ik niet bij in de schaduw staan hoor. Daar valt mijn schrijven, of dat nou blog of boek is, totaal bij in het niet. Kon ik het maar zo. Hoe prachtig omschrijft hij hier iets, zodat wij het voor ons konden zien, precies zoals het voor hem was. Schitterend gewoon. Hoe knap ook dat je dit als vader zo kan. Hoe mooi dat iemand zo mag sterven, zo zou iedereen toch wel willen gaan? Vooral dan ook om hoe je de anderen dan achter laat. Die moeten dan wel blij voor je zijn.

Of ik zo mag gaan durf ik niet te zeggen maar wel hopen. Want de rest, dat weet ik zelf al heel zeker. Ik geloof dat niet, ik weet dat. Dat zit van binnen en dat kan je voelen. Ik heb daar geen angst voor en zonder suïcidaal te zijn, zie ik er naar uit. Maar als je het zo kan laten zien, dat het echt heel mooi is daar en dat je graag gaat, dan bespaar je diegenen die je achterlaat veel verdriet. Niet dat ze helemaal geen verdriet zullen hebben maar dan is het fijn, als dat verdriet even oplaait, om aan dat mooie afscheid terug te denken en het even te laten verzachten. Ik ben al blij dat hij het zo heeft opgeschreven en dat wilde ik echt even delen. Ik vond het een te mooi stuk literatuur, om dat niet te doen.

7. feb, 2019

Quote van de dag

"Er is een dubbele zon voor nodig om de bodem van menselijke domheid te verlichten.

Origineel: II faut un double soleil pour éclairer le fond de la bêtise humaine.

Bron: Nekrassov (1956)"

Jean-Paul Sartre Frans schrijver, filosoof en Nobelprijswinnaar literatuur (1964) 1905-1980
6. feb, 2019

Twee jaar en 253 dagen zonder Sunshine

Wat een leuke dag is het geweest vandaag. En dat lag op zeker niet aan de weersomstandigheden. Ik hoor opeens het weer op de achtergrond, synchroniciteit, het wordt nog veel erger. Onstuimiger, met regen en storm. Jakkie. Maar het wordt wel warmer met oplopend tot 11 graden in het weekend. Nou ja, daar heb je dan ook niks aan want als het stormt en regent, dan wil er toch geen hond naar buiten. Ja een kat wel, hier willen ze elke dag op zijn allerminst de balkondeur open. Vooral ’s morgens in de vroegte, in je ponnetje, is dat koud. Die zullen in het weekend dan helemaal wel naar buiten willen. Maar van de wind en van de regen houden ze niet zo. Die beiden willen ze toch ook maar liever vermijden. Ik vermijd liever die open deur maar goed, je moet er wat voor over hebben.

De ochtend heb ik een beetje opgeruimd en zitten wachten op een oud collegaatje van me. Die komt op de koffie en lunchen. Deborah is een echte babbel en als je ons dan samen zet, dan zijn we niet zo snel uit gekwekt. En nu hebben we elkaar al heel lang niet gezien. Dat wordt echt druk! De dag zal voorbij vliegen, dat wist ik van te voren al. Alleen dan heb je nog niks gedaan natuurlijk.

Als we elkaar op veel regelmatigere basis zien dan hebben we nog veel bij te kleppen maar nu hebben we elkaar al heel lang niet meer gezien en bovendien is er enorm veel gebeurd bij ons allebei. Dus ja, dan zit je zo een paar uur te kletsen. Na de koffie bleven we doorkletsen tot het alweer half twee was opeens. Oh jeetje, Rainbow moest al lang lunchen. Bokkie, haar bijnaam en dat mogen niet veel mensen zeggen tegen haar, lag in een deuk. ‘Heb jij tegenwoordig katten die lunchen?!’ ‘Ja, omdat die eigenwijze dief geen brokjes eet en dan wordt dat zwart witte kalf dat zijn broer is jaloers. Die krijgt ook een beetje lunch dan maar.’ Het klinkt luxe maar is bittere noodzaak voor Rainbow natuurlijk. Maar goed, dat heb ik uitgelegd.

Bokkie komt van van Bokkem, en zo ben ik haar spontaan gaan noemen. Ze kan best opvliegen als het haar zo uitkomt en dan moest ik altijd lachen. Ik zei dan dat ze als een Bokkem op de haverkist sprong. Later hebben we van de speciale eigenaardigheden van de collega’s van die Delftsblauwe tegeltjes gemaakt met uitspraken die daarbij hoorden. Die van haar was uiteraard ‘als een van Bokkem op de haverkist springen’. Ik kreeg ‘het regent pijpenkrullen’. Ik deed altijd erg mijn best om mijn haar steil te krijgen maar zodra het maar een klein beetje druppelde buiten, ging het of kroezen of enorm krullen. Dit werkte dan erg op de lachspieren van mijn collega’s. Als het regende dat het goot, zaten ze al klaar als ze wisten dat ik eraan kwam. Dan konden ze weer lachen om die verzopen bouvier met een bad hair day. Wat had Sandra van der Elst nou ook al weer? Die ben ik even kwijt maar ze had er wel eentje.

We hadden er nog eentje voor Michel met ‘Michels huisje heeft zijn KRUISJE’. Oh dat is ook zo’n hilarisch verhaal. Er zijn vast collega’s die dit nog weten. Michel en ik waren ongeveer tegelijkertijd bij de RMC begonnen. Ik ben al snel naar de Centrale Verkeersleiding gegaan, CVL in het kort. Na een aantal jaar maakte Michel ook de overstap en toen was ik al een behoorlijk ervaren planner. We planden de busjes zo logisch mogelijk in met ritten en ook waar en hoe laat de chauffeurs pauze hadden, zetten we erin. Soms moest je een paar minuten schuiven met zo’n pauze om een rit kwijt te kunnen en dat moest je dan aangeven met een kruisje in een bepaalde kolom. Je kunt je wel voorstellen als vier planners dit één keertje zouden doen, dat de chauffeur dan minstens een uur later zou eten. En daar hadden wij als oplossing dat kruisje voor gemaakt. Michel zat nog midden in zijn inwerk periode en hij was nog een beetje onzeker.

Michel, Hollands glorie, blond haar en blauwe ogen en een snelle blos als hij verlegen werd. Hij zit te zoeken en te zoeken. Ik zie het en ik vraag of het allemaal lukt. Ja, het lukte allemaal wel en op zich snapte hij het ook allemaal wel. Het bleef weer even stil en ik bleef naar hem kijken. Hij had misschien wel een rare vraag, of ik even kon komen kijken. Ja hoor, natuurlijk, ik kom wel even. Hij opent een planning van een rolstoelbusje. Ik kijk over zijn schouder mee. ‘Kijk’, zegt hij, ‘ik kan hier nog een rolstoel op kwijt maar dan schuift de pauze van de chauffeur door. Ik weet dat jullie dan in die kolom dat kruisje erachter zetten. Ik kan alleen dat kruisje niet vinden. Kan jij me laten zien hoe dat moet dan?’ Van binnen begon ik al te lachen maar ik probeerde me te beheersen. Dit werd een leuke dag vandaag!

‘Hebben ze jou dat niet geleerd tijdens de opleiding?’, vroeg ik hem. ‘Nou, dat zijn ze dan mooi vergeten! Het is niet moeilijk hoor, maar je moet het wel even weten want anders zoek je je rot natuurlijk.’ Ondertussen zit hij me begrijpend knikkend aan te kijken. ‘Nu moet je wel even opletten hoor, anders mis je het zo. Schrijf het even op of zo, de handelingen, voor de volgende keer.’ Braaf pakt hij een notitieblokje en een pen. ‘Let goed op wat ik nu ga doen’, zeg ik hem nog. Ik zie hem al klaar zitten, blik op mijn handen en pen en papier in de aanslag. Ik druk de hoofdletter-toets in en ik druk op de X. Als hij op dat exact zelfde moment zijn flater beseft, zie ik vanuit zijn nek een vurig rood op trekken dat je door zijn blonde haar tot op zijn kruin ziet doorschemeren. Ik begon te lachen tot ik niet meer kon en Michel zag ik alleen maar roder worden. Ik had het niet meer, zo leuk was dat.

Daarna werd het nog erger want ik was zo moe van het lachen, ik moest even pauzeren om bij te komen. Maar ja, het verhaal vond ik zo hilarisch, dat ik het aan een paar collega’s vertelde die ook zaten te roken. Toen hadden we zelfs nog een rokerskantine, kan je nagaan hoe lang geleden dat is. Het verhaal ging als een lopend vuurtje en Michel had daar zo de pest over in dat hij  me voortaan Nazi noemde. Kreeg ik een briefje, wat we deden onder elkaar bij wisselen van dag- en avonddiensten, stond erop ‘lieve Nazi, wil jij dit of dat nog oplossen’ en dat soort dingen. Maar het ergste moest nog komen. Want alles wat maar met een kruis of kruizen te maken had, schoot me te binnen.

Michel, ik heb een ritje laten staan, speciaal voor jou, de Kruiskade!!! Jij doet vast mee met de X factor. Wil je een beetje kruizenmuntthee? Jij kan nooit in Amsterdam wonen, drie kruizen op één paaltje. Wil je overwerken of zet dat een KRUIS door je plannen. Nou ja, noem het maar op, ik wist niet dat je zoveel met en over kruizen kon verzinnen. Hij zei op een gegeven moment, nu is het echt niet leuk meer hoor. Nog heel even, dan ben je over het randje, zei ik dan, en dan vind je het vast weer leuk! Toen had je nog Hyves en toen schreef ik af en toe wel eens een blog daar. Niet vaak maar het verhaal van Michel zijn kruis, dat was té leuk om niet te vertellen. Toen kreeg hij het nog een keer over zich heen, van alle collega’s die mijn blog hadden gelezen.

Zelfs jaren later, toen ik al lang op een andere afdeling werkte, moesten we wel eens wat mailen met elkaar. Dan schreef hij weer aan de Nazi die dan altijd wel ergens een zin vond waar een kruis in kon worden genoemd. Heerlijk zoiets en goed voor jarenlang af en toe de slappe lach! Hier hebben Bokkie en ik het niet eens over gehad. Dit kwam nu bij me op. Ze is in elk geval uren nadat ze het van plan was, naar huis gegaan. Dat kletsen, dat zijn we in elk geval niet verleerd. Het lachen ook niet. Als ik aan mijn vorige baan terug denk, dan zijn de jaren op de CVL toch echt wel de leukste geweest.

Leuk om daar zo op terug te kunnen kijken! Het verhaal met het kruis, dat vergeet ik nooit meer! Té leuk. Met Bokkie had ik het ook nog over de 13 van mijn moeder gehad, dat vond ze zo’n bijzonder verhaal. Open ik de pc om mijn blog te schrijven, heb ik 13 meldingen op Facebook. Omdat we het er net over hadden, stuur ik een foto ervan naar haar via de app. Kijk ik later, zie ik dat ik het om 17u23 gestuurd heb. Tel maar op, 13. Mijn moeder vond het blijkbaar ook leuk dat ze weer eens geweest was, mijn moeder vond Bokkie wel lief…