Ik heb me opgegeven voor een televisieprogramma. Niet omdat ik zo graag met mijn smurf op tv kom hoor, helemaal niet. Ik zou liever Kim sturen of zo, maar dat gaat niet. Want het gaat om mijn allerbeste en liefste vriendje uit mijn
jeugd. Hij is eigenlijk stiekem iets ouder dan ik, maar ik reken hem altijd als exact even oud. Want vlak voor ik geboren werd, heeft mijn opa hem voor mij gekocht. En sjonge, dat was even een schot in de roos. Een Teddybeer, die ik Beer noemde, werd al snel
onmisbaar voor mij. Beer sliep in mijn armen, al zover terug als ik me kan herinneren.
Als je hem van rechtop op zijn rug draaide, zei hij met een zware stem “Beeeeerrrrrr”. Vandaar dat ik hem zo ging noemen vanaf ik begon
te praten. Als ik verdriet had, dan troostte Beer me zoals niemand anders kon. Hij lag altijd op mijn bed op mij te wachten. Zonder Beer slapen, kon ik niet. Dus de keer dat we op vakantie gingen, naar een vakantiehuisje in Epe, moest Beer natuurlijk mee.
Anders had ik de hele camping op stelten gezet. Ik was wat dat soort dingen betreft een echte kleine diva. Ik was, ook al was ik pas drie, ook erg eigenwijs. Ja, toen al ja, inderdaad. Zwemmen kon ik nog niet, dus mijn moeder was als de dood dat ik in het
water zou vallen, want er waren vennetjes of meertjes daar, als ze me niet in de gaten hadden.
Op een dag was ik de hele dag al met haar op en in het water geweest. Mijn moeder had zo’n klein opblaaszwembadje als bootje gebruikt
voor mij. In de avond werd het fris en ik moest naar bed. Zo vlug als mijn kleine beentjes mij konden dragen, vloog ik richting het meertje en daar stond dat badje nog. Hup in het bad/bootje en zo het water op. Ik dobberde daar midden in het meertje en mijn
moeder maar roepen aan de kant. "Ria kom nou toch!" NEE! Volgens mij is mijn oom er toen ingesprongen en me komen halen. Dat verhaal heb ik jarenlang aan moeten horen, dat begrijp je wel. Ik wilde gewoon niet slapen, ik wilde varen, dat vond ik geweldig. Nu
nog hoor, zet mij op het water in iets dat blijft drijven en je hebt geen kind meer aan me.
Dat je, als jouw kind zo’n belangrijke knuffel heeft, ook op moet letten, dat je die mee terug neemt als het ding mee is op vakantie,
daar kwam de hele familie ook snel achter. Want dat was exact wat er gebeurde natuurlijk. Toen ik naar bed moest, was Beer nergens te vinden. Ik heb half Rotterdam bij elkaar gegild. Het was echt drama, een groot drama. Ik weet het verdorie nog steeds! Oh
wat had ik een verdriet, ik was totaal ontroostbaar. Mijn arme oom is toen helemaal terug gereden naar Epe, om Beer te zoeken. Dat is maar een uurtje of twee heen en dan ook weer terug. En hij had net al twee uur gereden naar huis natuurlijk. Ik denk niet
dat hij toen blij met mij was. Helaas, zonder Beer kon ik niet. Gelukkig wist iedereen dat, ook al waren ze er op dat moment niet echt blij mee. Met rode ogen, zonder stem en een verstopte neus, kropen Beer en ik gelukkig samen het bed in die avond. Ja, Beer
was me zeer dierbaar, bijna heilig.
Ik ben ik weet niet hoe vaak verhuisd. Nu werd ik zelf even nieuwsgierig, en ik ben gaan zitten tellen. Als ik het goed heb is dat twaalf keer geweest, zelfs ook helemaal naar het buitenland.
Ja, oké België is vlakbij. Toch is het buitenland voor hier. Dus dat telt wel. Oh, twaalf keer? Nog ene keer dan, volgens mijn moeder! Beer is overal mee naartoe verhuisd. Ook al valt hij nu zo'n beetje uit elkaar als ik ernaar blaas, ik kan hem
niet weg doen. En toen kwam er een oproep van dat programma, of je iets hebt dat gerestaureerd moet worden en dat belangrijk voor je is, toen dacht ik opeens aan beer. Mijn arme jongen is ontzettend toe aan een opknapbeurtje. Wie weet kan het nog goedkomen
met hem, ooit. Afwachten of ik er ooit nog iets van hoor. Wat zou het mooi zijn als Beer nog een ronde mee mocht komen.
Dan kan ik vroeger een kleine diva zijn geweest, maar hier zijn er vier harige diva’s hoor. Gisteren
ook weer, Moonlight is een lastige eter. Hij heeft van die periodes dat hij geen natvoer eet, of geen snoepjes wil. Een hele aparte is het. Of hij springt al op het aanrecht, als ik eten in de bakjes doe, zo’n trek heeft hij. Hij is ook de enige die
dat mag want hij kiest een bakje uit en gaat eten, en schrokt niet alles van de anderen op. Rainbow probeert het wel eens, maar die moet eraf van mij. Dat weet hij heus wel.
Momenteel zit Moonlight weer in zo’n lastige periode.
En soms eet hij dan wel, soms niet. Hij springt in elk geval niet op het aanrecht. Zijn bakje op de grond bij de andere twee jongens zetten heeft geen zin. Daar komt hij niet eten. En bovendien, dan gaat Rainbow snel dat bakje leeg eten. Zo is hij wel. Moonlight
staat dan wel altijd ergens, waar hij zijn bakje eten geserveerd wil hebben. Soms is dat buiten, op het balkon, soms op de kast of op de tafel. Altijd wel rare en hoge plekken. Dat maakt mij niet uit, ik geef het hem daar wel.
Dus kreeg
hij het gisteren op de kast. Hij nam een micro hapje en sprong van de kast. Zucht. Dan niet! De anderen waren lekker aan het eten en zelfs Aurora had zich naar beneden begeven voor de gelegenheid. Zij at op de gang. Die gaat ook zitten waar ze wenst te eten.
Ja, ik heb het er maar druk mee. Rainbow, en Skylar ook soms, zoeken alles af, waar staan de bakjes van de anderen, als ze hun eigen bakjes leeg hebben. Want dan eten ze de restjes daar ook van op. Die van Moonlight vonden ze niet zo snel. Terwijl ik nog hier
zit te typen gisteren, komt Moonlight weer op de kast. Hij begon toch weer een beetje te eten. Alleen heel onhandig. Ik moest daar weer zo om lachen. Rare gozer is het toch.
Hij stond, toen hij het net geserveerd kreeg, op de hoogste
kast, daar stond het bakje dan ook nog. Maar hij zat nu op de lagere kast. Toch maakte hij geen gebruik van het feit dat hij nu eigenlijk heel makkelijk zou kunnen eten, met dat hoogte verschil. Nee, hij moest weer met zijn voorpoten op dat hogere stuk gaan
staan en zo zich nog moeten buigen om te eten. Ik lag dubbel. Heeft hij toch nog lekker staan te smikkelen, zij het wat onhandig. Skylar had hem zo boven zien eten en zo wist hij natuurlijk gelijk waar het bakje van Moonlight zich bevond.
Skylar
is iets meer streetsmart dan Moonlight want die maakte wel goed gebruik van het hoogteverschil en ging er zelfs nog heerlijk bij zitten ook. Oh echt hoor, wat zijn ze toch allemaal geweldig! Wel raar eigenlijk want Skylar is nog nooit buiten een veilig huis
geweest, ja twee keer naar de dierenarts. En Moonlight is toch buiten ergens geboren, je zou hem slimmer verwachten. Maar nee, Moonlight is een lastige nuf hoor. En lekker eigenwijs ook. Zo hebben ze allemaal wel hun eigenaardigheden. Voor mij soms lastig
maar meestal moet ik er zo smakelijk om lachen, ik zou het niet anders willen. Het wordt weer tijd, even mijn blog plaatsen en dan mijn cits hun avondmaaltje geven. Kijken waar ze nu weer willen eten.