19. sep, 2020

Levende doodskisten? Contradictio in terminis?

Rulof lezers weten één ding zeker, dat cremeren niet zo goed voor je is. We zitten allemaal op een ander niveau, wat er door het hele corona gebeuren prachtig uit komt, maar dat zijn we dan in elk geval wel met elkaar eens. Toch, als je door de hele geschiedenis kijkt, dan is het logisch dat men is gaan cremeren. Al was het alleen maar door plaatsgebrek. Je kan moeilijk meer kerkhoven en graven hebben, dan levende mensen. Ook weer een domme opmerking, alle mensen leven, alleen niet allemaal meer op aarde. In elk geval, als je weet dat dood niet bestaat, dan moet je begrijpen, dat er een proces plaatsvindt na het sterven op aarde.

Maar dat dit ook betekent dat je niet dood bent, en dus ook niet niets voelt. Dan zit je namelijk fout. Je lichaam sterft, dat klopt maar je ziel gaat verder. In je stoflichaam zit ook een geesteslichaam, die weer wordt voortgestuwd door de ziel. Dat geesteslichaam zit met een fluïdekoord vast aan het stoflichaam. Als iemand uittreedt bijvoorbeeld, dan kan het geesteslichaam verre reizen maken, maar het flexibele koord zal hem altijd met zijn stoflichaam verbonden houden. Als kind trad ik vaak uit. Ik ging dan vliegen, en ik dacht dat ik droomde dat ik vloog, maar ik kon bij iedereen binnen kijken en ook aan de achterkant van zo’n afgesloten blok zien wat er daar aan de waslijn hing.

Als ik mijn moeder dat vertelde, dacht ze volgens mij wat voor een idioot kind ze in hemelsnaam gebaard had. Ze zei dan ook altijd dat ik niet van die rare dingen moest zeggen, dat mensen er anders wat van zouden gaan denken. Dat vond mijn moeder erg belangrijk, wat de buitenwereld vond. En niet dat ze dan totaal anders was als er niemand bij was, nee, helemaal niet. Alleen liep ze daarom best wel behoorlijk op haar tenen, denk ik zo. Maar dat is weer een ander verhaal. Ik vertelde het dan ook maar niet meer, als ik weer eens zo lekker aan het vliegen was geweest. Boven de Catharina Beersmansstraat naar Schiedamseweg, steeds hoger, tot de auto’s wel van speelgoed leken te zijn. Iets wat ik dan toch wel een klein beetje griezelig vond.

Als ik zoiets had meegemaakt, dan werd ik altijd met een schok wakker, door het gevoel dat ik in een hele diepe put aan het vallen was. En met een rotgang zat ik dan opeens rechtop in bed. Oh wat kon je daarvan schrikken. Alleen weet ik ondertussen dat je op die manier, een beetje lomp wel, in je lichaam terug komt. Ik heb nog wel eens het gevoel in een put te vallen als ik wakker word, maar ik heb helaas geen herinnering meer aan wat ik dan gedaan heb die nacht. Dat even over uittreden. Bij sterven hier op aarde, gaat het alleen nog een stapje dieper.

Het koord dat je altijd verbonden houdt, je altijd veilig terugbrengt naar je lichaam, dat knapt dan en je bent los. Dat wil zeggen, niet altijd direct. Het ligt eraan hoever je bent op je pad, hoe snel dit na het uitblazen van je laatste adem gebeurt. Hoe lager je afstemming is, hoe langer je vastzit aan je overleden lijf. Vaak ben je in slaap aan de andere kant, soms ook niet, dan ben je bewust over wat er gebeurd is. Je kunt je misschien een klein beetje voorstellen, dat je dan niet wilt dat je bewust meemaakt, dat je stoflichaam wordt verbrand en dat zou dan wel eens kunnen. Vandaar dat het beter is om begraven te worden.

Vroeger was cremeren dan ook verboden bij bijvoorbeeld de Rooms Katholieke kerk, omdat het inging tegen de wederopstanding na het laatste oordeel. Nou ja, dat is er niet eens maar goed. In 1963 werd dit weer ingetrokken. In 1968 werd de wet op de lijkbezorging crematie gelijk gesteld aan begrafenis. Het wisselt zo’n beetje per religie wereldwijd, wat er met je overgebleven jas gebeurd. Maar hier in Nederland heeft het zeker ook te maken met plaats. Want ja, zo groot is het hier nou ook weer niet. En we zitten al zo op elkaars lip, dat we zeker geen extra grote plekken vrij kunnen maken voor nog meer begraafplaatsen.

Het is al zo, dat de meeste graven na zo’n 20 jaar worden geruimd, tenzij je een enorm bedrag neer wenst te tellen. Bovendien moeten dan de resten en de kist ook geruimd worden. Best wel een heel gedoe. Tegenwoordig komen er gelukkig steeds meer alternatieven bij. Zonder kist maar in een lijkwade zo de grond in, iets wat ik al gelijk als favoriet had. En dan ook nog natuurlijk, een natuurbegrafenis, dus ergens onder een boom in een bos. Tegenwoordig heb je steeds meer van die natuurbegraafplaatsen. Maar vorige week op tv was er opeens iets nieuws, de levende doodskist!

Klinkt behoorlijk tegenstrijdig maar is het niet. Natuurlijk weer een Nederlandse uitvinding, wij zijn zo kundig op het gebied van ruimte maken waar dat er niet is, en alles met water. Niet gek dus dat ze met dit komen. Deze kist is namelijk gemaakt van mycelium. Dat is de stof die voor het wortelnetwerk van paddenstoelen zorgt. Ze kunnen zo’n kist, door kleine schimmels in een mal te stoppen, in 7 dagen laten groeien. Dan krijg je een stevig, beetje piepschuimachtig materiaal. Als je dode lichaam er dan wordt ingelegd, en ze stoppen het in de grond, dan gaat de mycelium zijn werk doen.

Mycelium zorgt er namelijk voor, dat afvalstoffen weer worden omgezet in voeding. Zo wordt jouw afval, je lichaam, dus ook omgezet in voeding voor de natuur eromheen. Hoe mooi is dat wel niet? Bovendien is het erg licht materiaal, dus ook goed voor de ruggen van diegenen die de kist moeten dragen. Hij weegt bijna niets, in verhouding met wat een houten kist weegt. De eerste begrafenissen zijn er al mee gedaan, en het werkt dus prima. Ik ben er wel voor. Begraaf ze in zo’n natuurbos, speciaal voor de kisten en hang een gedenkplaatje aan een boom in de buurt. Mochten er mensen zijn die iets willen hebben om naartoe te kunnen, niet nodig maar niet iedereen weet dat, dan kan dat.

Het is ook omdat mensen steeds vaker een minder grote zogeheten ‘carbon footprint’ willen achter laten. Ik moet dan altijd een beetje glimlachen omdat ik dan denk, dan moet je je voetsies wassen, maar dat bedoelen ze natuurlijk niet. Dat weet ik ook wel. Het is in elk geval stukken beter voor het milieu want er blijft niets achter aan rotzooi. Mooier kan het bijna niet. En zoals alle Rulof lezers ook wel weten, alles beter dan cremeren. Hoe hoger je afstemming, hoe hoger je licht, hoe minder je er last van hebt, maar je zal het altijd merken. Wat weet ik niet precies, maar beter voorkomen dan genezen. Dan heb ik het in elk geval toch maar even doorgegeven.

19. sep, 2020

Quote van de dag

17. sep, 2020

Misty water-colored memories of the way we were

Ik kwam ergens op Facebook een foto tegen, van de Henegouwerlaan, toen dat nog een Kraamkliniek was en ook de rijkskweekschool voor vroedvrouwen. En wel uit de tijd toen ik daar heel veel kwam, in 1968. Goh, daar kwam ik even met een klap terug in de tijd door! Niet te geloven dat dat zomaar kan! Maar het kan. Oh wat was ik toen blij en gelukkig! Na meer dan 6 jaar wachten, kwam er eindelijk toch een broertje of een zusje bij! Ik lag met mijn hoofd op mama’s buik en schaterde het uit als de baby me dan een schop voor mijn hoofd gaf. Het staat me nog altijd bij. De positiejurk, want toen had je nog speciale zwangerschapskleding, die ik nog herinner is van een soort van azuurblauw met een kraagje met een wit kanten randje. Ze hd er wel meer hoor, maar die staat me bij. 

Ik was in de wolken, ik zou niet meer alleen zijn, samen met mijn beer dan wel natuurlijk. Want Beer was heel belangrijk voor mij, daar was mijn ome Ben wel achter gekomen, toen hij terug naar Epe moest om de vergeten beer op te gaan halen. Daar werd ome Ben niet vrolijk van! Ik wel want ik sloot huilend mijn zo geliefde Beer weer in mijn armen. Pas toen kon ik weer slapen. En nu zou ik dan toch echt een klein broertje of zusje krijgen. Mijn moeder en oma en opa zongen altijd liedjes met ons, en eentje daarvan ging over een kindje, die boos was op de ooievaar. Die had het een baby gebracht en dat vond dat kind helemaal niet leuk.

Ooievaartje, lepelaartje, ik ben niets tevreden, met het kindje dat je bracht, juist een week geleden. Weet je dat het heel niet praat, en niet eens kan lopen? Dat het telkens schreien gaat, met het mondje open! Nee, ik wil dat kindje niet, ik wil een ander kindje. Net zoals die jongen, Piet, weet je wel mijn vrindje. En ik zong dat natuurlijk uit volle borst mee. Vaak zittend op de tafel, met mijn armpjes om hun nek. Dat vond ik heerlijk altijd! En nu kwam mijn allergrootste wens uit, een broertje of zusje erbij! Alleen jammer dat de vader van het kindje opeens niet meer in spel was maar daar had ik geen last van. Mijn moeder wel, neem ik aan, ik was alleen te klein toen, omdat door te hebben. In de jaren 60 vonden ze daar allemaal wat van en aardig was dat niet.

De tijden zijn hard veranderd en dat is maar goed ook. Daarom kan ik soms nog wel eens schrikken, als je toch van die rare al lang achterhaalde meningen bij mensen tegen komt. Alleen toen was het gewoon het normaal. Het leuke van alles was ook nog wel, dat mijn moeders beide schoonzussen ook een kindje zouden krijgen. Dus alle 3 de dames waren tegelijkertijd zwanger. Oh en mijn moeder was altijd al gek op kindjes dus dat zou een enorme luxe worden met 3 baby’s er zowat in ene keer bij. Ergens ging er opeens iets mis bij de zwangerschap van mijn moeder, en werd ze opgenomen op de Henegouwerlaan, de kraamkliniek. De eerste keer dat ik op bezoek ging, met oma en opa, zal ik nooit vergeten. Ik heb er 52 jaar later nog een antipathie door gericht op ziekenhuizen en de geur van lysol.

Het zal ermee te maken hebben gehad met hoe klein ik zelf wel niet was, maar ik herinner me de enorme hoge en lange, donkere gangen. Het leek wel alsof ik uren moest lopen, voordat ik dan eindelijk bij de kamer van mijn moeder kwam. Daar lag ze met haar dikke baby buik en ik kroop op bed dicht tegen haar aan. Ik durfde zowat niet adem te halen, zo eng vond ik het daar. In die tijd werd er aan een kind dan ook helemaal niets verteld. Niet wat er aan de hand was, waarom mijn mama opeens niet meer thuis was en daar moest slapen. Niets wist is, en dat maakt je dan bang.

Ze vertelden me alleen dat het voor de baby beter was, dat mama niet uit bed zou komen en dat ze daarom daar lag. Dat haalde mijn angst niet weg. Ik had Beer nog nooit zo hard nodig gehad, want door Beer voelde ik me altijd veilig en niet zo alleen. Toen kwam de keer, dat ik weer met oma en opa mee ging, maar het voelde anders. Oma huilde en opa hield alleen maar met een strak gezicht mijn handje vast. Kinderen zijn niet achterlijk, die voelen juist exact dat er dingen niet kloppen. En als je ze dan niets verteld, dan groeit hun angst tot ongekende hoogten.

Zo ging dat nu ook met mij. Ik vroeg wat er was maar oma zei dat ik niet moest zeuren en dan zweeg ik maar weer. Met mijn hart in mijn maag liep ik weer die enge donkere gangen door. Alsof je door zo’n spookkasteel loopt, waar je ieder moment door de een of andere geest kan worden meegetrokken in de donkere krochten van het gebouw. Mijn moeder lag huilend op haar zij en daar breekt je kinderhartje van, dat kan ik nog zo weer voelen. Ze wilde niet naar mij kijken en dat brak het laatste stukje hart ook. Ontroostbaar was ze.

Eindelijk vertelden ze me, dat ik een broertje had gekregen, dat hij Leon heette maar dat hij vlak voor hij geboren werd, gestorven was. Ik weet nog dat ik niet kon huilen, en het leek erop alsof ik ook niet meer kon voelen. Ik was totaal bevroren. Verder weet ik niets meer eigenlijk. Wat ik weet, weet ik van de jaren erna, als er dan wel eens dingen verteld werden. Mijn droom, een baby erbij, ging in rook op. Mijn twee tantes kregen niet lang erna respectievelijk een zoon en een dochter. Ik groeide op met mijn nichtje er vaak bij, die was gek op mijn moeder. En ik logeerde ook wel eens bij tante Wil en ome Ben, om ook bij haar te kunnen spelen.

Pas later, veel later, toen ik een fotoalbum aan het maken was, voor mijn moeders 70e verjaardag, en ik daar een stuk voor ging schrijven, drong het pas echt tot me door, toen ik over deze periode schreef, hoe zwaar ze het moest hebben gehad. Want als je zo gek bent op kleine kindjes, en je verliest je eigen kind, maar je 2 schoonzussen hebben twee wolken van kindertjes, dan moet je hart elke keer een steek hebben gehad, als je die zag. Natuurlijk zou mijn moeder mijn moeder niet zijn, als ze niet hartstikke gek op die kindjes was geweest, maar toch, diep van binnen, zal het pijn hebben gedaan. Dat kan bijna niet anders.

Ik weet dat ze de baby nooit heeft gezien, dat wilden de dokters niet. Zo ging dat in die tijd. Omdat mijn moeder visioenen had over mismaakte baby’s, stond mijn opa erop, en mocht hij de baby zien. Mijn moeder kon er alleen maar vanuit gaan wat mijn opa haar vertelde; ‘een flinke jongen, met blonde krulletjes en roze wangetjes’. En daar was ze zo gelukkig mee. Wat vreselijk moet het voor haar geweest zijn, besefte ik me veel te laat. Ik heb het in dat verjaardags-album wel benoemd, want het raakte me nog steeds. Ik heb aan haar nooit wat gemerkt, toen, wel weet ik dat ze elke verjaardag aan hem dacht, hoe hij geweest zou zijn, hoe anders ons leven dan geweest zou zijn. En eerlijk gezegd, dat heb ik ook vaak gedaan. Om er voor mij te zijn, verborg ze al haar verdriet, en dat is zoals mijn moeder was ten voeten uit; de kleine kinderen gaan voor, altijd.

 

 

17. sep, 2020

Quote van de dag

16. sep, 2020

Huiselijk geweld, een stille moordenaar...

Ik heb het al een paar keer gezegd, ik krijg allemaal van die mooie plaatjes voor mijn kiezen en van die mooie teksten allemaal. En ik kwam er eentje tegen, die niet zo mooi was maar die me wel erg raakte. Omdat ik zelf zo gezeten heb, niet exact hetzelfde maar het kwam op hetzelfde neer, ik kon er ook niet weg komen. En ik weet dus hoe dat voelt. Maar voor ik ook maar weg wilde, was ik het eerst jarenlang aan het verstoppen. Want je schaamt je ervoor, dat je het laat gebeuren ook. Waar ik het over heb, zal ik eerst maar eens duidelijk maken, door het stukje hier te plaatsen. En ik denk dat er geen vrouw zal zijn, die dit heeft meegemaakt, die hier niet door geraakt zal worden.

Komt het: Ik heb vandaag bloemen gekregen. Het was niet mijn verjaardag of een andere speciale dag. We hadden onze eerste ruzie gisteravond. Hij zei veel wrede dingen die me echt pijn deden. Ik weet dat hij spijt had en niet de dingen meende die hij zei. Omdat ik vandaag bloemen heb gekregen. Ik heb vandaag bloemen gekregen. Het was niet onze trouwdag of een andere speciale dag. Gisteravond gooide hij me in een muur en begon me te wurgen . Het leek me een nachtmerrie. Ik kon niet geloven dat het echt was. Ik werd vanmorgen wakker, pijnlijk en gekneusd. Ik weet dat hij spijt moet hebben, want hij stuurde me bloemen vandaag.

Ik heb vandaag bloemen gekregen. Het was niet Moederdag of een andere speciale dag. Gisteravond sloeg hij me weer in elkaar. En het was veel erger dan alle andere keren. Als ik hem verlaat , wat moet ik dan doen? Hoe moet ik voor m'n kinderen zorgen? Hoe zit het met geld? Ik ben bang voor hem en bang om weg te  gaan. Maar ik weet dat hij spijt moet hebben, want hij stuurde me bloemen vandaag. Ik heb vandaag bloemen gekregen. Vandaag was een heel bijzondere dag. Het was de dag van m'n begrafenis. Gisteravond heeft hij me eindelijk vermoord. Hij sloeg me dood. Had ik maar genoeg moed en kracht verzameld om hem te verlaten, dan had ik vandaag geen bloemen gekregen. Dit gedicht is gewijd aan alle slachtoffers en overlevenden van huiselijk geweld. Auteur : Paulette Kelly

Ja dat was heftig, vond ik zelf ook. Ik was daar ook, heb het ook meegemaakt en ik heb het ook maar net overleefd. En voor mij was de enige manier om daar weg te komen, dat hij iemand anders zou vinden. En tot mijn grote geluk, gebeurde dat ook. Nog zo’n dombo die erin trapte. Want het leek zo’n hele leuke man, vol met grapjes en humor. Allemaal gestolen van mensen die wel echt leuk waren. Als je 8 jaar met zo’n iemand samen bent, dan lig je het 1e half jaar constant in een deuk, maar daarna zie je alleen maar herhalingen. Dat is inderdaad net zo vervelend als op de tv. En vanaf de zoveelste keer, verandert je lachen in een diepe zucht van ellende. Je weet ook, daar gaan we weer…

En de agressiviteit sloop erin, tot het op een gegeven moment zowat dagelijks gebeurde. En ook op een slimme manier, slaan waar niemand het kon zien. Nadat je in een aantal maanden totaal weg was gehaald van vrienden en familie en je dus geen kant meer op kon. Je voelde je dus een soort van gevangen zitten. Want hoe graag ik ook weg wilde, ik kón niet. Ik begreep dat zelf toen totaal niet. Wat was dit toch?! Ik kon daar maar niet achter komen. Ik riep wel eens in mijn wanhoop; ‘wat heb ik jou in hemelsnaam ooit aangedaan in een vorig leven?!’ Niet wetend hoe goed ik daarmee zat.

Want daar was dan ook het antwoord en dat antwoord vond ik in de boeken. En ik begreep het opeens totaal. Want ooit heb ik me ook zo misdragen tegen iemand, en wat je geeft krijg je geheid terug. Ook dit soort nare dingen. En dat is de kosmische rechtvaardigheid. Alleen weet maar een klein deel van de mensen over de kosmische wetten. Ze verklaren alleen wel alles, echt alles en dat geeft dan een soort van rust. Het verklaart ook, waarom ik zo vast zat. Geloof me, in die 8 jaar ben ik tientallen keren weggelopen, vaak genoeg ook helemaal terug naar Nederland. Op mijn achterhoofd zitten nog steeds de kale plekken, van het haar dat er met wortel en al werd uitgerukt, ongeacht dat het alweer meer dan 15 jaar geleden is ondertussen.

En toch ging ik elke keer weer terug. Dan deed hij alsof alles zou gaan veranderen maar ik wist van binnen toch al, dat het niet zou gebeuren. In het begin hield hij het dan nog een week vol, niet meer zo dronken worden en niet meer zo slaan. Later hield hij dat zelfs nog geen dag meer vol. En dan zat ik me er zelf weer om te verwonderen waarom ik toch weer terug ging. Ik begreep het gewoon echt niet. Het was voor mij één groot raadsel. Voordat het mij zelf overkwam, snapte ik ook niets van die vrouwen, die bij mannen bleven die hen zo mishandelden. Dat vond ik zo dom, dat doe je toch niet? Mijn partner van toen, die had niet eens naar me moeten wijzen, dan had ik hem al met een gepakte koffer op de stoep gezet. En dan gebeurt het je zelf, en dan begrijp je het nog niet, maar je blijft dus ook.

Schiet mij maar lek, dacht ik dan wel eens, dit kan toch niet. Sinds ik eindelijk een antwoord daarop heb, ik dat voor mij duidelijk. Ik denk ook, dat als die vrouwen het zelf zouden weten, dat het ze dan in elk geval een beter gevoel over zichzelf zou geven. Want nee, je bent niet zwak, je moet iets afmaken. Het is oorzaak en gevolg en je kán niet eens weg. Natuurlijk moet je niet blijven tot je vermoord wordt, zoals uit het verhaaltje blijkt. Maar soms kunnen die vrouwen niet wegkomen, hoe hard ze dat ook zelf willen. En dat komt omdat je karmisch vast zit en dat is iets vreselijks om mee te moeten maken. Eigenlijk zou je zo’n iemand daar weg moeten slepen en weg moeten houden.

Want zodra je ze los laat dan gaan ze toch weer terug. Ik zat ook zo vast, en ik zal het nooit meer vergeten. Ik had het geluk, dat het opeens klaar was. Van het ene op het andere moment voelde ik dat, ik ben vrij! En ja, toen was het snel gebeurd. Ik zat nog door zakelijke dingen vast in België maar zodra dat allemaal over was, ben ik terug naar Nederland gegaan en ik ben nog nooit zo opgelucht geweest om van iemand af te zijn! Alle botten van mijn gezicht zijn gebroken geweest, mijn oogkas zelfs op 2 plaatsen, gekneusde ribben en vaak totaal bewusteloos op de vloer gelegen, van de klappen die ik kreeg. Ik had dus alleen de mazzel, dat ik het overleefd heb.

Het nu weten dat ik niet weg kon, dat karma me gevangen hield, en niet zo’n dom wicht was die maar terug ging, iets dat ik zelf niet kon bevatten, heeft me heel veel geholpen. Nu was het op mijn pad om deze boeken en de antwoorden daarin te vinden. Dat is niet voor iedereen, helaas. Het geeft je kracht om te weten waar het vandaan komt en doet veel voor je eigenwaarde, die er stukje bij beetje uitgeslagen wordt. Daarom kom ik er regelmatig op terug in mijn blogs en ik schaam me er ook niet meer voor. Want dat speelt ook mee, die schaamte, en dat is echt nergens voor nodig!