11. apr, 2020

Drie jaar en 318 dagen zonder Sunshine

Het verhaal van Judas zit net even iets anders in elkaar, dan in de bijbel staat. Zoals ik gisteren al uitlegde, zijn deze verhalen eerst mond tot mond bewaard gebleven. Tot ze later opgetekend werden. Maar dan nog, als je dat niet exact overneemt, dan gaan er toch dingen alsnog verloren en worden er ook nog eigen inbreng stukjes toegevoegd. Pas als je ernaast zou staan, dat je met eigen ogen kan zien en met eigen oren kan horen hoe het gaat, dan pas zie je het echte verhaal. Toen ik het las maakte mijn hart een sprongetje! Zie je wel! Ik wist het altijd al goed, ik had het altijd al goed aangevoeld, al toen ik klein was! Ook de prachtige plant, Judaspenningen, waar ik altijd zo verdrietig van werd, hoort helemaal niet bij het echte verhaal, zelfs die mooie zilveren zaadlijsten ervan niet, die de zilverlingen moeten voorstellen, waar Judas volgens de bijbel Jezus voor had verraden.

Heeft Judas voor een zakje met zilverlingen de man verraden waar hij zoveel van hield? Nee! Natuurlijk niet, precies zoals ik het al wist van binnen. In het boek staat het volgende: De dramatische gebeurtenissen in Jeruzalem tijdens Christus’ laatste dagen zijn u bekend. Wat er geschiedde met hen die bij deze gebeurtenissen direct waren betrokken, daarvan weet u evenwel niets. Judas maakte een einde aan zijn leven, nadat hij zijn Meester had verraden, naar de bijbel meedeelt. Verraadde hij zijn Meester werkelijk? En wat beleefde hij toen hij na zijn zelfmoord de astrale wereld binnentrad?

Gene Zijde zegt u met klem: Judas pleegde geen vuige daad jegens zijn Goddelijke Meester. Hij wilde Christus slechts tot grote daden aansporen. Hij zou de hogepriesters eens laten zien, wat zijn Rabbi wel kon. Hij twijfelde er niet aan, Judas, dat zijn Meester de Messias was. Wat al wonderen had zijn Meester reeds verricht. Maar het was Judas niet voldoende, Christus zou nog grotere wonderen kunnen volbrengen. En wat zouden die hoogmoedige joodse hogepriesters en al Christus’ andere vijanden willen beginnen als zijn Rabbi tot die grote daden kwam? Vernietigen, verpletteren kan Hij hen en hun daardoor Zijn grootheid en goddelijkheid bewijzen. O, hij aanbad zijn Meester, het verdroot hem alleen maar, dat Deze niet tegen Zijn kleine, miezerige belagers optrad.

Christus stoorde Zich niet aan Judas. Goddelijk bewust als Hij was, kende Hij Zijn weg. Deze les kreeg Judas te leren. Hij had zijn Meester in alles moeten aanvaarden, moeten afwachten. Judas stelde eisen aan Christus – en welke mens mag eisen stellen? Christus kon niet terwille van Judas van Zijn plannen afwijken, maar dit alles begreep Judas niet. En toen wilde hij zijn Goddelijke Meester dwingen. Hij daagde Christus en de hogepriesters uit, bracht de soldaten in de Hof van Gethsemané en wachtte op het wonder dat zich zou voltrekken.

Een menigte gevoelens bestormde hem in dit geweldige ogenblik, er was spanning in hem, trots om zijn Goddelijke Meester, een grenzeloze liefde, maar toch ook angst dat de dingen een andere, verkeerde wending zouden nemen. Zou zijn Meester nu de wonderen verrichten, waarnaar hij, Judas, al zolang uitkeek? Zou Hij…? Maar als Hij ze niet deed en de soldaten Hem… Maar natuurlijk sloeg zijn Meester hen wel met Zijn wonderlijke krachten! Veel speelde zich af in het binnenste van Judas. En toen moest hij ervaren dat Christus Zich als een lam overgaf!

Geen wondertekens, geen grote, verpletterende handelingen. Christus liet zich rustig door het krijgsvolk wegvoeren. Verward, niet begrijpend, staarde Judas hen na. Fel trof hem de verachting uit de ogen van zijn mede-apostelen. Judas’ wereld stortte in, er kwam ontzetting in hem om wat hij deed, wroeging, het brandde in zijn binnenste met vreselijke pijnen. Terwijl hij geen rustig uur meer kende en in uiterste wanhoop rondzwierf, voltrok het drama zich snel.

Tot zover, want ik kan moeilijk het hele hoofdstuk overnemen hier. Het taalgebruik is dat van bijna 100 jaar geleden, het werd geschreven, geloof ik, in het voorjaar van 1941. En dit is de reden dat Judas zelfmoord pleegt, hij kon het zelf niet aan wat hij had gedaan, het was precies gegaan zoals hij het niet had gewild. Oh wat kan ik daarmee mee voelen! En het grootste deel van de Christelijke wereld bekijkt hem nog steeds met minachtende gevoelens. En het is juist het tegenovergestelde! Zijn vertrouwen was zo groot, dat hij dit deed omdat hij dacht dat Jezus zich wel zou verdedigen. Jezus was natuurlijk al kosmisch bewust en Judas nog lang niet, anders had hij Jezus wel begrepen!

Na dit leven, volgen er vele levens die vreselijk zijn voor Judas. Als je het leest, biggelen de tranen over je wangen. En over zijn laatste leven zegt het boek nog het volgende: Judas Iskariot beleeft nog vele levens achtereen, ik mocht hem volgen. Meermalen vroeg hij zich af , waarom hij toch zo fanatiek voor de Messias vocht en waarom het jodendom niet veranderde. Hij leert veel in deze levens en hij komt in harmonie met de ruimte. Hij blijft echter zichzelf zoeken. Ook in zijn laatste leven op aarde zien wij Judas in Jeruzalem terug. Als kind speelt hij reeds op de Calvarieberg. Judas ontmoet een jongen, die als hij vaak daar neerzit en droefgeestig de ruimte in staart. Judas denkt dit leven te kennen, maar hij weet niet waarvan.

Samen groeien ze op, de jongen is niet altijd in Jeruzalem, maar als hij er is, zoekt hij Judas op om met hem te spelen en te praten. Judas ontwaakt erdoor. Judas heeft medelijden met hem, maar weet hem al evenmin te helpen. Als judas de diepte van dit zielenleven had kunnen waarnemen, zou hij in zijn vriend de moordenaar hebben herkend, die links van Christus aan het kruis hing en geen vergeving van node had. Zoals Judas thans naar zichzelf zocht , zocht deze ziel naar de
vergeving, die hij toen lachend verwierp.
Naarmate Judas ouder wordt, komt er meer rust in hem. Hij is op Golgatha, geestelijk is hij ver weg van de aarde, iedere gedachte put hij uit een andere wereld, stoffelijk wordt hij blind en gevoelloos.


Hij zit bij de plek, waar eens het kruis heeft gestaan, rustig en ingetogen wacht hij op het wonder, dat komen moet en dat hem aan zich zelf zal tonen. Judas - is hij Judas? Het wonder komt niet, Judas zakt in een geestelijke diepte weg en een hartverlamming maakt een einde aan zijn leven. 
In de wereld, waarin hij thans zijn ogen open slaat, wachten lichtende gestalten hem op. Judas gelooft hen te herkennen. Is dat niet....? Maar dat kan toch niet? Zijn ze het dan toch? vraagt hij zich af. De gestalten treden op hem toe. Een van hun zegt: Ja, mijn broeder, wij zijn het. Ik ben Petrus, daar zijn Johannes en Andreas, daar zijn Jacobus en de anderen. Wij komen je verwelkomen!

Oh eindelijk, eindelijk mag hij daar blijven! Eind goed, al goed! Maar dat geldt dan ook letterlijk voor iedereen. Als je aards denkt, dan lijken zoveel levens over eeuwen heen verspreid natuurlijk vreselijk lang te duren. Maar ja, we hebben de eeuwigheid en dan is het een knipperen met je ogen, in verhouding. Ook dat zullen we ooit nog te leren hebben. Dat komt vanzelf. Morgen is het Pasen, en dat is tegenwoordig het feest van de wederopstanding van Jezus. Donderdag nog naar de corona versie van the Passion zitten luisteren, met het boek Volkeren der Aarde erbij, het hoofdstuk over Judas erbij. Het was weer een speciale avond voor mij, met veel emotie door nog wat andere dingen die er spelen.  Over de meest special avond in 2014 met the Passion erbij, terwijl ik me erger aan het ‘verkeerde’ verhaal ook van de rest, vertel ik morgen!

11. apr, 2020

Quote van de dag

"Elk mens moet zelf zijn weg uitstippelen.

Origineel: Chaque homme doit inventer son chemin.
Bron: Les mouches (1943)
"

Jean-Paul Sartre Frans schrijver, filosoof en Nobelprijswinnaar literatuur (1964) 1905-1980
10. apr, 2020

Drie jaar en 317 dagen zonder Sunshine

Vandaag is het goeie vrijdag. Als ik niet ziek was geworden had ik nu gewoon op stage geweest en had ik gisteren mijn laatste generieke examen gedaan. Dan was ik daar heerlijk helemaal vanaf geweest en dat scheelt best wel. Maar helaas, ik heb 2 examens af moeten zeggen en die moet ik dan dus nog inhalen en daardoor ook de toetsen blijven maken en online lessen blijven volgen. Erg jammer dus voor mij dat het zo moest lopen. En bovendien mis ik ook stage uren. Nu loop ik flink voor hoor maar het jammere is, ik moet na de zomer terug naar 1 dag en dan moet ik het wel halen en genoeg uren al hebben. Ik moet terug naar 1 dag omdat ik dan voortaan op de donderdag of vrijdag naar school moet.

Hopelijk op donderdag in Rotterdam maar we zijn al gewaarschuwd om rekening te houden dat we een kwartaal lang op vrijdag naar Utrecht zullen moeten. Daar ben ik sowieso al helemaal niet blij mee. En aangezien ze me niet naar een andere dag kunnen zetten in de apotheek, zal ik het met een dag minder moeten doen. Het is niet anders. Ik zal nog wel zien hoe het allemaal gaat. Ik moet ook nog zoveel inhalen en of ik dat allemaal voor elkaar krijg, ik weet het niet hoor. Het zal goed komen, hoe dan ook. Daar ga ik maar gewoon vanuit en daar ben ik nu al dankbaar voor!

Goeie vrijdag dus, de dag van de kruisiging, zoals het in de Bijbel staat. En daarin stond ook dat Judas voor wat zilverlingen, zijn Meester had verraden. En daar kon ik als kind toch niet bij?! Ik mag dan helemaal los zijn van welke kerk dan ook, ik weet 1 ding zeker. Van alles wat nep is in Bijbels of kerken, Jezus was, en is, echt. En vooral als kind, was ik idolaat van deze heilige man en alle verhalen. Ik las altijd ‘De bijbel in beeld’, dat was de bijbel in stripverhaal-vorm en die ging mijn moeder elke maand, samen met mij, van haar armoedje kopen op de markt. Oh daar was ik dan altijd zo blij mee! Nog blijer dan het bijbehorende marktpatatje! Naar de kerk gingen we toen al niet meer maar mijn moeder probeerde het wel allemaal levend te houden bij me.

Ik heb hier wel eens verteld, dat de mensen van de zondagschool niet zo blij met mij waren. Want ik stelde hele vervelende vragen. Zoals, als Adam en Eva de eerste mensen zijn, hoe kan het dan dat hun overgebleven zoon, die zijn broer had vermoord, naar de familie van Eva ging. Dat is toch onmogelijk?! Zulke dingen zag ik gewoon en dat klopte niet. Dat kon niet. En daar hadden ze geen antwoord op en dan was ik dus erg vervelend. Maar ik ben altijd zo gebleven, ik zie de details, ook als ze wél kloppen hoor. En zo vond ik ook altijd het verhaal van Judas niet kloppen.

Als je al die jaren in de buurt bent, van het Heiligste mens die ooit weer op aarde geboren is, om ons te helpen, en die man is vol liefde en goedheid, dan kán het niet anders, of je gaat van zo’n iemand houden. Al zou je dat niet eens willen, dat gebeurt. En dan bestaat het niet, dat je die man voor een zakje zilverlingen, verraad en opgeeft! Dat bestond in mijn ogen niet. Maar ja, wie ben ik? Dat ik dat van binnen voelde, daar veranderde ik dat verhaal in de bijbel niet mee. En in de loop der jaren kwam ik meer tegenstrijdigheden tegen en op een gegeven moment, was ik ook met de bijbel en de hele kerk wel klaar. Maar ik moest regelmatig en met een gevoel van medelijden op de achtergrond, altijd terug denken aan Judas. En altijd vroeg ik me dan af, hoe het verhaal nou echt gegaan zou zijn. Elk jaar weer wordt het Pasen en dan kwam het altijd weer boven.

De bijbel is niet alleen maar leugen. Dat scheppingsverhaal is natuurlijk onzin, ze moesten ook maar wat verzinnen omdat ze het zelf ook niet precies wisten. Maar ondertussen weet iedereen wel dat daar iets niet aan klopt, alles klopt er niet van niet zelfs. Dus zeggen ze dat het een metafoor is, lekker makkelijk, dan hoef je het ook niet meer te verklaren waarom het er dan als waar verhaal in staat. Veel is wel echt gebeurd maar het probleem is, dat die verhalen, voor ze opgetekend konden worden, van de ene tot de andere generatie werd doorverteld. De bijbel is door mensen geschreven en door het doorvertellen, zijn er dingen verdwenen die belangrijk waren en dingen bijgekomen, die ze verzonnen hebben. En dat is alleen maar logisch. Vertel maar eens 1 zinnetje door aan 10 anderen, 1 voor 1. De 10e heeft een totaal andere zin. Zo is het met de bijbel ook. Maar hele kleine stukjes die wel kloppen,  zitten er nog in.

En nu is het weer bijna Pasen en dan komt Judas ook weer boven bij mij. Tot aan 2014 zat het dan te broeien, wat zou er nou echt gebeurd zijn? Want mijn overtuiging, dat er in dat verhaal iets niet klopte, was er in de loop der jaren niet minder door geworden. En dat zegt toch wel wat want het meeste wat ik ooit vond als kind, heb ik allemaal wel bijgesteld. Het bleek niet voor niets te zijn. Want ik maart 2014 vond ik de boeken van Jozef Rulof en daar dook ik in om niet meer boven te komen. Het is mijn leidraad geworden in het leven en dat zal altijd zo blijven. Daar stonden alle antwoorden in waar ik mijn leven lang naar had gezocht. Al had ik nog nooit naar het antwoord op het verhaal van Judas gezocht, simpelweg omdat ik niet dacht dat dit zou bestaan hier op aarde. Laat ik het nou toch tegenkomen in deze boeken! In het boek volkeren der Aarde, waar ik in april mee begon, staat het hele, zeg maar echte verhaal. Nu zal iedereen wel zeggen; ‘maar hoe kan dat dan? Ze zijn er toch zeker niet bij geweest?’ Maar dat zijn ze namelijk wel.

Ik zat ooit met iemand te mijmeren, dat het zo jammer was dat we al die levens, waarin we elkaar ook gekend moesten hebben, niet meer wisten. Dat zoiets verloren gaat zou niet moeten mogen. Tot mijn grote vreugde, en ook wel een innerlijk vermoeden of voelen daarvan, is dat niet zo. Er gaat geen seconde verloren! En je kan, eens je zo hoog bent, ook gaan kijken naar je eigen levens, zelfs tot aan je ontstaan! Hoe moet je jezelf en al je eigenaardigheden anders leren kennen. Want boven staat een tempel, de tempel der ziel is dat, en daar staat met grote letters boven de ingang, in geestelijke taal dan wel maar die spreek ik nog niet; MENS KEN UZELVE. Want dat is wat je moet gaan doen, als je hier niet meer terug hoeft.

En zo goed als je naar je eigen levens kan gaan kijken, omdat je daar heen en weer in de tijd kan, kan je bijvoorbeeld ook bij dat belangrijkste leven van Judas gaan kijken. En dat is gebeurd en zo is het verhaal in dat boek gekomen. Het is goede vrijdag vandaag, de dag van de kruisiging en als altijd doet dat iets met me. Maar nooit zo heftig als toen in 2014. Dat was een bijzondere ervaring en die zal ik met jullie delen. Het verhaal van Judas uiteraard ook, maar we hebben nog tot maandag als Pasen weer over is. Dat houden jullie nog tegoed van me. Ik sta er vandaag zeker weer bij stil, welke dag het is en ik ga straks denk ik dat prachtige, en echte verhaal weer even lezen in Volkeren der Aarde.

10. apr, 2020

Quote van de dag

"Eigenlijk gaan we pas leven wanneer we het leven zien als een tragedie.

Origineel: We begin to live when we have conceived life as tragedy.
Bron: Autobiography"

William Butler Yeats - Iers dichter en Nobelprijswinnaar literatuur (1923) 1865-1939
9. apr, 2020

Drie jaar en 316 dagen zonder Sunshine

Gisteren heb ik me toch gelachen. Misschien wel gemeen een beetje hoor maar om het mee te maken was wel grappig. Ik realiseer me wel, laat ik dat gelijk even duidelijk maken, dat ik het veel makkelijker heb, nu ik beter én immuun ben. Dat geldt voor de meeste mensen niet. Ergens gelukkig maar, al is het toch minder fijn. Dit is een hele rare tegenstrijdigheid, bedenk ik me nu. Een oxymoron maar dan anders. Want je wil geen corona krijgen, daar is iedereen bang voor. Maar aan de andere kant wil je er wel graag immuun voor zijn. Alleen dan graag zonder het te krijgen en tja, laat dat nou niet kunnen. Dus hou me ten goede, ik heb nu makkelijk praten en dat weet ik heus. Voor mij is het ergste gewoon al achter de rug.

Gelukkig ben ik altijd vroeg en zo ook deze woensdagochtend. Ik ging net, half negen was het of zo, op de bank zitten met een mok koffie, toen de bel ging. Huh? Post? Gistermiddag bij Zooplus besteld maar die zijn al jaren niet zo snel meer. Ik door de intercom voorzichtig ‘hallo?’ ‘Breman, ketelonderhoud’, hoor ik krakend aan de andere kant. Ooooh ja! Dat was ik helemaal vergeten. Maar ja, ik ben dan ook best ziek geweest en deze afspraak is weken geleden al gemaakt want toen heb ik nog gebeld om het te verzetten. Ze zouden eerst op een donderdag komen maar ja, dan heb ik stage.

Ik druk de deur open en even later staat er een klein mannetje voor de deur. Hij gaat aan de slag in de keuken, waar mijn ketel hangt en we babbelen wat, netjes afstand houdend uiteraard. Hij schrikt zich wezenloos als ik zeg al besmet te zijn geweest en nu immuun te zijn. Hij springt bijna achteruit. Hij stottert dat het toch zeker niet zeker is of mensen na hun ziekte niet meer besmettelijk zijn. Ik moet erom glimlachen, en zeg dat hij zich dan maar iets beter moet laten voorlichten. Als je ziek bent geweest en je hebt géén verschijnselen meer, dan ben je niet besmettelijk meer.

Volgens mij vertrouwt hij het voor geen meter maar ja, dat is dan toch echt zijn probleem. Ik begrijp het wel hoor, ik lach hem heus niet uit maar ik kan gewoon een grijns niet onderdrukken als ik hem zich in allerlei bochten zie dringen, om maar uit mijn buurt te blijven. Ik besluit hem te helpen en ga helemaal voorin het huis op de bank zitten. Dan kan hij rustig ademhalen. Hij is best lang bezig en hij roept me er even bij om uit te leggen hoe ik het beter kan verwarmen hier in huis want de ketel was nogal vuil en het was lastig om hem schoon te maken omdat hij op een lastige plek hangt.

Tja, kijk, nu staat de verwarming uit, omdat ik de deur open heb. Ik heb Toon van Eneco dus die kan je niet echt uitzetten maar wel op bijvoorbeeld 10 graden zetten. Zo koud wordt het nooit in huis, ik het de thermostaat nog nooit onder de 16 graden gezien hier. Ik moet dus de verwarmingen aan laten staan, of open eigenlijk. En alleen met de thermostaat werken. Ja, dat doe ik altijd al zo. Maar in de winter, moet ik, als ik uit mijn werk kom bijvoorbeeld, de thermostaat heel erg hoog zetten, bijvoorbeeld op 24 of 25 graden. Dan gaat de ketel loeien en als ik voel dat het heet wordt dan uitzetten voor de rest van de avond. Want die warmte blijft wel 6 tot 7 uur hangen volgens hem.

Ik kijk hem verbaasd aan en zeg dat ik het zo én niet doe én niet prettig vind. Ik zet de thermostaat op 20 graden en daar staat hij van ongeveer oktober of zodra het echt koud wordt in huis, tot aan het weer warm is of ik de deur of de ramen open zet. Ik hou van gelijkmatige temperatuur, niet te warm en niet te koud. Ja, maar daar wordt dus de ketel enorm vuil van. Ja, maar ja, dat is niet mijn probleem toch? Ja, dat begrijpt hij wel, maar om de ketel niet meer zo vuil te laten worden, moet ik het toch beter zo doen als hij het zegt. Ik hou er mee op, ik zeg prima hoor, zal ik voortaan doen. NOT! Maar dat laatste woord zeg ik er maar niet bij.

Die ketel is net nieuw, van 2018 of zo, nog maar net 2 jaar oud. Ik had een ketel van vorige eeuw hangen daarvoor en zelfs dat ging redelijk goed. En dat hij het een lastige plek vindt en een lastige ketel om schoon te maken, daar heb ik heel eerlijk gezegd niet zo’n boodschap aan. Zoals ik het doe, dat die ketel juist niet hoeft te loeien, scheelt me enorm veel aan stookkosten ook nog. Ik ga elk jaar lager en dus minder betalen, dus ik doe echt iets wel goed. Heel misschien, als ik dat ding zelf zou moeten schoonmaken, dat ik het dan wel anders zou gaan doen. Maar ik betaal een behoorlijk bedrag aan huur en onderhoudskosten. Daar mogen ze wel iets voor terug doen. En als mijn ketel volgende keer weer zo vuil is, moeten zij hem ondanks dat toch heel gewoon weer schoonmaken. Klaar.

Ik verander helemaal niks maar ik laat hem in die waan, hij heeft het al zo moeilijk hier. Hij pakt een tablet en legt die op mijn kastje neer, of ik even wil tekenen maar alleen met het pennetje. Of ik alsjeblieft NIET het scherm wil aanraken. Oké, prima hoor! Ik teken, terwijl hij flink achteruit stapt. Ik leg netjes het digitale pennetje ernaast neer, en stap een flink stuk achteruit. Ik zie dat hij het pennetje aan het uiterste puntje vastpakt maar dan legt hij het zelf op het beeldscherm. Weer kan ik een glimlach niet onderdrukken. Wat hij doet maakt dus helemaal niks uit. Net als die meneer die ik gisteren in de Lidl zag lopen, met een zelf gefabriceerd mondkapje van dat grove soort katoen, van die grove vezel met dus veel open ruimte ertussen. Dat hellupt niehiet!

Het mannetje zegt dat hij wel een notitie heeft gemaakt voor zijn baas, dat ik besmet ben. Ik zeg nog ‘ja geweest ja’. Hij zegt dat hij vindt dat hij niet meer zou moeten werken eigenlijk want dat hij wel enorm gevaar loopt zo. Hij zegt dat hij vindt dat hij recht heeft op gevarengeld anders. Ik zeg; ‘ja hoor, dat zou ik ook doen, dag meneer!’ en weg is hij. Hij rent zowat de trappen af. Volgens mij gaat hij nu eerst naar huis om te douchen of zo. Echt hoor, ik begrijp het echt wel, maar ik moet er toch om lachen. Ben ik nou gemeen of heb ik teveel humor? Ik hou het maar op het laatste!