Ik had het gisteren over politie agentje spelen voor Skylar en dat zou ik nog verder vertellen. Na maanden en maanden van dit volhouden, besefte hij op een gegeven moment opeens, dat ik het niet op zou geven. Een ander had, denk ik
allang de handdoek in de ring gegooid, ik niet. Want ik deed het niet voor mij maar voor hem. En dat vind ik dan belangrijker dan wat dan ook. Hoe zwaar het ook voor mij was, het moest. Het had alleen een heel groot nadeel, hij is gaan denken dat ik niet zoveel
van hem hou. En dat is absoluut niet waar. Ik hou van al mijn beestjes, even veel maar wel op een andere manier.
Mijn diepe band met Moonlight, dat heb ik alleen met hem zo. Dat komt ook omdat we samen zo’n diep verdriet hebben
gedeeld in het missen van Sunshine. Dat brengt je heel dicht bij elkaar. Maar ik hou net zoveel van Aurora, met haar eigen prachtige verhaal, van valse en dus bange, krabbende straatmadelief tot diva. En Rainbow vertedert me altijd weer. Skylar heeft humor,
hij heeft een ‘glimlach’ op zijn koppie, omdat zijn mondhoeken omhoog krullen. Dat ziet er verschrikkelijk lief uit altijd en hij is zo heerlijk lomp en grappig. Hij gilt als een keukenmeid als hij naar buiten wil. Hij scheldt terug als ik iets
zeg, hilarisch! Ik hou echt van allemaal evenveel en allemaal toch ook anders. Maar anders wil niet zeggen minder, zeker weten van niet.
Dat probeer ik hem dus wel te laten merken. Het was alleen al een poosje aan de gang voordat het
me opviel. Dat ik echt van hem hou maar door er te zijn voor zijn gezondheid en eigen bestwil, heb ik dat helaas een klein beetje verpest. Dat wilde ik echt niet, dat was heus mijn bedoeling niet. Maar ja, leg het hem eens uit! Dat gaat niet lukken namelijk.
Ook dat Rainbow moet lunchen omdat hij geen brokjes eet. Dat hij anders de hele dag niets meer eet na het ontbijt, en dan ziek wordt van de honger. Dat hij dan zijn avondeten naar binnen schrokt en het weer uitkotst dan. Leg het maar uit.
Dus
ben ik hem ook een beetje lunch gaan geven, ik hoop dat hij denkt dat hij evenveel krijgt. Gelukkig zijn ze niet goed in meten. Maar toch, het doet me pijn dat hij altijd gelijk denkt op zijn kop te krijgen. Wel heb ik dat dan liever, dan dat ik iets toelaat,
dat hem ziek zou kunnen maken. Dan kies ik toch maar voor zijn afstandelijkheid die dat teweeg brengt, en weet ik dat ik het, ondanks de pijn die dat doet, het juiste gedaan heb. Het is voor zijn bestwil, alleen dat weet hij gewoon niet. Maar ik wel en dat
is net zo belangrijk.
Het is ook een beetje mijn eigen schuld want ik dacht ook heel vaak dat hij het alleen was, die Aurora boven aanviel. Maar dat was dus niet altijd zo, al schreeuwde ik dan wel hard SKYLAR! Dat hij het niet was,
kwam ik pas veel later achter. Tja, foutje weer hè. Het doet me pijn dat hij denkt dat ik minder van hem hou en hij hierdoor wat afstand neemt bij me. Heel vaak, in de nacht, sluipt hij over me heen. Alsof ik dat niet voel want hij is hartstikke
zwaar! Zijn poten prikken dan pijnlijk in mijn lijf! Maar heel voorzichtig komt hij dan met zijn koppie bij mijn gezicht. Dan begint hij heel zachtjes koppies te geven, en daarna gaat hij weer terug naar waar hij lag te slapen. De lieverd, alsof hij denkt
mijn liefde stiekem te moeten pakken.
Ik probeer al een paar maanden dan heel voorzichtig hem te aaien. In het begin schrok hij dan en vloog hij weg. Nu laat hij dat al toe en ook fluister ik dan lieve woordjes in zijn oortjes. Hij
gaat dan heel hard spinnen. Zo zie je maar, dat een actie, hoe goed je het ook bedoelt, toch een wig kan drijven tussen de band die je samen had. Het is alleen niet uit te leggen aan zo’n beestje, waarom je de dingen doet zoals je ze doet. Ik weet zeker
dat hij het anders zou snappen. Zo gaat het met mensen ook soms, of ze denken dat je iets bedoelt zoals je het niet bedoelt. Aan mensen kan je het wel uitleggen, maar ja, dan moeten ze wel naar je willen luisteren. En heel vaak, willen ze dat dan niet.
Dan hebben ze hun oordeel al klaar of hebben ze het al voor je ingevuld, hoe zij vinden dat jij denkt en doet. Daar kan je dan ook niks meer mee. Als iemand gewoon niet wil, dat er geen land mee te bezeilen valt, dan vecht je tegen de bierkaai.
Wat kan je dan nog doen verder? Helemaal niks. Maar voor Skylar? Dat komt vast nog wel goed, want ik heb al bewezen dat ik, wat dat betreft, een hele lange adem heb! En liefde, echte onvoorwaardelijke liefde, overwint alles! Is het niet in dit leven, dan wel
in het volgende of in de sferen hierboven. Kan ook. Maar overwinnen zal het.
Dat is niet zoals met de waarheid. Toen ik klein was, heeft mijn moeder dat er wel in gedramd hoor. Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt hem
wel. Ik vond haar dan altijd zo zeuren, vooral toen ik ouder werd. Maar al was mijn moeder nog zo zacht, ze kon ook heel streng zijn. Heel af en toe dan, zelden. Ik weet het nog, al was ik toen 3. Ik liet een wind en ik zei, want ik was boos om mijn mama;
‘zo mama, dat ben jij’. En ik weet niet precies welke snaar ik geraakt had maar ze werd me toch boos. Ik schrok me helemaal een ongeluk en ik weet dat nu nog!
En mijn moeder heeft me wel eens een tik gegeven hoor, maar dat
deed ze liever niet. Daarom zocht ze naar een gepaste straf voor mij. En ik was net beginnen met mijn naam te schrijven en de soort kleine woordjes als mama en oma en opa. Ik moest nu wel 100 x opschrijven ‘ik mag mijn moeder geen poep noemen’.
Nu schiet ik er weer van in de lach maar toen! Weet je wel dat ‘100’ totaal onoverzichtelijk is voor een peuter?! En dat ik dacht dat ik er wel een heel jaar over zou doen? Het was winter en ik dacht nog te moeten schrijven als het al zomer was.
Maar hoe ik ook huilde, ma had de zin voor me opgeschreven en ik moest hem na schrijven.
Want zo goed kon ik nou ook nog niet lezen en schrijven op mijn 3e. Tranen met tuiten en vlekken op het papiertje. Niets hielp en ik
moest 2 kantjes vol schrijven. En ik was toen al praktisch en ging steeds groter schrijven maar dat had ze door. En dan werd ik weer gecorrigeerd en als ik niet goed mijn best deed, dan kwam er nog een bladzijde bij! Oh het grote peuterverdriet! Eindelijk,
eindelijk was ik klaar en vond zij het goed genoeg. En toen moest ik ook nog sorry zeggen. Ik koos eieren voor mijn geld en deed wat ze vroeg. Zachtjes over mijn verkrampte hand wrijvend.
Niet gek hoor, want ik was best een lastig kind.
Dat ben ik nog steeds. Nog eentje; Ik was twee en doodsbang van het donker. Ik moest in mijn eigen bed blijven, in mijn eigen kamer. Maar dat deed ik niet en dan trippelde ik ’s nachts naar mijn moeder. Soms had ik mazzel en mocht ik blijven liggen,
of ze sliep en kroop ik er zachtjes bij. Soms bracht ze me terug. Uiteindelijk werd ik in een trappelzak aan het matras gebonden, want ik bleef aan de gang. Toen kwam ik met matras en al op mijn rug naar haar toe. Wanhopig moet ze van me geworden zijn. Dat
verhaal heb ik lang moeten horen. Lang? Tot ze over ging had ze het daar nog over. Je kan niet zeggen dat ik geen indruk heb gemaakt.
En de keer dat ze me, 2,5 jaar oud, strafte door me in de kast te zetten met de deur dicht. Ze had
verwacht dat ik hysterisch zou worden maar het bleef stil in de kast. Na een paar minuten, die voor mij vast een dag leken, haalde ze me eruit en ik was boos. Boos dat ze me zomaar in die donkere kast had gezet. De eerst volgende keer dat ik iets deed dat
niet door de beugel kon, haalde ik de macht weer terug. Ik zei, heel nuffig; ‘ik zal vast maar even de kast in gaan?’ en ik liep zo naar de kast en deed de deur dicht. Ja, nu is het hilarisch, maar ik denk toen stiekem ook wel. Oh, het kan zo heerlijk
zijn, dat verzinken in herinneringen. Vooral als ze leuk of gelukkig zijn. En die zijn er maar weinig in mijn leven, in verhouding bij de rest. Daarom zijn ze des te kostbaar en koester ik ze. Gelukkig heb ik er nog wel meer zo.